web analytics

Column: Reuma

“Heb je ook reumakaarten?”, vraagt een vrouw aan mij. Ze staat aan de zijkant van het kassablok, half verstopt tussen de molens met wenskaarten. De vraag overvalt mij enigszins. Ik ben net tien minuten open en meteen al een gekke vraag. Met mijn wekelijkse column over mijn winkel denk ik wel eens dat ze het expres doen. Deze mevrouw ziet er echter bijzonder serieus uit.

FEESTDAGEN

“Reumakaarten?” Ik herhaal een deel van haar vraag om wat tijd te rekken. Ondertussen probeer ik te bedenken wat ze kan bedoelen. Vroeger, toen ik nog een jong ventje was, stonden er op het Cornelis Troostplein rond de feestdagen altijd twee houten kramen naast elkaar om appelflappen en oliebollen te verkopen. De appelflappen waren van het Reumafonds en de oliebollen van het Kankerfonds. Ze stonden gebroederlijk naast elkaar. De inwoners van de Amsterdamse Pijp gingen om die reden in december altijd voor reumaflappen en kankerbollen.

HUMOR

Daar kom je tegenwoordig niet meer mee weg, maar in de eerste helft van de jaren zeventig mocht je daar nog gewoon om lachen. Dat deed iedereen dan ook hartstochtelijk. In Amsterdam kon bijna alles en zeker in de buurt van de Ferdinand Bolstraat lag de humor op straat. Ongecompliceerde tijden.

MELKWINKEL

Het waren twee drukbezochte kramen, want in de Pijp waren ze zeker niet te beroerd om goede doelen te steunen.  Mijn vader kwam uit de Pienemanstraat, achter de Vredeskerk en mijn moeder uit de Frans Halsstraat, waar mijn opa en oma een melkwinkel hadden. Zelf ben ik geboren in de Eerste Jacob van Campenstraat, dicht bij de Albert Cuyp en de Heinekenbrouwerij. Mijn roots liggen in de Pijp.

VOORZICHTIG

Ik moet eraan denken als de vrouw in mijn winkel om reumakaarten vraagt.

Zal ze dezelfde grap maken? Of is het nog altijd een ingeburgerd begrip om alle producten die worden verkocht voor een goed doel daar dan ook naar te vernoemen?

“Wat zoekt u precies?”, vraag ik voorzichtig.

VROEGER

“Vroeger hadden jullie altijd kaartenmapjes van het reumafonds. Of de dierenbescherming. Ook Unicef heb ik hier wel gekocht, volgens mij.”

“Reumakaarten”, zeg ik ter bevestiging van haar eerdere vraag. Ze kijkt mij met pretoogjes aan. “Ja, ik kom oorspronkelijk uit Den Helder en daar noemen ze het hondje altijd bij zijn juiste naam.” Ik glimlach terug en doe alsof ik het begrijp.

ENTHOUSIAST

Ik loop naar de molen met wenskaarten van Bekking & Blitz en wijs een aantal mapjes kaarten aan. Natuurmonumenten, Wereld Natuurfonds en de Vogelbescherming, Goede doelen, maar geen reumafonds. De tijden veranderen maar aan goede doelen nog altijd geen gebrek. “Ik ga even kijken”, zegt ze enthousiast. Even later komt ze bij de kassa met twee mapjes kaarten. Allebei met het logo van het Wereld Natuurfonds. Eén van de mapjes bevat kaarten met zeehondjes.

FLAUW

“Ongeknuppelde zeehondjes, mag ik hopen?”, zeg ik tegen haar als ze gaat afrekenen. Een heel flauw grapje, maar de vrouw schiet in de lach. Ik heb meteen spijt van mijn opmerking. Voor je het weet zeggen ze in Den Helder dat zij het hebben bedacht.

Scroll naar boven