web analytics

Column

Column: Oppassen

Het afgelopen jaar schreef ik een column over de KBb en nog geen maand later besloot Anne Schroën – nadat ze eerst nog bij mij op de koffie was geweest – op te stappen als voorzitter en boegbeeld. Daarvoor had ik al een paar columns gebruikt om de problemen die ik in mijn winkel had met leveringen door het Centraal Boekhuis (en via PostNL) aan te kaarten. Mailtjes en telefoontjes bleven onbeantwoord en een stukje in Het Boekblad en op LinkedIn leek een mooie manier om toch hun aandacht te krijgen.

CORMAC McCARTHY

Dat lukte inderdaad, maar nog geen twee maanden later vertrok de directeur van het CB naar Audax, die van PostNL naar het CB  en maakte ze in Culemborg bekend te gaan stoppen met hun eigen logistiek. Alsof dat nog niet genoeg was schreef ik ook een column over de Amerikaanse auteur Cormac McCarthy, waarin ik onder andere melding maakte van het feit dat die al aardig op leeftijd was. Prompt lees ik een week later dat hij onverwachts is overleden. Wat was er in hemelsnaam aan de hand?

BERT DIJKSTRA

Ondanks positieve reacties op mijn columns, moest ik toch nadenken of ik wel door moest gaan. Mijn columns over het CB  waren opgepikt door Bert Dijkstra van De Telegraaf, die meteen na publicatie een boek schreef over een krant die verdacht veel op zijn broodheer leek. Het deed de relatie tussen Bert en De Telegraaf geen goed en inmiddels moet de journalist – een jaar voor zijn pensioen – goed op zijn tellen passen.

STAATSLOTERIJ

Even overwoog ik een column te schrijven met een oplossing voor de oorlog tussen Oekraïne en Rusland en over de wereldwijde stikstofproblematiek. Misschien zou dat een goed effect hebben en bewees ik de wereld een grote dienst. Wat te denken van een fel stukje over het feit dat ik jarenlang loten koop bij de Staatsloterij maar nog nooit de hoofdprijs heb gewonnen.

Als je erover nadenkt natuurlijk een grof schandaal.

AJAX

Er ging een wereld van nieuwe mogelijkheden voor mij open. Even een stukje schrijven over het vertrek van Edwin van der Sar bij mijn favoriete voetbalclub en het zou wachten zijn op het moment dat Michael van Praag – met wie ik op Schiphol jarenlang aan vergadertafels heb gezeten – mij ging vragen om de mooiste baan van Nederland op mij te nemen. Niet alleen qua lengte moet de voormalige keeper van Ajax in mij zijn meerdere erkennen en het zou niet lang meer duren voordat de successen voor mijn club zich weer aaneen zouden rijgen.

ALMERE-HAVEN

Met terugwerkende kracht heb ik spijt van mijn column over de KBb maar vooral over het feit dat ik jarenlang mijn talenten heb verspild. Ik heb veel tijd en energie gestoken in mijn boekwinkel in Almere-Haven, terwijl een paar regels op papier waarschijnlijk voldoende waren geweest.

COLUMNS

Ik ga een bestseller schrijven die het commerciële succes van alle zeven zussen zal doen verbleken. Nog één keer een Staatslot kopen. Het klimaat redden. Noem het maar op.

Misschien hou ik ook nog tijd over om in 2024 columns te blijven schrijven.

Column: Oppassen Meer lezen »

Column: Batterijen

“Heeft u ook van die kleine, platte batterijen?”, vraagt een man aan mij. “Helaas, die verkopen wij niet, meneer.” Het is niet het antwoord wat hij had verwacht. Hij kijkt mij met verbazing aan. “Dat is raar. Jullie zijn toch een boekwinkel?”

KNOOPCELLETJES

Nu begrijp ik hém even niet. Volgens mij noemde hij niet de titel van een boek maar is hij op zoek naar batterijen. “U zoekt een boek over batterijen?”, vraag ik min of meer voor de grap. Zonder te weten of je daar vandaag de dag nog wel grapjes over mag maken. “Nee, geen boek”, zegt hij echter serieus. “Batterijen. Van die knoopcelletjes.”

SLUITINGSTIJD

Ik vertel dat ze verderop bij Het Kruidvat en bij de Wibra batterijen verkopen. Dat zijn althans de winkels waar wij ze halen als ’s ochtends vroeg bij het openen van de winkel de klok aangeeft dat het alweer bijna sluitingstijd is. Mogelijk dat ze ook de kleine ronde of platte varianten in hun assortiment hebben zitten.

BOEKWINKEL

“Vreemd hoor”, zegt de man. “Je zou het toch bij een beetje boekwinkel wel verwachten.”

KAARTENHUIS

Plotseling ben ik minder dan een beetje boekwinkel. We hebben een prachtig assortiment boeken in onze winkel staan. Veel meer titels dan de gemiddelde klant bij ons verwacht. Nee-verkoop komt niet of nauwelijks voor, dus zeker voor Almere-Haven hebben wij onze zaakjes uitstekend voor elkaar. Door het ontbreken van kleine, platte batterijen stort het hele – en door onszelf zeer gekoesterde – imago van een serieuze boekwinkel als een kaartenhuis in elkaar.

GEĪNTERESSEERD

“Waarom zijn batterijen dan zo essentieel voor ‘een beetje boekwinkel’?”, vraag ik oprecht geïnteresseerd. “De boeken die wij verkopen hebben geen enkele vorm van stroom nodig. Eerlijk gezegd verkopen wij helemaal niets in onze winkel waar je een batterij in moet stoppen. Waarom zou ik ze dan zo nodig moeten verkopen?”

ZWIJGEN

Om nog maar te zwijgen van het feit dat in tien jaar tijd hij de eerste is die om knoopcelletjes vraagt.

KRUIMELDIEVEN

“Iedere boekwinkel verkoopt batterijen”, krijg ik als antwoord. Met een vanzelfsprekendheid alsof ik duidelijk geen verstand van zaken heb. Ik wil hem vragen of dat ook geldt voor koffiefilters, wrattenzalf en kruimeldieven, maar besluit wijselijk mijn mond te houden. Ik ken genoeg grote boekwinkels waarvan ik zeker weet dat ze geen batterijen verkopen. Ik zie het ook niet als een enorm gat in de markt.

TELEURSTELLING

“Het Kruidvat en de Wibra”, herhaal ik mijn eerdere antwoord aan hem. “Allebei aan het eind van deze winkelstraat.” De man zucht met moeite zijn teleurstelling weg. “Ze hebben alleen geen boeken”, zeg ik er snel achteraan.

VERBAZING

“Waarom zouden ze boeken verkopen?”, vraagt de man met verbazing.

GEK

“Nou…. Dat schijnt heel goed samen te gaan met kleine, platte batterijen”, zeg ik tegen hem. “Dat heeft u mij net zelf verteld.” De man kijkt mij nu onderzoekend aan, maar ik doe zonder enige moeite alsof ik gek ben.

GRAPJE

“Nou”, zegt hij. “Dan ga ik daar mijn licht maar eens opsteken.”

Ook daar weet ik een grapje op, maar ik laat het er verder maar bij zitten.

Column: Batterijen Meer lezen »

Column: Laminaat

“Ik ben niet zo blij met jullie”, zegt een meneer vrij streng door de telefoon. “Ik heb vandaag vrij genomen, maar niemand van jullie gezien. Terwijl de afspraak toch vrij duidelijk was. Hoe is dat mo…” Toen de telefoon begon te rinkelen, nam ik vrij enthousiast op, maar inmiddels is de meeste vrolijkheid wel weer verdwenen.

BOEKWINKEL

“U spreekt met de boekwinkel”, herhaal ik mijn eerdere woorden. Waarmee kan ik u helpen?”

EXCUUS

“U valt mij vrij brutaal in de reden”, zegt de strenge meneer nu nog vijandiger. “Jullie zouden om twee uur vanmiddag hier een laminaatvloer komen leggen en het is nu bijna vijf uur. Hopelijk heeft u daar een goed excuus voor. Mijn vrouw en ik denken er hard over na om een klacht tegen u in te dienen.”

LINKERHANDEN

Een paar weken terug werden wij gebeld door een man die dacht dat wij de opticien waren. Nu blijken wij ook al laminaatvloeren te leggen. Je moet wel heel wanhopig zijn als je die opdracht aan mij wil geven, want ik ben zo’n beetje het rolmodel voor de term ‘twee linkerhanden’. Mijn vader kon als timmerman bijna alles, maar dat talent heeft minimaal één generatie overgeslagen.

KLIKKEN

Misschien dat ik nog wel een paar stukken laminaat aan elkaar kan klikken, maar zodra ik bij deuren of muren in de buurt kom, gaat het er niet mooier op worden.

VERKEERD

“Ik denk dat u een verkeerd nummer heeft ingetikt”, zeg ik tegen de man bij wie de stoom volgens mij uit de oren komt. “Dit is de boekwinkel in Almere-Haven.” Na een korte stilte hoor ik hem in de verte overleggen met zijn vrouw. “De boekwinkel?”, zegt hij tenslotte. “Waarom neemt u daar dan de telefoon op?”

Met ‘daar’ zal hij de winkel bedoelen waar hij de vloer heeft besteld.

VRIENDELIJKER

“Meneer, ik sta gewoon in mijn eigen winkel. U heeft een verkeerd nummer gekozen.” Wederom hoor ik hem zachtjes praten met zijn vrouw. “Excuus, het is mijn fout”, zegt de man nu een heel stuk vriendelijker. “Ik ga het juiste nummer bellen.”

VOLUME

We verbreken beide de verbinding en ik help een klant bij de toonbank met het afrekenen van twee wenskaarten. Ondertussen gaat de telefoon weer flink tekeer. Aan het volume kan je al bijna horen dat het geen goed gesprek zal worden.

BELEEFDHEID

“WAAR BLIJVEN JULLIE IN HEMELSNAAM?”, hoor ik dezelfde meneer nu nog bozer schreeuwen. Uit beleefdheid laat ik hem nu even uitrazen, voordat ik vertel dat hij wederom met de boekwinkel spreekt. Hij valt helemaal stil en heeft het overleggen met zijn vrouw inmiddels volledig afgeschaft.

STRIJDLUSTIG

“Ik snap er helemaal niets van”, zegt hij tegen mij. “Hebben jullie een nieuw nummer?” Wij hebben ons telefoonnummer echter al tien jaar en in die tijd nog nooit iets met laminaat gedaan. “Ik ga het nog één keer proberen”, zegt hij strijdlustig. “Ik ben woest!”

VERBINDING

Ik verbreek de verbinding en nog geen acht tellen later begint de telefoon weer te rinkelen. Ik herken hetzelfde nummer en besluit nu maar even niet op te nemen.

Column: Laminaat Meer lezen »

Column: Eenzaam

 

“Meneer, heeft u voor mij nog zo’n gratis kerstagenda?” Een man kijkt mij verwachtingsvol aan. “Je weet wel. Die krijg je bij drie velletjes kerstzegels. Van PTT Post, of PostNL. Of hoe ze ook heten.”

POSTNL

Nu begrijp ik hem. “Die heeft PostNL al jaren niet meer. Daar zijn ze zes of zeven jaar geleden mee gestopt.” Mijn klant kan het niet geloven. “Echt waar? Volgens mij kreeg ik er twee jaar terug nog eentje.”

KERTZEGELS

Ik vertel dat PostNL de afgelopen drie jaar een hangertje voor de kerstboom cadeau heeft gedaan bij aankoop van kerstzegels. Daarvoor volgens mij een bewaardoosje voor wenskaarten en nog wat andere geschenkjes in de jaren daarvoor. Het stelt over het algemeen niet zoveel voor, dus ik kan het mij niet echt meer herinneren. Ik denk dat de laatste gratis agenda ergens in december 2017 is geweest.

MAGAZIJN

“Heb je er toevallig nog eentje voor mij?”

Hij vraagt het met een vanzelfsprekendheid alsof het heel normaal is als ik een PostNL agenda van 2017 in mijn magazijn heb liggen voor het geval er in 2023 iemand om zou vragen. Ik schud mijn hoofd. Ik heb geen enkele agenda uit 2017 in voorraad.

GEPIEPT

“Wat moet je daar dan mee doen?”, vraag ik hem.

“Gewoon…. Gebruiken als agenda voor volgend jaar. Kwestie van met een viltstift de juiste dag bij de datum schrijven. Zo gepiept.” Je krijgt in een winkel wel vaker gekke vragen, maar ik moet toegeven dat dit wel een hele bijzondere situatie begint te worden.

DATUMS

“Je verkoopt vast wel een goede, zwarte viltstift.”

Ik verkoop ook hele goede agenda’s en die zijn in een aantal gevallen een stukje goedkoper dan zo’n zwarte viltstift. Waarbij alle datums ook nog eens kloppen.

KOELKAST

“Het is een sport om dingen zoveel mogelijk gratis te krijgen”, zegt hij tegen mij. “Het leven is al duur genoeg en zóveel geld heb ik niet.” Hij zegt het strijdvaardig. “Hoe heb je het vorig jaar dan gedaan met je agenda?”, vraag ik hem. “Ik heb nauwelijks afspraken, dus eigenlijk heb ik geen agenda nodig. Als ik al iets moet onthouden dan plak ik een briefje op de koelkast.”

AFSPRAKEN

Ik vraag mij af waarom hij dit jaar dan wél een agenda wil hebben, maar besluit het niet te vragen.

“Mijn familie denkt dat ik aan het vereenzamen ben”, gaat hij echter zelf verder. “Het idee is om een agenda te kopen en als ik volgende week jarig ben leg ik die op tafel en dan kunnen ze allemaal één of meerdere afspraken inplannen voor de rest van het jaar. Uitnodigingen om langs te komen of om een keer iets leuks te gaan doen. Ik vond het wel een grappig idee.”

RINGBAND

Ik knik en weet even niets te zeggen.

Achter mij liggen de agenda’s en we verkopen ze normaal gesproken nooit allemaal.

Ik pak er eentje met een ringband.

VRIENDSCHAPPELIJK

“Hier”, zeg ik “Die hou ik waarschijnlijk over en mag jij wel hebben.”

Hij straalt, kijkt mij dankbaar aan en geeft een vriendschappelijk tikje op mijn arm.

Column: Eenzaam Meer lezen »

Column: Gordon

 

“Ik ben op zoek naar de Story waarin een groot artikel moet staan over Gordon. Of eigenlijk over de man met wie hij zou trouwen, maar wat toen uiteindelijk niet doorging. Hij heeft daar nu zijn verhaal over gedaan en dat was anders dan Gordon ons heeft verteld.”

TROUWEN

Nou heeft Gordon mij persoonlijk helemaal niets verteld en hoewel wij de Story verkopen, kan ik mij niet herinneren dat ik het blad ooit heb opengeslagen. Het feit dat hij zou trouwen en dat het om wat voor reden dan ook niet door is gegaan, is mij dan ook volkomen onbekend. Eerlijk gezegd kan het mij ook niet zo heel veel schelen, maar de vrouw die het mij vroeg, vindt het mogelijk een zaak van leven en dood.

STORY

“Wij verkopen het meest actuele nummer van Story. Als het daarin staat, dan heeft u geluk. Zo niet, dat kan ik weinig voor u doen.”

“U weet niet wat er in de Story staat?”

Ze kijkt mij hoofdschuddend aan.

VAKKUNDIGHEID

“U hoort toch echt te weten wat u verkoopt.” Ik moet er een beetje om lachen. “Ik weet dat ik de Story verkoop, mevrouw. Ik weet zelfs waar die staat in onze tijdschriftenwand. Dat lijkt mij meer dan genoeg.” Ze is het echter niet met mij eens. “Als u het verkoopt, dan hoort u ook de inhoud te kennen”. Ze kijkt mij aan alsof ze een ernstig gebrek in de vakkundigheid van de plaatselijke boekhandel heeft ontdekt.

HEELAL

“Ik verkoop ook tijdschriften over vliegtuigen, mevrouw. Ik heb echter geen flauw idee hoe je zo’n ding in de lucht moet houden. Ondanks dat ik bladen verkoop over het ontstaan van het universum, zou ik echt niet kunnen uitleggen hoe een zwart gat ontstaat en waarom het heelal steeds verder groeit. “

SUPERMARKT

Daar moet ze even over nadenken.

“Ik denk dat het personeel van een supermarkt ook de naam van de koeien en geiten niet kent die door de boer gemolken zijn om de pakken melk en yoghurt mee te vullen die ze daar aan u verkopen.”

GEITEN

Inmiddels heb ik geen idee meer hoe ik van een artikel over Gordon nu bij koeien en geiten terecht ben gekomen.

“Dat is heel wat anders”, zegt de vrouw tegen mij.

TIJDSCHRIFTENWAND

Ik adviseer haar om gewoon even de Story door te bladeren. Ze loopt dan ook naar de tijdschriftenwand en ik ga verder met mijn werk. Een man koopt het nieuwe boek van Adriaan van Dis zonder te vragen wat het favoriete gerecht van de auteur is.

PRIVÉ

De mevrouw komt weer richting de toonbank. Het nummer van de Story dat ze ging doorbladeren, heeft ze niet in haar handen. Het stond er blijkbaar niet in. Het lag dus mogelijk niet aan mij.

“Stond het dan in de Privé?”, vraagt ze nu aan mij.

VERBAZING

“Mevrouw, ik heb werkelijk geen idee. Misschien is Gordon wél getrouwd en is het hele artikel niet geschreven.”

“U weet niet of het in de Privé heeft gestaan?”, vraagt ze mij.

Vol verbazing schudt ze haar hoofd.

Column: Gordon Meer lezen »

Column: Kader

 

Hoewel wij zijn boeken altijd goed verkochten, heb ik nooit omgekeken naar de romans van Kader Abdolah. Ze zagen er prachtig uit, maar nooit bekroop mij de behoefte om ze te lezen. Geen idee waarom. Misschien voelde ik een bepaalde afstand tussen hem als auteur en mijzelf als lezer. Misschien omdat ik dacht dat boeken die zich afspelen in en rond Iran mij niet zouden boeien. Een andere wereld. Onbekend en onbemind. Met het verschijnen van ‘Voordat het laat wordt’ kwam daar verandering in. Uit het niets. In uitvoering was de roman niet mooier of opvallender dan zijn vorige boeken. Op onverklaarbare wijze riep het echter wel naar mij. Fluisterend. Diep in mijn onderbewustzijn.

RITME

Iedere keer als ik langs de boekentafels liep, hield het boek mij staande. Pakte ik het op en bladerde het door. Snoof de geur diep in mij op. Steeds legde ik het boek terug op de stapel, maar het bleef toch verleidelijk naar mij roepen. Uiteindelijk nam ik een exemplaar mee naar de toonbank en begon achter het kassablok de eerste paar bladzijden te lezen. Het viel mij meteen op hoe toegankelijk het was. Een bijna muzikaal ritme van woorden en zinnen hield mij direct in haar greep.

ADEMLOOS

De roman ging mee naar huis en ’s avonds las ik twintig hoofdstukken. Zonder onderbreking. Ademloos. Samen met de schrijver glipte ik onherkenbaar over de grens van Iran en was ik op weg naar het huis van zijn dementerende moeder. Sliep ik in het eeuwenoude observatorium waar de voorvaderen van Kader Abdolah nachtenlang naar de sterren hebben gekeken. Ik luisterde naar de vele verhalen uit het oude Perzische Rijk en verbaasde mij niet voor het eerst over de ongekende wreedheid van het huidige regime. De reden waarvoor de auteur ooit uit levensbehoud naar Nederland was gevlucht en zich de namen van twee vrienden had toegeëigend als herinnering en eerbetoon aan hun ultieme offer.

RUMI

Het boek betoverde mij op een ongekende manier. De hypnotiserende woorden en beeldende omschrijvingen van verloren werelden. Vernietigde samenlevingen die verder teruggaan dan het begin van de tijd. In het weekend las ik de roman uit en de volgende dag bestelde ik meer van Kader Abdolah. Ik nam ‘Wat je zoekt, zoekt jou’ mee naar huis. Een boek over de voor mij tot dan toe totaal onbekende Perzische dichter Rumi, die ook werd genoemd in het uitgelezen ‘Voordat het laat wordt’.

GESCHIEDENISLES

Deze roman had hetzelfde effect op mij. Ik kreeg geschiedenisles over de historie van het geboorteland van de auteur en de veroveringen door Arabieren, de invloed van de Romeinen en de verwoestingen die werden aangericht door het Mongoolse Rijk. Ik maakte kennis met het leven en werk van de beroemdste dichter uit het Midden-Oosten. Alles door de ogen van Kader Abdolah die mij als een leermeester een onbekende wereld introk.

RAMONA

Het boek over Rumi is inmiddels uit. Tijd om weer even adem te halen. Ondertussen ben ik begonnen aan het volgende boek. ‘Op zoek naar Ramona’, een mierzoete voorkant, maar een prachtig verhaal.

Column: Kader Meer lezen »

Column: Agenda

 

“Zijn dit de laatste twee zwarte agenda’s die u heeft in dit formaat? Ik het er drie nodig.” Een vrouw komt richting de toonbank met twee grote kantooragenda’s in haar handen. “In het zwart wel”, zeg ik tegen haar. “Misschien heb ik ze ook nog in het blauw.” Ik loop naar de tafels en vind inderdaad een blauwe variant. “Exact hetzelfde, alleen een iets andere kleur.” Ik leg de blauwe boven op de twee zwarte agenda’s, die al op de toonbank liggen. Het verschil in kleur is nauwelijks te zien.

NABESTELLEN

“Nee, ik wil ze wel graag in dezelfde kleur hebben”, zegt ze tegen mij. “Zijn ze nog te bestellen door u?” Helaas. Kantooragenda’s nabestellen is lastig. “Oh, wat jammer”, zegt ze. “Het is voor drie medewerkers op kantoor en dan is het wel beter als ze allemaal dezelfde kleur hebben.” Persoonlijk lijkt het mij handiger als ze juiste een andere kleur hebben, maar dat ligt dan misschien aan mij.

KLEUR

Ik leg de drie agenda’s naast elkaar zodat ze kan zien dat het in kleur weinig tot niets scheelt.

PRIJSSTICKER

“Nee”, zegt ze resoluut en pakt de meest rechtse agenda’s. ”Ik neem die twee zwarte agenda’s en deze blauwe niet.” Ik pak de agenda van haar over en zeg dat dit een zwarte agenda is. Het staat ook achter op de prijssticker. Zwart. “Oh”, zegt ze nu verrast. “Dan wil ik die u in uw hand heeft, samen met deze andere zwarte agenda.” Ik pak de agenda die ze aanwijst en zeg met een verborgen glimlach: “Dat is de blauwe uitvoering, mevrouw.”

BLAUW

Ik draai hem om en laat de prijssticker zien. Onder de prijs staat keurig: Blauw.

BALLETJE-BALLETJE

Het begint een beetje op het illegale spelletje Balletje-Balletje te lijken waarmee onschuldige toeristen op straat worden bedonderd met drie omgekeerde bekers en een balletje. Onder welk bekertje ligt het balletje en win het geld dat op tafel ligt.

In mijn winkel spelen wij dat nu blijkbaar met agenda’s.

BESMETTELIJK

“Ben ik nou kleurenblind aan het worden?”, vraagt de vrouw zich hardop af. Ik leg wederom uit dat het verschil tussen donderblauw en zwart onder kunstlicht bijna niet te zien is. “Van die blauwe variant heb ik er nog een stuk of vijf, dus misschien is dat een idee?” Ze moet er even over nadenken. “Zwart is wel mooier voor een agenda”, zegt ze tenslotte. “Minder besmettelijk ook.” Ik knik, maar vraag mij af of iemand op kantoor het ook maar iets kan schelen.

GEDACHTEN

“Misschien kan niemand het iets schelen”, zegt ze plotseling. Alsof ze mijn gedachten kon lezen. “Doe maar drie blauwe.” Ik loop naar de tafel en pak nog twee blauwe kantooragenda’s. “Gewoon zeggen dat ze zwart zijn, dan geloven ze u direct.” Ze moet er samenzweerderig om lachen. Ik scan de agenda’s en reken bijna tweeënveertig euro met haar af. Ik doe het bonnetje er keurig bij. Toch weer bijna zeven euro om terug te vorderen van de belastingdienst.

SPANNEND

Mijn klant heeft inmiddels de slappe lach.

“Spannend hoor”, zegt ze tegen mij….

Column: Agenda Meer lezen »

Column: Buat

 

Een oudere man komt zuchtend bij de kassa. “Is hij er al?”, vraagt hij aan mij. De blik in zijn ogen maakt duidelijk dat hij eigenlijk alweer rekent op een negatief antwoord. Hij loopt zelfs al bijna richting de deur terwijl de laatste letters van zijn vraag nog over zijn tong rollen. Hij komt al een aantal jaar bij ons in de winkel informeren naar hetzelfde boek. Hij hoeft niet eens meer om de titel te vragen. Ik weet waarop hij wacht, maar ik moet hem iedere keer teleurstellen.

MUSCH

In de zomer van 2018 kocht hij het eerste deel van de Johan de Witt trilogie, een historische roman van Jean-Marc van Tol. Behalve een uitstekende auteur ook bekend als één van de drie geestelijke vaders van Fokke & Sukke. “Musch” verkocht bij ons in Almere-Haven heel aardig en zag er in de gebonden uitvoering ook zeer goed uit. Het wekte de belangstelling van veel mensen met interesse in geschiedenis. Zo ook van de man die nu bij mijn toonbank staat.

CORONA

Na het lezen van deel 1 wilde hij zo snel mogelijk verder met het tweede deel, “Buat”. Mede door corona liet het boek echter langer op zich wachten. Ik had al eens contact gehad met Jean-Marc en die gaf aan dat hij nog niet echt een definitieve datum wist. Een boodschap die ik toen direct doorgaf aan mijn klant. Inmiddels wist ik echter dat het tweede deel half november dan eindelijk zou gaan verschijnen.

ONGELOOF

“Over twee weken heb ik hem”, roep ik mijn klant dan ook na, terwijl ik alleen zijn rug nog zie.

Hij staat meteen stil. “Echt waar?”, vraagt hij met enig ongeloof. Bang dat ik hem misschien in de maling neem. Hij ziet mij er duidelijk voor aan. Zelfs ik zal echter niet een trouwe klant na vijf jaar wachten geheel ten onrechte blij maken met een dode mus.

“Echt waar”, zeg ik. “Het boek staat op punt van verschijnen.”

SPRAKELOOS

Van de auteur kreeg ik een mailtje met alle boekwinkels waar hij zijn nieuwe roman zou komen promoten. De Grand Tour van Jean-Marc van Tol. Van zaterdag 11 november t/m zondag 10 december. Alles was in kannen en kruiken. Mijn klant kijkt mij sprakeloos aan. Een grote glimlach op zijn gezicht. Een kleine traan in zijn linkeroog. “Het zal ook wel eens tijd worden”, zegt hij. Hij ziet er meteen vijf jaar jonger uit.

ENTHOUSIAST

“Ik ga vandaag meteen beginnen met het opnieuw lezen van dat eerste deel”, zegt hij enthousiast. “Dan kan ik daarna in één keer door met het tweede boek.”

FLUITEND

Het klinkt als een plan. Ik vertel hem dat ik zijn telefoonnummer nog heb en hem meteen zal bellen als het boek door ons ontvangen is. “Fantastisch”, zegt hij en verlaat bijna fluitend de winkel. Heel even lijkt het erop dat hij een vrouw die ook naar de uitgang loopt van enthousiasme een ferme tik op haar kont gaat geven.

In de tijd van Johan de Witt zou hij daar absoluut mee zijn weggekomen….

Column: Buat Meer lezen »

Column: Reserveren

Een vaste klant komt de winkel in op zoek naar een boek voor haarzelf. De vorige keer heeft ze ‘Daar waar de rivierkreeften zingen’ gekocht. Een boek dat blijkbaar goed is bevallen. Mijn collega laat de meest recente romans van Tommy Wieringa en Adriaan van Dis zien. Maak het maar lekker makkelijk. Twee bestsellers van twee bekende auteurs. Ze vraagt dan ook nóg een stukje advies: welke moet ik nemen? Mijn collega adviseert ‘Nirwana’ van Wieringa. Nadat ze snel even de achterkant heeft gelezen, besluit ze het boek te kopen. Ze loopt richting de toonbank en rekent het boek bij mij af.

SHELLEY READ

Zelf zou ik “Ga als een rivier” van Shelley Read hebben geadviseerd, maar Wieringa is natuurlijk ook prima.

DOG MAN

“Ik las in je column dat de nieuwe Dog Man binnenkort gaat verschijnen. Moet ik die reserveren of krijg je er genoeg?” Klanten die mijn columns lezen hebben altijd een streepje voor. Ik vertel dat wij er genoeg krijgen. Ondanks de klant uit Hilversum waar ik onlangs over schreef, verwacht ik geen rijen voor de winkel met kinderen die deel elf komen kopen. Dog Man is echter wél een van de meest populaire series van dit moment, die bij ons het succes van onder andere ‘Het leven van een loser’ ruimschoots heeft overtroffen. Naast de boeken verkopen wij ook balpennen, gummetjes en potloden van Dog Man.

TOMMY WIERINGA

In mijn hoofd maak ik de aantekening om een exemplaar van deel elf voor haar te reserveren. Je weet het tenslotte maar nooit. We maken nog een kort grapje over de man uit Hilversum en ik vertel haar dat ik binnenkort misschien een column ga schrijven over een vrouw die het nieuwe boek van Tommy Wieringa heeft gekocht. Ze kan er gelukkig om lachen. “Wel een aardige hoor”, zegt ze er toch nog even voor de zekerheid bij.

WIM SONNEVELD

Nou probeer ik eigenlijk altijd aardige columns te schrijven, alleen leent de situatie zich daar niet altijd voor. Sommige situaties die zich voor de toonbank of elders in de winkel afspelen zijn simpelweg te leuk of te bijzonder om niet op te schrijven. Iedereen die in een winkel werkt zal dat waarschijnlijk wel bevestigen. Niet iedereen schrijft het op, maar veel zullen de situaties wel degelijk herkennen. “De humor ligt op straat”, zei Wim Sonneveld ooit in een mooie sketch. Ik kan iedereen verzekeren dat die ook op de winkelvloer ligt.

SOCIALE MEDIA

Veel columns van mij zijn echter niet echt te herleiden naar één persoon. Doorgaans is het een combinatie van meerdere klanten en verschillende situaties. Dat maakt van het schrijven ook wat meer een uitdaging, om het allemaal aan elkaar te kunnen knopen in de zelfopgelegde beperking van vijfhonderd woorden. Het is niet de bedoeling dat iemand zich er letterlijk in kan herkennen. Hoewel het in sommige situaties niet altijd te voorkomen is. In dat geval is het gewoon te hopen dat die meneer in Hilversum ons niet op sociale media volgt.

BESTELBLOK

Dog Man elf reserveren.

Ik noteer het in ons bestelblok bij de kassa.

 

Column: Reserveren Meer lezen »

Column: Sokjes

Drie jongens van een jaar of zestien lopen als een treintje door de winkel. Achter elkaar. Het is ongeveer 26 graden buiten en in de winkel misschien nog een graadje warmer. Ze hebben alle drie een baseball cap op hun hoofd, met daaroverheen de muts van hun hoodie en voor alle zekerheid ook nog de capuchon van hun gewatteerde jas.

BROEKSRIEM

Ondanks de vele kleren proberen ze zo cool mogelijk over te komen en ik verbaas mij dat ze ondanks alles tóch nog vergeten zijn om een broeksriem door de lusjes van hun spijkerbroek te halen. Met name de achterste jongen doet bijna wanhopige pogingen om zijn broek omhoog te houden.

GANGSTER

Boven de rand van hun sportschoenen zijn steeds even witte sokjes te zien. Hoewel ze duidelijk als een soort gangster willen overkomen, zorgen die sokjes voor een bijna vertederend beeld. Ze proberen de illusie te wekken dat ze als stoere mannen met hun blote voeten in hun schoenen zijn gestapt. Die sokjes willen echter niet meewerken. Het maakt duidelijk dat ze vooral geen zere voeten willen krijgen.

HEUPEN

Na iedere derde of vierde stap zakt hun broek weer naar beneden en zijn de witte sokjes eventjes uit het beeld verdwenen. In plaats daarvan zijn felgekleurde onderbroeken te zien met allerlei flitsende patronen. Ongetwijfeld van een voor de jeugd zeer bekend en gewild merk. Snel trekken ze hun jeans weer naar boven in de hoop dat ze eventjes wat langer rond hun heupen blijven hangen. Waardoor de witte sokjes weer te bewonderen zijn.

Het ritje door de winkel komt bij de toonbank tot stilstand.

VERTAALMACHINE

“Toto zetten?”, vraagt één van de jongens. De vertaalmachine in mijn hoofd maakt er een echte zin van en ik begrijp dat hij op wedstrijden wil gokken. Maar helaas voor hem hebben wij geen loterijen. “Misschien kan je het verderop bij de sigarenwinkel scoren”, doe ik een dappere poging om even met een streetwise antwoord te komen. Ze kijken mij echter aan alsof ik een andere taal spreek.

“Huh?”

BAKKER

Ik vertel nu in normale woorden dat ze bij de sigarenwinkel verderop wel loten verkopen. Voorbij de busbaan, naast de bakker.

“De bakker?

Kan je daar Toto zetten?”

BUSBAAN

Ze kijken mij nu allemaal met verbazing aan. Ik weet zeker dat ik niet gezegd heb dat je bij de bakker kan gokken, maar dat is blijkbaar wat ze hebben opgevangen. Als ik nogmaals wil uitleggen dat ze bij de winkel náást de bakker moeten zijn, is het treintje alweer in beweging gekomen en lopen ze achter elkaar naar de uitgang. In plaats van linksaf richting de busbaan, lopen ze naar rechts en haal ik mijn schouders op.

ZWEETDRUPPELS

Tien minuten later zie ik ze weer opnieuw voorbijlopen, nu de goede kant op. Ze zijn niet even snel naar huis gegaan om een broekriem te halen en de witte sokjes floepen nog steeds op komische wijze tevoorschijn. Bij de voorste jongen zie ik de zweetdruppels op zijn voorhoofd staan.

KASSA

Achter de kassa trek ik bijna automatisch mijn broek een stukje omhoog.

 

Column: Sokjes Meer lezen »

Scroll naar boven