web analytics

Column

Column: Warm

Een man loopt op teenslippers en in een korte rode sportbroek de winkel binnen. Voor de rest heeft hij die ochtend niets aangetrokken. Een witte, blote buik en redelijk behaarde benen. Dat je zo in je eigen tuin wil rondlopen moet je zelf weten, maar om op deze manier te gaan winkelen zie je – gelukkig – toch minder vaak.

ZWEET

“Man, wat is het heet”, hoor ik hem met een rood hoofd zeggen. Sommige mensen hebben het blijkbaar warmer dan de rest, want de andere klanten in mijn winkel kijken hem met verbazing aan. Een sterke geur van zweet gaat hem vooruit. “Verkoop je sigaretten?”, vraagt hij met luide stem, terwijl hij niet aan de beurt is en nog een meter of vijf van de kassa is verwijderd.

ANTWOORD

Ik ben een klant aan het helpen en geef hem daarom geen antwoord. Ik ruik dat hij mijn kant op kijkt.

“Hé, het is warm hoor. Ik wacht op antwoord.”

ERGERNIS

De klant die aan de beurt is heeft zojuist iets verteld over een boek dat hij pas heeft gelezen en ik geef hem keurig antwoord. Tot ergernis van de zwetende man in zijn korte, rode broek. Een vrouw op leeftijd zegt tegen hem dat hij op zijn beurt moet wachten. Hij reageert er niet op en doet alsof ze niet bestaat.

SIGARETTEN

“Man, man, man, wat is het onvoorstelbaar warm”, galmt het door de winkel. “Je kan ook nergens meer sigaretten kopen in dit dorp.”

TOONBANK

Mijn klant rekent af en de volgende die wacht vraagt om een boekenbon. Ik vul het bedrag in op het kartonnen mapje en scan de cadeaukaart. De man in zijn blote buik staat nu vlak voor de toonbank, bijna naast de vrouw die ik help. Ze voelt zich niet op haar gemak, dat is duidelijk te zien. Ik reken snel af en nu is de strandwandelaar aan de beurt.

TERREUR

“Heb je sigaretten?” “Nee, die verkoop ik niet.” “Ook al niet? Gezwicht voor de terreur van de overheid? Iedereen doet het in zijn broek volgens mij.” “Om te kunnen stoppen moet je het eerst verkopen”, zeg ik.

Hij kijkt omzichtig om zich heen.

PEUKEN

“Waar kan je hier dan nog peuken krijgen?”

AFKICKVERSCHIJNSELEN

Misschien dat hij het daarom zo warm heeft? Hij loopt al een paar uur rond in Flevoland, op zoek naar sigaretten. Onderweg is hij zijn shirt verloren. Of zijn het de afkickverschijnselen die zich beginnen te openbaren?

“Man, wat is het hier warm. Staat je kachel soms aan?”

DOOIEN

Buiten begint het inmiddels zachtjes te regenen. Een kort zomerbuitje. Ik wijs naar de deur en zeg tegen hem dat het buiten al begint te dooien. Hij kijkt alsof ik gek ben. “Ik kan u niet helpen, meneer”, zeg ik tegen hem en kijk naar de volgende klant. Die heeft twee mooie boeken en een tijdschrift uitgezocht.

PALING

“Wat een ellende, zeg”, kreunt de man in zijn korte, rode broek. Hij loopt mopperend naar de deur en gaat richting de viswinkel. Misschien ziet hij een gerookte paling wel als een goed alternatief.

Column: Warm Meer lezen »

Column: Reuma

“Heb je ook reumakaarten?”, vraagt een vrouw aan mij. Ze staat aan de zijkant van het kassablok, half verstopt tussen de molens met wenskaarten. De vraag overvalt mij enigszins. Ik ben net tien minuten open en meteen al een gekke vraag. Met mijn wekelijkse column over mijn winkel denk ik wel eens dat ze het expres doen. Deze mevrouw ziet er echter bijzonder serieus uit.

FEESTDAGEN

“Reumakaarten?” Ik herhaal een deel van haar vraag om wat tijd te rekken. Ondertussen probeer ik te bedenken wat ze kan bedoelen. Vroeger, toen ik nog een jong ventje was, stonden er op het Cornelis Troostplein rond de feestdagen altijd twee houten kramen naast elkaar om appelflappen en oliebollen te verkopen. De appelflappen waren van het Reumafonds en de oliebollen van het Kankerfonds. Ze stonden gebroederlijk naast elkaar. De inwoners van de Amsterdamse Pijp gingen om die reden in december altijd voor reumaflappen en kankerbollen.

HUMOR

Daar kom je tegenwoordig niet meer mee weg, maar in de eerste helft van de jaren zeventig mocht je daar nog gewoon om lachen. Dat deed iedereen dan ook hartstochtelijk. In Amsterdam kon bijna alles en zeker in de buurt van de Ferdinand Bolstraat lag de humor op straat. Ongecompliceerde tijden.

MELKWINKEL

Het waren twee drukbezochte kramen, want in de Pijp waren ze zeker niet te beroerd om goede doelen te steunen.  Mijn vader kwam uit de Pienemanstraat, achter de Vredeskerk en mijn moeder uit de Frans Halsstraat, waar mijn opa en oma een melkwinkel hadden. Zelf ben ik geboren in de Eerste Jacob van Campenstraat, dicht bij de Albert Cuyp en de Heinekenbrouwerij. Mijn roots liggen in de Pijp.

VOORZICHTIG

Ik moet eraan denken als de vrouw in mijn winkel om reumakaarten vraagt.

Zal ze dezelfde grap maken? Of is het nog altijd een ingeburgerd begrip om alle producten die worden verkocht voor een goed doel daar dan ook naar te vernoemen?

“Wat zoekt u precies?”, vraag ik voorzichtig.

VROEGER

“Vroeger hadden jullie altijd kaartenmapjes van het reumafonds. Of de dierenbescherming. Ook Unicef heb ik hier wel gekocht, volgens mij.”

“Reumakaarten”, zeg ik ter bevestiging van haar eerdere vraag. Ze kijkt mij met pretoogjes aan. “Ja, ik kom oorspronkelijk uit Den Helder en daar noemen ze het hondje altijd bij zijn juiste naam.” Ik glimlach terug en doe alsof ik het begrijp.

ENTHOUSIAST

Ik loop naar de molen met wenskaarten van Bekking & Blitz en wijs een aantal mapjes kaarten aan. Natuurmonumenten, Wereld Natuurfonds en de Vogelbescherming, Goede doelen, maar geen reumafonds. De tijden veranderen maar aan goede doelen nog altijd geen gebrek. “Ik ga even kijken”, zegt ze enthousiast. Even later komt ze bij de kassa met twee mapjes kaarten. Allebei met het logo van het Wereld Natuurfonds. Eén van de mapjes bevat kaarten met zeehondjes.

FLAUW

“Ongeknuppelde zeehondjes, mag ik hopen?”, zeg ik tegen haar als ze gaat afrekenen. Een heel flauw grapje, maar de vrouw schiet in de lach. Ik heb meteen spijt van mijn opmerking. Voor je het weet zeggen ze in Den Helder dat zij het hebben bedacht.

Column: Reuma Meer lezen »

Column: Vis

Een man rent in de stromende regen door de winkelstraat. Hij ontwijkt de grootste plassen, stopt bij mijn winkeldeur en blijft daar midden in de opening staan. Met zijn rug naar de winkel staart hij vervolgens naar buiten. De wind blaast uit volle borst en ook de verwachtingen voor morgen zijn slecht. Ondanks dat staan er veel mensen in de winkel die onze boeken en tijdschriften bekijken. Niemand heeft haast om weer de elementen te moeten trotseren. Het perfecte weer om boeken uit te zoeken en de rest van de dag te lezen.

ONTVOERING

Een man en een vrouw lopen naar de toonbank. Hij heeft het nieuwe boek van George Boellaard in zijn handen. Het gebeurde in het westen, het laatste deel van de populaire trilogie over de ontvoering van Heineken. Zijn vrouw heeft De nomade van Anya Niewierra uitgekozen. Ik scan beide boeken bij de kassa, terwijl zij hardop de tekst op de poster leest van Duivels en Heiligen, het prachtige boek van Jean-Baptiste Andrea dat op de toonbank staat.

VERLIEFD

“Een boek om compleet verliefd op te worden.”

OVERTUIGING

“Het mooiste boek van het jaar, tot op dit moment”, zeg ik vol overtuiging. De man en vrouw kijken elkaar even kort aan en vervolgens legt zij het op de twee andere boeken. “Die willen we dan ook graag lezen.” We praten nog wat en als het buiten iets minder hard lijkt te regenen, lopen ze naar de uitgang.

SCHOUDER

De man die daar naar buiten staat te turen heeft niets door. De twee klanten die zojuist drie boeken hebben gekocht staan achter hem te wachten tot hij in beweging komt. Ik loop ook naar de deur, tik de man op zijn schouder en vraag of hij even opzij wil gaan. De man verontschuldigt zich meteen. “Sorry hoor, ik let niet op. Ik wacht op mijn vrouw.” Mijn klanten verlaten de winkel. “Uw vrouw?”, vraag ik. “Ja, ze staat bij de viswinkel aan de overkant. Als ik hier sta dan kan ik zien wanneer ze klaar is.”

VISWINKEL

Je kan natuurlijk ook gewoon naast je vrouw in de viswinkel gaan staan.

RUIKEN

“Nee joh, ik heb een hekel aan wachten in een winkel.” Hij kijkt mij aan alsof daarmee alles duidelijk is. Ik vertel dat hij nu ook in een winkel staat. “Ja, een boekwinkel”, zegt hij. “Dat ruikt beter dan vis. Ik lees niet maar ik kan wel ruiken.”

Ik knik alsof ik het begrijp.

LEKKER

Inmiddels loopt zijn vrouw vanuit de viswinkel naar ons toe. Hij doet een stap naar voren en neemt de tas met vis van haar over. Dat dan weer wel. “Lekker”, hoor ik hem zeggen.

Ik begrijp er helemaal niets meer van.

SCHAMPER

De vrouw kijkt in de etalage. “Wat moest jij nou in een boekwinkel?”, hoor ik haar schamper aan hem vragen. “Je hebt in je leven nog nooit een boek gelezen.”  De man kijkt schuin achterom en ziet mij nog staan. “Nee, jij leest lekker veel”, zegt hij.

LEZEN

Vis schijnt best gezond te zijn, maar je gaat er blijkbaar niet van lezen.

Column: Vis Meer lezen »

Column: Woensdagochtend

Een vrouw staat voor de deur te praten met een kennis of vriendin. Ik hoor dat ze het hebben over het belang van een boekhandel in een winkelcentrum. Dat ze blij zijn met mijn winkel en de rol die wij vertolken in Almere-Haven. De ziel van een winkelcentrum zegt een van beide vrouwen. Klanten die willen afrekenen verhinderen dat ik kan horen wat ze verder nog meer tegen elkaar zeggen, maar mijn humeur is zojuist met een paar flinke sprongen vooruitgegaan.

STARTPUNT

Persoonlijk ben ik van mening dat een winkelcentrum zonder boekwinkel inderdaad een essentieel onderdeel mist. Een winkel waar je altijd even naar binnen kan gaan en tot rust kan komen. Een ontmoetingsplaats voor gelijkgestemde zielen. Het startpunt voor onvoorstelbare reizen en avonturen die je vervolgens in je eigen huis en eigen tijd kan beleven.

BOEKENTAFELS

Terwijl ik het nieuwe boek van Karin Slaughter als cadeautje inpak voor een klant, hoor ik dat de twee vrouwen de winkel zijn ingegaan. Tussen het vouwen van het inpakpapier en twee stukjes plakband door wens ik ze een goedemorgen. Ze lopen allebei richting de boekentafels en gaan daar ieder hun eigen weg. Allebei komen ze hier vaker maar dit is de eerste keer dat ik ze samen zie.

LIEFHEBBER

Nadat het boek van Slaughter is ingepakt, aangeslagen en afgerekend help ik een man die bij ons iedere week een groot aantal nieuw verschenen autobladen koopt. Een liefhebber. Of misschien wel een autodealer. Hij zegt nooit zo heel veel en dat hoeft natuurlijk ook niet. We zijn als winkel blij dat hij de bladen bij ons koopt. Een tasje is niet nodig. Wel de kassabon.

DISPLAY

De vrouw die vertelde dat wij de ziel van het winkelcentrum zijn, heeft twee titels gevonden die ze graag wil hebben. De laatstverschenen Nicci French en het nieuwe boek van Tomas Ross. Ze loopt richting de toonbank en moet een andere mevrouw die al stond te wachten nog even voor laten gaan. Ook die heeft de nieuwe Nicci French in haar hand en heeft zojuist ook de net verschenen Karin Slaughter uit de display gepakt.

CADEAUTJES

Het zijn geen cadeautjes. “Lekker voor mijzelf”, zegt ze met een glimlach.

VERWENNEN

Daarna is de andere vrouw aan de beurt. “Ook geen cadeautjes”, zegt zij voordat ik iets kan vragen. “Het is tijd om mijzelf weer eens te verwennen”, zegt ze. “Het is heerlijk om in de tuin te lezen en na al die regen is het eindelijk weer zover.” Ik doe de boeken in een papieren tasje en na het afrekenen gaat ze er met een zeer vrolijke groet weer vandoor.

“Tot ziens, buurvrouw”, zegt ze tegen de vrouw met wie ze eerder nog bij de deur stond te praten.

“Doei, doei”, krijgt ze als antwoord.

BUIKBANDJES

De buurvrouw heeft het dikke boek van Abraham Verghese uitgekozen. Het verbond van het water. “Dat buikbandje met die tekst van u heeft mij echt weten te overtuigen”, zegt ze tegen mij.

Ook dit boek verdwijnt in een tasje en de buurvrouw verlaat de winkel.

ZOMAAR

Zomaar een woensdagochtend.

Column: Woensdagochtend Meer lezen »

Column: Knikken

Ik sta bij het kassablok de nieuwe boeken uit te pakken. Een vrouw loopt naar mij toe en vraagt om het tweede boek van een Turks-Nederlandse schrijfster. Ze is de naam even vergeten. Het toeval wil dat ik het boek zojuist heb uitgepakt. ‘Ik ben vrij’ van Lale Gül.

DAPPER

“Is dat hem?”, vraagt ze mij. Ik neem aan van wel. Sterker nog: ik weet het bijna wel zeker. “Zij heeft een bestseller gehad met haar debuutroman toch?” Ik knik instemmend. “Dit is haar tweede?” Ik beaam het wederom. “Ze groeide op in een streng Islamitisch gezin?” Ik blijf dapper doorknikken. “Haar debuut was ‘Ik ga leven’ en die heeft maanden in de Top 10 van Nederland gestaan”, geef ik als aanvullende informatie.

Nu is het de vrouw die begint te knikken.

SLOTERMEER

“Dan moet het wel goed zijn”, zegt ze meer tegen zichzelf dan tegen mij. “Dat denk ik wel”, reageer ik in de hoop haar laatste twijfels weg te nemen. “Ze is opgegroeid in Amsterdam”, zegt ze tegen mij. “Dat klopt”, zeg ik. “In Slotermeer, bij de Kolenkit.” Mijn klant begint nu te stralen. Ze beseft dat ze het juiste boek heeft. “Dat was zo’n mooi boek. Ik ben zeer benieuwd naar dit vervolg.” Daar maak ik uit op dat het geen cadeautje is. Ik scan het boek en stop het ter bescherming in een papieren zakje. De kassa piept en geeft aan dat het boek € 22,95 kost.

“Heeft u het al gelezen?”

INDRUKWEKKEND

Ik vertel dat het vandaag is verschenen en ik het nét heb uitgepakt. Tijd om het te lezen is er dus nog niet geweest. “Haar debuut echter wel en dat boek was zeer indrukwekkend.” Ze pakt haar pinpas en rekent het tweede boek van Lale Gül bij mij af. “Deze moet ook weer heel mooi zijn”, weet ze mij te vertellen. “Ik heb er al een paar stukken over gelezen in de krant.”

PUBLICITEIT

Ze heeft inderdaad al veel publiciteit gehad en dat zal de komende dagen alleen nog maar toenemen. “Dit zal toch ook wel weer een bestseller worden?”, vraagt ze nu aan mij.  Dat denk ik wel. “Het belangrijkste is dat ú het een mooi boek gaat vinden.” Ze begint weer te knikken. “Dat zal toch wel?” Ze kijkt mij met grote ogen aan. “Als u haar eerste mooi vond dan hoeft u zich waarschijnlijk geen zorgen ter maken.”

Ze knikt nog steeds.

IMPACT

“Ik lees niet zo heel veel. Maar haar vorige boek heeft mij diep geraakt.” Ik vertel dat dit voor heel veel mensen geldt. Ze heeft er tenslotte in 2021 de NS Publieksprijs mee gewonnen. Het tijdschrift Elsevier noemde haar zelfs ‘Nederlander van het jaar.’ Het ging in enorme aantallen over de toonbank en kreeg hoofdzakelijk lovende kritieken. Met het schrijven van een vervolg is ze niet over één nacht ijs gegaan. De kans is dus groot dat ook dit boek weer een enorme impact gaat krijgen.

De vrouw knikt.

DANKBAAR

“U heeft een fijne winkel”, zegt ze nu.

Ik knik haar dankbaar toe.

Column: Knikken Meer lezen »

Column: Stom

Een moeder komt met haar dochtertje de winkel binnen. Het meisje is een jaar of acht. Ze lijkt niet echt veel zin te hebben om bij ons te moeten winkelen, maar krijgt te horen dat ze een cadeautje moeten zoeken voor haar vriendinnetje. Blijkbaar gaat ze liever naar de speelgoedwinkel want ik hoor haar zeggen dat ze iets van Topmodel wil kopen. In Almere-Haven zit na het faillissement van Intertoys echter geen speelgoedwinkel meer en haar moeder heeft geen zin om naar Almere-Stad te gaan.

DEMONSTRATIEF

“Ze hebben hier heel veel leuke boeken en tijdschriften”, zegt ze tegen haar dochter. “Daar zit vast wel iets bij dat we vanmiddag kunnen geven.” Het meisje gaat er niet vrolijker van kijken. Ze blijft demonstratief midden in de winkel staan terwijl haar moeder naar de kinderboeken loopt.

SIDDEREN

“Boeken zijn stom”, zegt ze hardop.

De boeken in mijn winkel sidderen zachtjes maar ik kan er wel om glimlachen. Ze kijkt op dat moment net richting de toonbank en zonder blikken of blozen steekt ze kort haar tong naar mij uit. Als de boeken stom zijn, zal ze ook de verkoper daarvan niet hoog hebben zitten. Ik geef haar echter een dikke knipoog. Dat had ze niet verwacht en ze volgt haar moeder nu alsnog naar de kinderboeken. Ze kijkt nog één keer achterom en nu ben ik degene die zijn tong uitsteekt.

MOPPENBOEKJE

Ze kan er verlegen om lachen.

Ze bekijkt het boek dat haar moeder in haar handen heeft. Een moppenboekje van de Zoete Zusjes. Deel twee. Ze pakt ook een exemplaar van de stapel en begint er doorheen te bladeren. Na het lezen van een willekeurig mopje moet ze zowaar lachen. “Is dat een leuk cadeautje?”, vraagt haar moeder meteen. Het meisje geeft geen antwoord en leest alweer de volgende grap. Ook die valt in goede aarde en voor de tweede keer vliegt haar schaterende lach door de winkel.

LACHEN

“Kom, dan gaan wij die kopen”, zegt haar moeder. Ze neemt het boekje van haar over. In plaats van meelopen richting de kassa, pakt ze echter het eerste deel met moppen van de Zoete Zusjes en binnen een paar tellen hoor ik haar weer lachen. Haar moeder begint nu ook te grinniken. “Neem jij die dan maar”, zegt ze meteen. Met beide boekjes lopen ze naar de kassa.

ZEKERHEID

Ze zien nu ook het moppenboek van de Stoute Broertjes liggen. “Er is er ook eentje voor jongens”, zegt de moeder. Het meisje bekijkt de voorkant maar pakt het niet op. “Jongens zijn stom”, zegt ze met een zekerheid die meisjes van die leeftijd kunnen hebben.

RECEPTEN

Even later pak ik deel twee voor haar in en reken beide boekjes af. Wij hebben nog een paar kaarten met recepten van de Zoete Zusjes en geef er twee aan het meisje. Ze schenkt mij een brede glimlach. “Dat is aardig van die meneer”, hoor ik haar moeder zeggen als ze samen richting de deur lopen. Het meisje draait zich om en steekt nogmaals haar tong naar mij uit.

Column: Stom Meer lezen »

Column: BTW

Het nieuw te formeren kabinet werpt haar schaduw reeds vooruit. Waren bij Rutte de boekwinkels al niet essentieel, bij de nieuwe club lijkt het nog een stukje erger te gaan worden. Hoewel we op het eerste oog wél gewoon open mogen blijven – maar dat kan altijd nog veranderen – doet het rechtse kabinet haar uiterste best om de kiezers de komende jaren zo dom en onwetend mogelijk te maken. Het plan is om de BTW op boeken te verhogen van 9% naar de volle 21%. Ook de dagbladen – en in hun kielzog de tijdschriften – worden onbetaalbaar en voor boeken geldt binnenkort een fors ontmoedigingsbeleid.

BOEKVERFILMINGEN

Bioscopen (waar – ironisch genoeg – veel boekverfilmingen te zien zijn) en pretparken ontspringen de dans, maar boeken zijn net als tijdens de coronaperiode weer flink de klos.

TAALACHTERSTAND

Voorheen had Nederland nog het fatsoen om het lezen te stimuleren, taalachterstand te bestrijden en de taalschat en woordenkennis van de jeugd te optimaliseren. Het nieuwe kabinet kan hier alleen maar om lachen.

GEPEUPEL

Lezen…. Wat heb je eraan? Mensen die kunnen lezen zijn mensen die kritische vragen stellen. Nadenken. Die begrijpen wat ze van de regering krijgen voorgeschoteld. Die kunnen brieven schrijven en in protest komen. Subsidie aanvragen en toeslagen ontvangen. Niets dan ellende als het gepeupel kan lezen.

PARIA

In andere landen denken ze daar anders over. Die vinden boeken, kranten en tijdschriften zó belangrijk, dat de belastingdienst daar niets aan wil verdienen. Of in ieder geval heel weinig. Iedereen die in Nederland straks een boek koopt of leest dreigt een paria te worden. “Hoe komt die aan het geld voor een boek? Doe normaal.” Mensen worden nagewezen op straat. Moeders zoeken angstvallig naar de hand van hun kind. “Kijk maar even de andere kant op, lieverd. Die meneer op dat bankje is een boek aan het lezen. De smeerlap.”

WARM

Het heerlijke geluid van knisperend papier, omgeslagen bladzijden. Het komt straks op hetzelfde niveau als vroeger je nagels over een schoolbord. Het kabinet gaat adviseren om de boeken die je nog in huis hebt te verbranden als de prijs van het gas en elektriciteit verder gaat stijgen. Gooi een paar titels van Harry Potter en Colleen Hoover in de open haard en moet je eens zien hoe warm je het krijgt.

SLACHTBANK

Het boekenvak staat niet bekend om haar actiebereidheid. In tijden van corona lieten we ons als makke schapen naar de slachtbank lijden. Bij problemen met de leveringen van boeken durven veel ondernemers alleen te fluisteren en te hopen op betere tijden. Stel je voor dat mensen erover lezen. Nu is er in ieder geval een begin gemaakt. Een online petitie waar al bijna een kwart miljoen mensen hun handtekening onder hebben gezet.

ALLERIJKSTE

Gaat het helpen?

Laten we het hopen. Anders worden lezers een uitstervend ras. Alleen de allerrijkste kunnen het zich veroorloven. Uh, duh en huh worden de belangrijkste woorden binnen de Nederlandse taal. Dat is nog eens iets anders dan bijvoorbeeld stikstofdepositie, hoofdlijnenakkoord of spreidingswet.

MONDDOOD

In Den Haag hangen ze al slingers op. Nederland is bijna monddood gemaakt.

 


Teken de online petitie:

Zie: https://petities.nl/petitions/boekenprijs-21-btw-een-waardeloos-idee?locale=nl

Column: BTW Meer lezen »

Column: Crimineel

Vorige week dinsdag kregen de boekwinkels het dringende verzoek van Just Publishers om het boek Drugsbaron van Vico Olling per direct uit de verkoop te halen. De Belgische Staat had via een kort geding bij de Rechtbank Midden-Nederland geëist dat geplaatste foto’s van drie undercoveragenten verwijderd moesten worden. De veiligheid van de rechercheurs stond op het spel.

RECHTBANK

Het lijkt mij een logische eis van de Belgische Federale Politie, al kan ik mij niet voorstellen dat uitgeverij Just met het plaatsen van de foto’s over één nacht ijs is gegaan. Na de mail van de uitgever kreeg ik ook een bericht van Audax waarin eveneens werd verzocht het boek per direct uit de winkel te verwijderen. Het vonnis van de rechtbank werd bijgesloten.

ONHERKENBAAR

Het unieke – voor zover ik weet – van de uitspraak was dat het boek niet volledig uit de verkoop ging. De boekverkopers in Nederland en België kregen het verzoek om te kiezen uit twee opties: scheur de pagina met de desbetreffende foto’s uit het boek of maak de gezichten van vier foto’s met een zwarte stift volledig onherkenbaar.

DOORKRASSEN

Een pagina uit een boek scheuren gaat in tegen alles waar een boekverkoper voor staat. Het idee alleen al. Het met een zwarte stift doorkrassen van een aantal foto’s is niet veel minder erg, maar als je dan toch moet kiezen…. Met een dikke Edding begon ik op pagina negen van het tweede fotokatern de foto’s te bewerken.

SNEL

Drukt het door? Ik keek snel op de volgende pagina maar gelukkig was er niets van te zien.

SPIERBALLEN

Voorzichtig stak ik een witte envelop in het boek om te voorkomen dat de mogelijk nog natte inkt bij het dichtslaan een andere pagina zou besmeuren. Het boek ging tijdelijk uit de verkoop tot ik zeker wist dat alles goed was gegaan. Als je niet akkoord ging met het vonnis, dan moest je dat de uitgeverij laten weten en dan zou de Belgische Staat een kort geding tegen mijn winkel aanspannen. Het klonk als het laten rollen van spierballen.

SUPERMARKT

Drugsbaron was toch tot Netflix serie gemaakt met die ene acteur van die grote supermarkt in de hoofdrol? Die PSV’er? Ook deze supermarkt heeft problemen gehad. Dat kan dan toch geen toeval zijn? Ik stel voor dat ze Ajax die Champions League plek geven. Maar dit terzijde….

BOEKENKRASSER

Na een kwartier bekeek ik de boeken weer. De enveloppen waren schoon en dus ging Drugsbaron weer in de verkoop. Ik plaatste de stapel voorzichtig op de plank bij de True Crime boeken en keek een paar keer om mij heen. Ik voelde mij zelf ook een beetje een crimineel. Een boekenkrasser. Net zo erg als iemand die naar een duur restaurant gaat en dan weer vertrekt zonder te betalen.

RAMPTOERISME

Nog geen half uur later komt een man de winkel in die in een rechte lijn naar de True Crime loopt. Hij pakt het boek van Vic Olling en begint te bladeren. Als hij bij het tweede fotokatern komt slaat hij het teleurgesteld weer dicht.

Ramptoerisme. Ook in de boekwinkel.

Column: Crimineel Meer lezen »

Column: Roken

“Pakje Marlboro. Doe maar zo’n grote, je weet wel…”

TELEFOON

Een man staat bij de toonbank en begint te praten terwijl hij berichtjes op zijn telefoon leest. Ik reageer niet, omdat ik geen idee heb of hij het tegen mij heeft of tegen iemand met wie hij aan het chatten is. Daarnaast reageer ik sowieso niet als iemand mij iets vraagt terwijl ze op hetzelfde moment met iemand aan het bellen zijn. Vandaar dat ik rustig wacht op de dingen die wel of niet gaan komen. De man is inmiddels driftig op het scherm aan het tikken. Het puntje van zijn tong steekt half uit zijn mond. Na een aantal seconden kijkt hij mij voor het eerst aan.

STAPELGEK

“Marlboro?”, vraagt hij licht geïrriteerd.

“Nee, dank je. Ik rook niet”. Een keurig antwoord op een vriendelijk aanbod. Zijn wenkbrauwen zakken nu een stuk naar beneden. Hij kijkt even naar links en naar rechts alsof hij het idee heeft dat er hele rijen mensen staan te wachten in afwachting van zijn reactie. Vervolgens kijkt hij weer naar mij met een blik die voorbehouden lijkt voor iedereen waarvan hij denkt dat ze werkelijk stapelgek zijn.

SUPERMARKT

“Ik wil een pak Marlboro bij je kopen. Zo’n grote. Als het mag althans.”

Ik hoor hem in zijn hoofd bijna letterlijk het woord ‘mafkees’ aan die zin toevoegen. Tot zijn ergernis blijf ik echter staan en laat hem een grote glimlach zien. “Je bent nu bij de boekwinkel”, zeg ik tegen hem. “Wij verkopen geen Marlboro. Ook die hele grote niet.” Het duurt even om die informatie te verwerken en we kijken elkaar nu stilzwijgend aan. “Verderop zit een supermarkt”, vertel ik hem zo behulpzaam mogelijk.

ALTIJD

“Geen sigaretten?”, vraagt hij echter vol verbazing. “Waar slaat dat nou weer op? Ik koop ze hier altijd.”

Ik vertel dat wij een jaar of vijf geleden zijn gestopt met de verkoop van tabak. “Als je ze hier altijd koopt, dan heb je al een poosje niet gerookt.”

HARDNEKKIG

“Echt niet”, zegt hij echter hardnekkig. “Ik koop ze hier al jaren. Misschien moet je het aan een collega vragen, die leggen het je wel uit.” Ik schud nu langzaam mijn hoofd, vol verbazing dat iemand die hier naar eigen zeggen altijd komt nog altijd niet weet dat wij wél boeken maar géén sigaretten verkopen. Aangezien ik hem niet ken, denk ik dat hij zich in de winkel vergist of dat roken meer stuk maakt dan je lief is.

BOEKEN

“Het is mijn eigen winkel, dus ik ga er voor het gemak maar even vanuit dat ik goed weet wat wij wel en niet verkopen”, zeg ik geduldig tegen hem. Hij begint nu te twijfelen en kijkt nogmaals om zich heen. Hij schrikt duidelijk van de kasten met boeken die hij ziet staan. Best wel veel voor een tabakswinkel. “Nou, misschien vergis ik mij wel”, stamelt hij nu.

VERBAZING

Zonder nog iets te zeggen verlaat hij de winkel.

Buiten kijkt hij nogmaals vol verbazing om hem heen.

Zo te zien herkent hij het hele winkelcentrum niet….

Column: Roken Meer lezen »

Column: Vissen

“Heb je ook tijdschriften over vissen?” Een oudere man die wel vaker in de winkel komt stelt de vraag nadat hij even bij de tijdschriftenwand heeft staan kijken. Ik vraag of hij iets zoekt over de sport of over de over de vissen zelf.

PLEZIER

“Nou, sport…”, zegt de man. “Ik doe het voor mijn plezier, niet om er prijzen mee te winnen.”

VARIATIES

Eerlijk gezegd wist ik niet dat je met het wegwerpen van een dobber iets kon winnen, maar het verbaast mij helemaal niets. Volgens mij heet het vissen langs de waterkant echter wel degelijk hengelsport. Het is in ieder geval de titel van een tijdschrift, dat wij ooit in het assortiment hadden zitten. Misschien dat er naast het turen naar het uiteindje van je hengel ook wel variaties zijn die het ‘hengelen’ combineren met de hink-stap-sprong.

BLOEDNERVEUS

Ik heb werkelijk geen idee.

Mijn vader zat vroeger graag met een stoeltje langs de sloot in Geuzenveld. De Albardagracht, een plekje waar meer mannen met dezelfde hobby uren konden doorbrengen.  Misschien dat ik hem wel eens gezelschap heb gehouden, maar uiteindelijk was het niets voor mij. Voor hem was het rustgevend, naast zijn drukke baan in het Binnengasthuis van Amsterdam, maar zelf werd ik er bloednerveus van.

BEET

Ik loop naar de tijdschriftenwand en pak het tijdschriften Beet voor mijn klant tevoorschijn. Het is het enige blad dat ik op dit moment voor hem heb en hij is er blij mee. “Die wil ik hebben”, zegt hij dan ook. Hij bladert er meteen doorheen en ik zie allemaal bladzijden met werphengels en tientallen verschillende haakjes en dobbers. De meeste haken zien er afschrikwekkend uit. Alsof ze de hoofdrol hebben in een griezelfilm. Mijn vader had ook altijd een koffertje bij zich met aas, dobbers, tangetjes en weet ik veel wat nog meer.

VISWINKEL

Mijn klant rekent af en loopt vervolgens schuin naar de overkant. De viswinkel. Geen hengels en dobbers, maar paling, makreel, haring en nog veel meer lekkernij. Blijkbaar gooit hij – net als mijn vader dat altijd deed – zijn vangst meteen terug het water in, anders zou hij bij de viswinkel weinig te zoeken hebben. Even later zie ik hem buiten met een bakje kibbeling staan. Als hij mij ziet staan, zwaait hij even en prikt vervolgens weer een stukje vis aan het vorkje.

GESTOPT

Het smaakt hem uitstekend.

Andere klanten vragen mijn aandacht en als ik later nog een keer naar buiten kijk is de man alweer vertrokken. Een week of twee later komt hij weer de winkel binnen. “Nog wat gevangen?”, vraag ik belangstellend. “Nee, ik ben er alweer mee gestopt”, zegt hij verrassend genoeg. “Ik heb een vrouw leren kennen en die wil leuke dingen doen. Dagjes weg, naar mijn of haar kleinkinderen. Soms een weekendje naar een andere stad en binnenkort met de bus naar Duitsland.”

SPONTAAN

Hij kijkt mij stralend aan.

“Ik heb eindelijk iets leuks aan de haak geslagen”, flapt hij er spontaan uit.

SCHRIKT

Hij schrikt van zijn eigen opmerking maar meteen daarna schatert hij het uit van het lachen.

Column: Vissen Meer lezen »

Scroll naar boven