web analytics

Column

Column: Rutte

Foto: Isaac Mehegan op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Beste meneer Rutte, ik begon in oktober 2013 een boekwinkel in Almere-Haven, als derde eigenaar van de oudste boekwinkel van Almere in de eerste winkelstraat van deze nieuwe stad. De winkel was al enige tijd dicht toen ik de deuren kon openen en het was een enorme klus om de verloren klanten weer langzaam maar zeker terug te winnen. Het was een rit met pieken en diepe dalen.

De lening bij de bank drukte fors op mijn schouders en jarenlang kon ik er niet de winkel van maken die ik bij de start voor ogen had. In 2018 leek het zelfs voorbij te zijn. De schulden liepen op en een faillissement leek onafwendbaar. Bijna uit het niets begon in 2019 de ommekeer. Met hulp van MKB Doorgaan en Qredits kreeg ik de financiële middelen om er echt mijn winkel van te maken.

Hobbels

Ook in 2019 moesten wij een paar flinke hobbels nemen, maar dankzij de omzet van de decembermaand werd de basis gelegd voor een geweldig 2020. Eindelijk zat alles mee en iedere week veranderde de winkel meer in een echte boekwinkel. De klanten in Almere-Haven zagen het gebeuren en lieten blijken er bijzonder blij mee te zijn. Met een drukke PostNL balie en een servicepunt van de bank waren wij in 2019 en 2020 een belangrijke pijler in het plaatselijke winkelcentrum. Om maar te zwijgen van de boeken en tijdschriften. De wenskaarten en kantoor- en schrijfwaren. De problemen lagen eindelijk achter ons en de toekomst zag er geweldig uit. Iedere euro die ik verdiende werd besteed om de winkel verder vooruit te helpen en de schulden zoveel mogelijk af te lossen. De focus was volledig gericht op de maand december van 2020. De kroon op ons werk. Het moest de financiële basis leggen voor de komende jaren. Iedere stuiver werd daarvoor gebruikt. De vooruitzichten waren geweldig.

Essentieel

Toen besloot u dat vanwege corona de winkels moesten sluiten. Net als heel veel Nederlanders begreep ik de lock down. In mijn winkelstraat was ik echter zo’n beetje de enige die de deuren moest sluiten. De opticien mocht open, de snackbar had een afhaalloket, de viswinkel mocht blijven verkopen, de dierenwinkel ook, net als de chocolaterie, de Turkse bakker en de kaaswinkel. De drogist had het enorm druk met essentiële pakken printpapier, cartridges, goedkope boeken en spelletjes. De supermarkt verkocht boeken en tijdschriften. Allemaal producten die ik ook had maar niet mocht verkopen. Het deed zeer maar ik deed mijn best om het te begrijpen.

Noodpakketten

Er werden door uw kabinet noodpakketten aangekondigd. Omzetverlies werd goedgemaakt. Loonkosten werden vergoed. Voorraad die moest worden afgeschreven werd voor een deel gecompenseerd. Maar wat blijkt: ik kom voor al die mooie regelingen niet in aanmerking omdat 2020 voor mij elf maanden lang een fantastisch jaar is geweest. Dat ik een groot deel van mijn schulden had afbetaald en volledig had geïnvesteerd in de maand december, zorgde ervoor dat ik geen pot met goud achter de hand had om de omzet van de feestdagen te kunnen missen.

Kapot

Ga ik nu echt failliet omdat ik in 2019 en 2020 de weg naar boven heb gevonden? Zijn de noodpakketten niet juist voor de winkels die noodgedwongen moesten sluiten? Hoe is het mogelijk – en eerlijk gezegd: waar haalt u het lef vandaan – dat u mij dwingt om ruim honderdduizend euro in te leveren en vervolgens te zeggen dat de noodlottige gevolgen volledig voor mijn eigen rekening zijn? Wie krijgen dan dat geld uit die noodpakketten? Waar zijn die voor bedacht? Alleen maar voor de winkels die als essentieel werden gezien tijdens de lock down? Hoe kan het zijn dat de overheid mij laat stikken? Dat een eigen bedrijf kapotgaat omdat u mijn deuren heeft gesloten. Miljarden zegt u uit te geven om de retail te redden. Welke grote bedrijven krijgen dat dan op hun rekening gestort? Almere-Haven had een goedlopende boekwinkel. Opgebouwd met bloed, zweet en tranen. Kapotgemaakt als dank voor het harde werken. Je mag niet oogsten en voor de rest zoek je het maar uit. Vertel mij eerlijk, meneer Rutte. Is dat rechtvaardig? Kan u daar ’s nachts van slapen?

Ik niet, meneer Rutte. Ik ben kapot.

 

Column: Rutte Meer lezen »

Column: Grens

Foto: Chuttersnap op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Ik mag alleen maar open om postpakketjes te versturen en pakketjes uit te reiken. Bij het Kruidvat vrijwel naast mijn winkel staat een rij tot voorbij de busbaan. Mensen lopen naar buiten met pakken printpapier, cartridges, batterijen, kerstkaarten, speelgoed en afgeprijsde boeken. Allemaal producten die ik ook in mijn winkel heb liggen maar die ik niet mag verkopen. De helft van de mensen die buiten in de rij staan te wachten zijn klanten van mijn winkel. Je kan het ze niet kwalijk nemen.

Essentieel

De supermarkt verkoopt acht soorten kaas en twaalf soorten vis, maar toch mogen kaas- en viswinkels open. Zelfs de chocolaterie in mijn straat mag open, net als de stomerij die ook door mag gaan met reparaties en de verkoop van ritssluitingen. De slijterij is open, want je moet toch dronken kunnen worden in tijden van corona. Essentieel. Bij de snackbar mag je frikandellen, friet en hamburgers bestellen en ophalen. Mijn boeken staan vanuit de etalage met onbegrip toe te kijken. Waarom mag je daar niet voor bellen en ze ophalen? De winkel is tenslotte open voor die postpakketjes die zo essentieel zijn. Nagellak uit China. Hoe kan je kerst vieren zonder slippers voor vier euro uit Taiwan? Essentieel.

Onbegrip

Ik gun het alle winkels die wel open mogen van harte. Ik ben niet bitter. Wel heb ik bergen met onbegrip richting het kabinet. Er zijn steunpakketten, maar ik kom er niet voor in aanmerking. Mijn omzet was beter dan vorig jaar. Dan maakt het niet meer uit dat je ruim honderdduizend euro mist in de maand december. Die gelijk staat aan vier normale maanden en waar ik de rest van het jaar op moet teren. Dat je nog voor duizenden euro’s aan rekeningen krijgt voor al die kalenders, agenda’s, kerstkaarten en kerstartikelen die je op 19 januari volgend jaar in de vuilnisbak moet gooien.

Baldacci

Ik krijg met moeite een glimlach op mijn gezicht als ik postpakketten moet uitreiken. Het zijn mijn klanten dus ik doe mijn best. Ik krijg er nauwelijks een vergoeding voor en kan als dank voor het openblijven niet eens de stroom betalen die nodig is om in ieder geval een klein deel van mijn winkel te verlichten. Buiten op straat is het hier stampend druk. Er lopen zelfs muzikanten langs de winkels om de sfeer nog extra te verhogen. Twee mannen blazen op een trompet. Zijn dat geen superverspreiders? Werkelijk alles is te koop. Behalve de boeken in mijn winkel. Inmiddels is het bekend dat een heel groot deel van de boekwinkels met een PostNL balie per direct gaan sluiten. Het kan toch niet zo zijn dat wij open gaan vanwege die pakketjes uit China? Zijn alle boeken vanuit de grote spelers online zo veel belangrijker dan de boeken die ik verkoop? Is die nieuwe Baldacci online essentiëler dan die ik met veertig exemplaren heb ingekocht en zelfs al heb betaald? Die ik af kan schrijven omdat ik mijn winkel niet mag openen? Waar ik ook geen vergoeding van de overheid voor krijg omdat ik in november meer boeken heb verkocht dan vorig jaar. Terwijl het verkopen van een boek véél minder tijd kost dan het uitreiken van een pakket met een boek. Zoeken in magazijn, uitscannen, legitimatie vragen, invoeren, klant laten tekenen en pakketje met boek uitreiken. Hoe eerlijk is het dat het mij nóg meer geld kost omdat ik duizenden pakketjes moet terugsturen naar Zalando, H&M, C&A en weet ik veel wie nog meer? En dan ook nog eens vriendelijk moet zijn tegen die mevrouw die zegt dat het schandalig is dat ze gisteren om half zes voor een gesloten deur stond?

Printpapier

Ik begrijp een lockdown, maar ik zie hem alleen niet. Bijna alles is open. Alles is essentieel. Ik zie massa’s mensen langs mijn winkel lopen. Die hebben zin in de feestdagen. Kopen van alles in mijn winkelstraat. De boeken doen ze wel online. Nu nog hopen dat ze thuis zijn als ze het gaan bezorgen. Anders is er misschien nog een winkeltje in Joure waar je dat boek kan ophalen. Het meest boos ben ik om het feit dat deze lockdown niet gaat werken als je zo veel mensen op straat blijft zien. Waardoor de kans groot is dat ik op 19 januari nog steeds niet mijn deuren mag openen om te redden wat er te redden valt. Mijn hart bloed voor de horeca, die ik altijd al begreep. Nu meer dan ooit.

De grens is voor veel boekwinkels nu wel bereikt. Een groot deel zal na 19 januari mogelijk niet eens meer bestaan. Met een beetje geluk hebben ze bij het Kruidvat dan nog wat printpapier.

 

Column: Grens Meer lezen »

Column: Lockdown

Foto: Glen Carrie op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Ik begrijp best dat er iets moet gebeuren, maar deze maatregelen snap ik toch niet helemaal.

In mijn winkelstraat: de opticien mag open, de snackbar daarnaast mag open voor afhaal, de viswinkel ook. De dierenwinkel mag ook open, net als de stomerij en de kaaswinkel. Ook de Turkse bakker mag open, evenals de drogist. Twee winkels moeten dicht: de winkel met damesmode en de boekwinkel. Ik heb echter ook een PostNL balie en een ING servicepunt. Die mogen wel open blijven, maar de klanten die daarvoor dwars door mijn winkel moeten lopen, mogen geen boeken, wenskaarten en tijdschriften kopen.

De supermarkt in de volgende straat mag uiteraard wel open. Vanwege de levensmiddelen. De klanten die daar komen kunnen ook gewoon boeken en tijdschriften meenemen. De drogist mag open als essentiële winkel maar kan ook gewoon speelgoed, nagellak, snoepgoed, staatsloten en armbandjes verkopen. Ik mag alleen open voor PostNL en ING. Ik mag klanten niet hun telefonische bestellingen laten ophalen in mijn winkel. Ik ben tenslotte geen snackbar. Of viswinkel. Ik mag ze echter wel hun bij Bol en Amazon bestelde boeken laten afhalen. Kledingswinkels moeten dicht maar bij mij kunnen ze hun kleding van Zalando, H&M en weet ik veel wie komen afhalen. En een dag later weer retoursturen. En de volgende dag weer afhalen. En vrijdag weer retoursturen….

Obama

Ze mogen niet, als ze in de lange rij met post versturende en pakketjes ophalende mensen op hun beurt wachten, even een boek afrekenen. Die moeten ze online bestellen…. en de volgende dag als pakketje bij mij afhalen. Ik ga dus vijf weken mijn klanten in mijn boekwinkel hun boeken zien kopen bij Bol en Amazon.

Ik begrijp dat er iets moet gebeuren, maar dit is vreemd, krom en oneerlijk. Gooi dan alles twee weken dicht, met uitzondering van de supermarkt en de apotheek. Dan kan alles op 1 januari mogelijk gewoon weer open. Buiten op straat is het bij de 80% van de winkels die gewoon wél open mogen net zo druk als gisteren. Bij mij zijn ze boos dat ze het boek van Obama zien liggen maar het niet mogen kopen.

“Ik bestel het dan wel online”, bijt een vaste klant mij toe. Alsof het allemaal mijn schuld is… Tijd om het uit te leggen krijg ik niet. De eerste klant die ik over vijf weken waarschijnlijk nooit meer in mijn winkel zal zien.

 

Column: Lockdown Meer lezen »

Column: Toko

Foto: Paul Melki op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Carel Bikkers was de eerste directeur van Audax die zich CEO liet noemen. De meeste van ons hadden daar nog niet eerder van gehoord maar vandaag de dag struikel je bijna over allerlei Amerikaanse afkortingen die iedereen duidelijk moeten maken hoe belangrijk de persoon in kwestie wel niet is. Chief Executive Officer. The Big Guy. Qua functie dan, want in lengte is Carel Bikkers niet zo groot.

Carel Bikkers

Mijn contact met Bikkers was niet echt veelvuldig. We hebben met z’n tweeën eens een kop koffie op Schiphol Plaza gedronken waarbij hij mij wat goedbedoeld vaderlijk advies gaf. Ik heb een aantal vergaderingen met hem gehad in Gilze maar zag en sprak hem voornamelijk op zogenaamde filiaalhoudersdagen. Ergens in het land, in een grote zaal, werden wij dan toegesproken door Carel Bikkers en de toenmalige directeur van AKO. Omzetcijfers, toekomstplannen, bewegingen in de markt. Noem het maar op. Met na afloop een diner en vervolgens weer naar huis.

Pilotstore

Wat mij van Carel Bikkers het meest is bijgebleven is zijn definitie van een winkel. Een toko op een hei met planken aan de muur. Meer was het volgens hem niet. Je kon een dure formule verzinnen en allemaal theorieën ontwikkelen over looprichtingen en klantbeleving, maar uiteindelijk was het een hut met planken. Er waren winkelorganisaties die niets anders deden dan pilotstores openen. Iedere winkel werd een glimp van de toekomst. Zo gaat onze formule zich de komende jaren ontwikkelen. Deze kleuren, deze accenten, deze manier van presenteren. Een jaar later was het weer achterhaald, want plotseling stond er ergens een nieuwe toko op een stuk grond met weer hele andere planken. In plaats van een formule met 100 identieke winkels had je dan een keten met allemaal verschillende vestigingen die het blijkbaar stuk voor stuk nét niet waren. Soms was het dan ook niet zo heel moeilijk om je voor te stellen dat een bepaald winkelbedrijf om de zoveel jaar werd overgenomen door een nieuwe eigenaar omdat de vorige het geld niet meer had om wéér een pilotstore te bouwen.

Schiphol

Zover ik het heb begrepen had Carel Bikkers niet zo heel veel met een formule. Ik was het lang niet met alles eens wat hij vertelde of bedacht, ongetwijfeld wederzijds, maar over die hut met planken heb ik nooit lang hoeven nadenken. Op Schiphol was ik ooit verantwoordelijk voor achttien winkels. Niet één daarvan leek op de ander. Totaal verschillende winkels qua interieur, looprichting en indeling. Er waren steeds andere architecten, steeds weer nieuwe voorschriften van de luchthaven en vooral het besef bij mij dat het voor de omzet en het succes van de winkel geen donder uitmaakte of de winkel wit, zwart of rood was. Zolang je maar extra diepe planken had voor de tijdschriften, genoeg ruimte voor de bulktitels en platte tafels voor de boeken. Verder een toonbank met genoeg ruimte voor één, twee of drie kassa’s, afhankelijk van waar de winkel werd gebouwd. Nog nooit bleek een winkel minder omzet te draaien waarbij de schuld werd gezocht in de kleur van het onderstel van een bepaalde wenskaartenmolen.

Broese

Een winkel moet mooi zijn, schoon, overzichtelijk. Natuurlijk is de ene hut de andere niet. Kijk weer naar Broese in Utrecht. Dat is met recht een Hut met de hoofdletter H. De omzet was echter niet anders geweest als er zwarte poten onder een zilveren boekentafel hadden gezeten. Wel als ze de helft minder boeken op voorraad hadden of niet voldoende ruimte overgelaten om langs de tafels te lopen. Hoe ruimer je hut hoe makkelijker het is om dat te realiseren.

Wirwar

Mijn eigen stukje grond in Almere-Haven is een wirwar van verschillend interieur. Een mooie toonbank van The Read Shop. Een oude tijdschriftenwand van de Plantage boekwinkel. Die doet gewoon zijn werk. Boekenkasten die ik heb besteld bij IKEA en vervolgens zelf in elkaar heb geknutseld. Een tweedehands kaartenwandje van Hallmark. Niets pas 100% bij elkaar maar in z’n totaliteit oogt het geweldig. Ik ben al zeven jaar trots op die toko op dat mooie stukje grond. Op iedereen die er werkt. Mijn eigen formule. En nog succesvol ook! Want dat is waar het uiteindelijk om gaat. De mensen die de winkel runnen. Met de voeten in de klei.

 

 

Column: Toko Meer lezen »

Daphne 06: Grijs

Foto: Cas Holmes op Unsplashed – Gebruikt met toestemming

Zonder dat ik het zag sloop Daphne de winkel binnen. Ze verstopte zich achter de lage wand met wenskaarten en vervolgens kroop ze naar de zijkant van het kassameubel. Toen ik mij half omdraaide naar de deur, sprong ze plotseling naar voren. Ik schrok mij het bekende hoedje. 

“Je schrok”, riep Daphne meteen van pret. “Ik zag het.” Je hebt gelijk. Ik ben in één keer helemaal grijs van de schrik. “Niet waar, dat was je al.” Dat klopt, maar nog lang niet zo grijs als ik nu ben. “Je bent niet grijs”, zegt ze meteen. “Je haar is helemaal wit.” Ook dat nog. Zo zie je maar hoe gevaarlijk het is om iemand te laten schrikken. Daphne komt niet meer bij van het lachen. Haar dag kan niet meer stuk. Het is verbazingwekkend hoe vrij en vrolijk dat stille en verlegen meisje is geworden, dat een paar maanden geleden hier nog stamelend om hulp vroeg bij het uitzoeken van een boek. Ze moest een boekbespreking houden maar wilde graag dat wij hielpen met het zoeken naar het beste boek. Vanaf dat moment komt ze hier regelmatig en heeft ze al besloten dat ze na haar studie bij ons komt werken.

Kinderachtig

“Mama komt straks ook en ik mag alvast twee boeken uitzoeken voor de kerstvakantie. We gaan over drie weken met de auto naar Amersfoort en mogen dan een week in het huis van mijn oom en tante wonen.” Dat klinkt geweldig en vakantie in eigen land is een goed idee. Ik vraag aan Daphne of ze al weet wat ze wil kopen. “Ja, iets stoers”, zegt ze meteen. “Iets met vechten of met ridders. Een avontuur.” Meen je dat nou? Dat is heel wat anders dan de dagboeken van een muts. “Ik ben al tien jaar”, zegt ze fel. “Ik wil niet meer zoveel kinderachtige boeken lezen.”

Grijze jager

Daphne is inderdaad al tien jaar. Daarnaast kan ze ook nog eens heel goed lezen. En de meeste boeken uit de serie van een Muts en de Boomhut heeft ze al gekocht. Misschien is de Grijze Jager wel iets voor haar. Ik laat haar de plank met alle boeken van John Flanagan zien en ze gaat meteen op haar knieën voor de kast zitten. “De Grijze Jager”, hoor ik haar zeggen en meteen daarna begint ze zachtjes te lachen. Een binnenpretje. Ik laat haar alleen, loop weer richting de toonbank en zie dat haar moeder al in aantocht is.

De ruïnes van Gorlan

Bij de kassa help ik een aantal mensen. Voornamelijk het afrekenen van puzzelbladen, kranten en omroepgidsen. In de ochtend verkopen wij voornamelijk wenskaarten en tijdschriften, alsof de boekenmensen wat langer uitslapen. De moeder van Daphne staat nu ook bij de boeken van de Grijze Jager en samen met Daphne is ze aan het overleggen. Ze heeft het eerste deel van de serie in haar handen, De ruïnes van Gorlan, en ik zie dat ze twijfelt of het wel iets voor haar dochter is. Daphne stampt met een voet op de vloer alsof ze niet met woorden kan uitleggen waarom ze juist deze serie graag wil lezen.

Fluisterend

Ik loop hun kant op en vraag of ze hulp nodig hebben. “Is dit niet te eng voor haar?”, vraagt de moeder van Daphne. De tienjarige kijkt haar moeder aan met een blik welke zowel schaamte als ongeloof kan uitdrukken. Nee hoor, zeg ik geruststellend. Het is een hele leuke serie voor kinderen vanaf een jaar of tien en ook veel volwassenen beleven er plezier aan. Ik heb de serie ook voor een groot deel gelezen. “Zie je wel, mama?”, zegt Daphne. “Ik ben al tien en ik wil het heel graag lezen.” Haar moeder gaat meteen overstag. Ze weet dat wij een zwak hebben voor haar dochter en geen fout advies zullen geven.

“Neem dan ook maar meteen deel twee”, zegt ze tegen Daphne. Met stralende ogen graait ze ook die van de plank. Met z’n drieën lopen we naar de toonbank. Ik vraag met een knipoog of het cadeautjes zijn. Daphne steekt haar tong naar mij uit en als ze na het afrekenen met haar moeder naar de deur loopt, kijkt ze even achterom. “Grijze plager”, zegt ze fluisterend en rent vervolgens haar moeder achterna.

 

Daphne 06: Grijs Meer lezen »

Column: Storm

Foto: Jonas Kaiser op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Retail is detail. Een leuk rijmpje maar ook een harde waarheid. Retail is ook het bewaken van de grote lijnen. Het najagen en realiseren van dromen. Van vooruit kijken en de kansen grijpen wanneer die zich aandienen. Anno 2020 is het ook een ingeslagen weg waarop je bijna niet meer kan omkeren. Eenmaal begonnen moet je door, tot het bittere eind. Als ik straks op mijn zevenenzestigste – of wat tegen die tijd dan ook de gangbare leeftijd mag zijn – met pensioen wil, dan kan ik dat zo goed als zeker vergeten.

Minister-president

Sterven in het harnas. Dat is een meer realistisch scenario. De opbouw van mijn pensioen is gestopt toen ik uit loondienst kwam en een deel daarvan zal inmiddels wel verdampt zijn vanwege slechte investeringen van het pensioenfonds. Het is als zelfstandig ondernemer vooral hopen dat je gezond blijft, dat je winkel goed blijft draaien en dat het je tot op hoge leeftijd blijft lukken om ’s ochtends vroeg je bed uit te komen met het besef hoe je heet en wie de minister-president van Nederland is.

Feestdagen

Eigenaar van een winkel zijn is niet altijd makkelijk Je staat vrijwel de hele dag op je benen. Vakantie is in mijn geval nooit mogelijk. Je kan niet of nauwelijks verslappen. Als er problemen zijn dan neem je die ook nog eens mee naar huis. Gelukkig gaat het al ruim twee jaar zeer goed. Het plezier neemt daardoor alleen maar toe en plotseling lijkt het fysiek ook een stuk makkelijk te gaan. Hoe zal dat echter in de komende maanden gaan? Vanwege corona gaan veel bedrijven failliet. Je zal maar ooit een café of een restaurant zijn begonnen. Wat staat ons nog allemaal te wachten? Hoe gaan de feestdagen er uitzien? Gaan wij die broodnodige recordomzetten halen in december? Als duizenden mensen straks vanwege corona mogelijk hun baan verliezen, dan zal de economie in de loop van volgend jaar een enorme dreun gaan krijgen. Een recessie van ongekende proporties. Wat gaat dat betekenen voor de bedrijven die corona wél overleven? In de kranten lees ik dat winkels misschien te maken gaan krijgen met omzetdalingen van meer dan 40%. Als mensen geen geld hebben kunnen ze ook niets uitgeven. Levensmiddelen krijgen voorrang en voor boeken en tijdschriften blijft dan mogelijk weinig meer over.

Oost-Souburg

Mijn vader begon op zeer jonge leeftijd als timmerman. Zijn vader was een plaatselijk bekende politieagent in Amsterdam en was getrouwd met een Zeeuwse die hem meer dan tien kinderen schonk. Niet zo heel lang geleden ontdekte ik dat mijn oma geboren is in Oost-Souburg, een klein vlekje op de landkaart, tussen Middelburg en Vlissingen. Op steenworp afstand waar vele jaren later mijn vriendin werd geboren. Astrid is de vrouw met wie ik oud hoop te worden en met wie ik samen in 2013 de winkel ben begonnen. Ik heb van een aantal dingen spijt in mijn leven. Dat ik niet op jongere leeftijd mijn eigen boekwinkel ben begonnen maar vooral dat ik Astrid niet eerder in mijn leven ben tegengekomen. Toen mijn vader een uitstekende timmerman bleek te zijn, kreeg hij een baan in het Binnengasthuis in Amsterdam. Een beroemd ziekenhuis dat een eeuwigheid geleden werd gesloten en min of meer opnieuw werd opgebouwd als het AMC in Amsterdam Holendrecht. Mijn vader was inmiddels hoofd van de Technische Dienst en kreeg in Zuidoost zijn kantoor. Vanuit Geuzenveld moest hij iedere dag door weer en wind op de fiets naar zijn nieuwe werkplek. Anderhalf uur heen en anderhalf uur terug. De metro was iets waarover de gemeente Amsterdam nog aan het nadenken was. Mijn vader was van de oude stempel. Doorzetten. Niet zeuren. Werken. Altijd doorgaan. Eigenschappen die ik grotendeels heb overgenomen.

Winkellandschap

Er komt een storm over Nederland. Retail krijgt het moeilijker dan ooit. Hoe zal het winkellandschap er over één of twee jaar uitzien? Wie gaan het overleven? Gaat alles straks echt alleen nog maar online? Niemand die het kan zeggen. Corona hakt erin met een botte bijl. Ik moet nog zeker vijftien jaar werken. Met de kracht van mijn vader zal ik voor mijn boekwinkel in Almere-Haven blijven vechten. Samen met Astrid. Schouder aan schouder. Met slechts één doel: deze winkel blijft overeind.

 

 

 

Column: Storm Meer lezen »

Column: Braadpan

Ik loop van de supermarkt in het centrum van Almere-Haven naar mijn winkel. Een paar meter voor mij loopt een vrouw met een telefoon tegen haar oor gedrukt. Ze praat zo te horen met een vriendin, die door de luidspreker in het mobieltje bijna woord voor woord is te verstaan. Ik hoor dat het gesprek gaat over een of ander handboek dat de vriendin heeft gelezen en dat een enorme impact heeft gehad op haar leven. De vrouw die voor mij loopt reageert met buitengewoon veel enthousiasme.

Kelly Weekers

“Ik ga kijken of ze het bij de boekwinkel ook voor mij kunnen bestellen.” Dat is mooi, denk ik en we lopen allebei de winkel in. Terwijl ik naar het magazijn loop om mijn broodjes met beleg op te ruimen, gaat de vrouw in de winkel op zoek naar het boek dat haar zojuist is aanbevolen. Terwijl ik even later richting de toonbank loopt, zie ik dat ze haar zoektocht al heeft opgegeven. Ze vraagt aan mijn collega of wij het voor haar kunnen bestellen. Het blijkt te gaan om ‘Happy Life Hacks 365’, een boek van Kelly Weekers met honderd tips & tricks voor een leuker leven. Deze hebben wij echter wel degelijk op voorraad en tevreden verlaat de klant de winkel met het boek waarvan haar vriendin zegt dat het haar leven veel mooier gaat maken.

Boter

Even later komt een andere vrouw de winkel binnen met een nog niet dicht geplakte doos van Zalando, een rol plakband, een balpen, een nietmachine, een schaar en een stapel papieren. Ze kijkt rond in de winkel, op zoek naar een plek om even te zitten. Als ze die nergens ziet, komt ze naar de toonbank en vraagt of ze haar pakket daar even mag dichtplakken en van de juiste stickers kan voorzien. Ook moeten er nog een paar retourformulieren worden ingevuld. Ik leg uit dat dit vanwege corona helaas niet kan. “Wij mogen mensen niet langer binnenhouden dan strikt noodzakelijk en als u bij de toonbank uw pakket gaat staan inpakken kan niemand er meer bij.” Ik ga ervan uit dat ze dit begrijpt. Iets met 1.50 meter. Overal in de winkel staat dit duidelijk aangegeven. Mevrouw kijkt mij met verbazing aan. “Waar moet ik het dán doen?”, vraagt ze beledigd. Ik stel voor om dat thuis te doen. Dat lijkt mij logischer dan je hele administratie mee te slepen naar de plaatselijke boekwinkel. “Belachelijk”, zegt ze luid. “Wie heeft dat nou weer verzonnen?”

Mondkapje

Normaal leg ik uit dat er in de wereld een virus is met de naam corona en dat die ontzettend veel slachtoffers maakt. Deze keer heb ik er geen zin in. Deze klant lijkt mij ook niet gevoelig voor de voorschriften van het kabinet. Ze heeft geen mondkapje en maakte geen gebruik van de mogelijkheid om bij de ingang haar handen te desinfecteren. “Het wordt steeds gekker in dit land”, foetert ze door en kijkt om zich heen op zoek naar iemand die het met haar eens is. De mensen in de winkel kijken haar echter overwegend hoofdschuddend aan. Bij een enkeling zie ik zelfs een blik van medelijden. Ze verlaat kwaad de winkel met de open doos van Zalando, haar rol plakband, de nietmachine, balpen, schaar en een dik pak papierwerk. “Zal ze straks met een braadpan en een klont boter naar de slager gaan?”, vraagt een man achter in de winkel.

Happy Life Hacks

Soms kan ik wel moe worden van mensen die denken dat de coronaregels niet voor hen zijn bedacht. Dat zij vrijstelling hebben gekregen om te doen en laten wat ze zelf willen. Die voorbijgaan aan het feit dat wij bij controle door handhavers enorme boetes kunnen krijgen en zelfs sluiting van de winkel riskeren. Op een rustig moment loop ik naar de kast met non-fictie boeken waar nog twee exemplaren staan van de Happy Life Hacks. Zal mevrouw Weekers de oplossing hebben? Weet zij een manier waardoor ik mij niet meer aan dit soort mensen ga ergeren? Ik lees het begin van de eerste pagina.

‘Nee, dit boek gaat je niet gelukkig maken en al helemaal niet 365 dagen per jaar.’

Ik zucht nog eens diep en loop weer langzaam terug naar de toonbank.

 

Column: Braadpan Meer lezen »

Column: Bolsward

Foto: Mark Timberlake op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Een ouder echtpaar staat bij de boekentafels en kunnen overduidelijk niet vinden wat ze zoeken. Ze maken een beetje ruzie en praten harder dan normaal. “Hoe heet dat boek dan?”, vraagt de man geïrriteerd. “Dat weet ik juist niet meer”, is het antwoord. “Hoe kan je het dan vinden?” De vrouw loopt een stukje weg van haar man en kijkt in de kast met vertaalde romans. Hij blijft hoofdschuddend staan en besluit te wachten op de dingen die gaan komen.

Roxane Van Iperen

Ik loop richting de vrouw en vraag of ik kan helpen. Ze kijkt mij dankbaar aan. “Ik zoek een boek dat laatst op televisie werd genoemd maar ik kan mij de titel niet meer herinneren. Het gaat over de oorlog.” Dat is niet zo heel veel informatie. Ik vraag of ze nog iets meer weet. “Volgens mij gaat het over een verwend nest”, bromt de man van afstand. “Niet waar”, zegt de vrouw geïrriteerd. “Het is een waargebeurd verhaal over de oorlog en het boek is ergens voor genomineerd. Ik weet alleen niet meer voor welke prijs.” Bij mij gaat een lampje branden. Ik loop naar de tafel, waar meneer nog staat. Met zijn hand leunt hij op een stapel boeken. Laat dat nou net het boek zijn dat ze zoeken. ’t Hooge Nest van Roxane van Iperen.

Yuval Noah Harari

“Ja, dat is hem”, zegt de vrouw enthousiast. Haar man kijkt opgelucht. Die was al bang dat ze de hele ochtend in de boekwinkel moesten zoeken naar een of ander boek. “Heb je ook het laatste boek van Oek de Jong”, vraagt zij nu, terwijl ze haar man negeert. Ik knik en loop naar de kast. Uiteraard. ‘De zwarte schuur’ is een bestseller geweest en verkoopt nog altijd gestaag. Een prachtig boek. Mevrouw slaakt een tweede vreugdekreetje en is nu niet meer te stuiten. “Een tijd terug was er bij Adriaan van Dis een Israëlische auteur met boeken over het ontstaan van de mensheid. Helaas ben ik vergeten hoe hij heet.” Yuval Noah Harari is inderdaad niet de makkelijkste naam om te onthouden. Ik loop naar de kast en laat zien waar zijn boeken staan. We hebben ze allemaal. ‘Sapiens’, ‘Homo Deus’ en ‘21 lessen voor de voor de 21ste eeuw’.  Ze pakt de eerste twee boeken uit de kast en voegt ze toe aan de stapel. “Allebei?”, vraagt haar man die van een afstand toekijkt. “Ja”, zegt zij. “Allebei. Het gaat over de oorsprong en de toekomst van de mens. Heel interessant. Er staat exact in waar wij allemaal vandaan komen.”

“Ik kom uit Bolsward”, zegt hij meteen. “Daar heb ik niet zo’n boek voor nodig.”

Jerry Seinfeld

Ze zucht en geeft geen antwoord. “Hij leest nooit iets”, zegt ze samenzweerderig tegen mij. “Ik heb genoeg pogingen gedaan, maar hij heeft er het geduld niet voor. Wel de hele dag naar de televisie staren, maar geen geduld om te lezen.”  Ze loopt samen met mij naar de toonbank om af te rekenen. Haar man komt ook weer in beweging. “Is het gelukt?”, vraagt hij hoopvol. Hij krijgt van haar nog steeds geen antwoord. Als hij langs het meubel loopt met nieuwe titels valt zijn blik op een boek van Jerry Seinfeld. Een verzameling van zijn beste werk van de afgelopen vijf decennia. “Hé, die man ken ik van de televisie”, zegt hij enthousiast. Hij pakt het boek op en begint het door te bladeren. Zijn vrouw ziet het vol verbazing gebeuren. “Kijk nou eens”, fluistert ze. “Hij heeft een boek in zijn handen.”

Verbijstering

“Deze wil ik wel lezen”, zegt hij met een grote grijns. “Jerry Seinfeld, weet je nog lieverd? Hij had vroeger die show waar wij naar keken. En die serie met die oude auto’s. Lachen.” Hij laat het boek aan zijn vrouw zien. “Lekkere grote letters ook.” Zij is met stomheid geslagen en kan geen woord uitbrengen. “Hoeveel krijg je voor al die boeken?”, vraagt hij aan mij. Ik scan ook het boek van Seinfeld en kom op ruim honderd euro. Hij rekent af met zijn pinpasje en pakt de papierentas met boeken van mij aan.

“Kom je lieverd?”, vraagt hij aan zijn vrouw.  Terwijl hij naar de deur loopt staat zij nog in totale verbijstering bij de toonbank.

 

Column: Bolsward Meer lezen »

Column: Berlijn

Een klant staat bij de kassa met een Voetbal International, de drie losse delen van de Rebound trilogie van Willem Asman en de gebonden Berlijnse Trilogie van Philip Kerr. “Ik twijfel een beetje over die omnibus van Kerr”, zegt hij, terwijl hij de boeken op de toonbank legt. “Ik heb er wel eens iets over gehoord, maar ik ben niet zo’n liefhebber van boeken over de Tweede Wereldoorlog. Heb jij deze gelezen?”

Philip Kerr

De Berlijnse Trilogie van Philip Kerr. Ik kijk mijn klant aan en vraag mij af waar ik moet beginnen. Ik heb Kerr persoonlijk gekend. Niet dat we op verjaardagen kwamen, maar toen ik de eigenaar was van een grote website over boeken, heb ik de auteur een paar keer ontmoet. Een aantal jaar hebben wij met enige regelmaat mailtjes over een weer verzonden en het was een schok toen hij in het voorjaar van 2018 plotseling kwam te overlijden. Toen ik Kerr voor het eerst de hand mocht schudden, had ik de Berlijnse Trilogie al lang en breed gelezen. Na drie delen was hij er mee gestopt en andere boeken gaan schrijven. Rechercheur Bernie Gunther, de hoofdpersoon in de trilogie, was een zeer charismatische man die op de lezers een onvergetelijke indruk wist te maken. De Berlijnse Trilogie bestond uit de delen “Een Berlijnse kwestie”, “Het handwerk van de beul” en “Een Duits requiem” en vormen samen een legendarisch geheel. Zelden heb ik een serie gelezen die zoveel indruk op mij heeft gemaakt. De boeken spelen zich af in Nazi Duitsland, midden in de oorlog, maar zijn absoluut geen oorlogsromans. Het zijn ijzersterkte thrillers, boordevol geweldige dialogen, die je bij de strot grijpen en vervolgens niet meer loslaten. Philip Kerr liet de wereldwijd miljoenen fans van Bernie Gunther na het derde deel maar liefst vijftien jaar wachten op een vervolg en schreef vervolgens meer dan tien nieuwe boeken die niet allemaal hetzelfde niveau wisten te halen. Een mindere Gunther was echter beter dan helemaal geen Gunther en binnen de thrillerwereld hoorde je dan ook niemand klagen.

Mythische status

Mijn klant keek mij nog steeds verwachtingsvol aan. “Is het wat?”, vroeg hij nogmaals. Ik vertelde hem dat de trilogie slechts twintig euro was en dat hij hem na het lezen waarschijnlijk voor nog geen vijfhonderd euro zou willen verkopen. De Berlijnse Trilogie is nooit erg lang leverbaar. De uitgeverij lijkt op die manier de haast mythische status van de serie te onderstrepen. Koop het nu of heb de rest van je leven spijt. Mijn klant is overtuigd, al zie ik in zijn ogen ook wel een stukje ongeloof. Welk boek is nou zó goed dat de boekverkoper er op het oog een beetje sentimenteel van lijkt te worden. Ik merk het aan hem en weet dat hij het snel genoeg zal ontdekken.

Het zijn mooie boeken die u heeft uitgekozen. Daar gaat u zeker geen spijt van krijgen.

Willem Asman

“Die boeken van Asman lijken mij heel spanend. Ik heb bij de bibliotheek al een stukje gelezen.” Ik kan het alleen maar beamen. Het is een hele sterke serie die zich grotendeels in Amerika afspeelt. Willem Asman is één van de betere thrillerauteurs van Nederland en met het eerste deel won hij de Gouden Strop. “Ik wil eigenlijk slechts één van beide series kopen. Welke zou u kiezen?” Tja, dat is niet zo heel moeilijk. Ik zou ze allebei nemen. Het zijn allemaal thrillers, maar onderling totaal niet met elkaar te vergelijken. Als u graag spannende boeken leest, dan zijn zowel Philip Kerr als Willem Asman een schot in de roos. De Berlijnse Trilogie is een klassieker, tijdloos. Ongeëvenaard. De Rebound Trilogie is het beste werk van een Nederlandse auteur met internationale allure.

“Ik wil echt dat er ééntje gaat afvallen, dus u helpt niet echt.”

Voetbal International

Dan stel ik voor dat u de Voetbal International laat liggen. Daar staat die Duitse trainer van PSV op de voorkant dus dat kan nooit wat wezen. Mijn klant kijkt mij verbijsterd aan. Vervolgens begint hij hard te lachen. “Geweldig antwoord. U heeft gelijk. Ik neem alle boeken en ik laat u weten wat ik ervan vond.” Tevreden en met een grote grijns verlaat hij de winkel. De Voetbal International bleef ongemerkt achter op de toonbank.

 

Column: Berlijn Meer lezen »

Daphne 05: Jarig

Nadat ik een klant heb geholpen met het uitzoeken van een roman zie ik dat Daphne bij de toonbank staat. Het is altijd een plezier om haar te zien. Het meisje dat vastbesloten is om ooit mijn winkel over te nemen. Ik zeg haar gedag en vraag of haar moeder boodschappen aan het doen is. “Nee, dat heeft ze al gedaan.” Met haar hoofd wijst ze naar de witte doos die ze in haar handen heeft. Op de bovenkant zit een sticker van Bakker Bart, verderop in ons winkelcentrum.  

“Ik ben jarig!”

Echt waar?

Appeltaart

“Ja, dat zeg ik toch?” Dat is zo. Daphne is er goed in om meteen te reageren als ik een open deur lijk in te trappen. Meisjes van die leeftijd laten zich niet meer zo makkelijk in de maling nemen. Daphne straalt. “Ja, ik ben een tiener”, zegt ze zo trots als een pauw. Alsof ze daar de afgelopen maanden heel hard aan heeft gewerkt. Ze kijkt weer naar de witte doos van de bakker die ze in haar handen heeft. Ik weet dat er appeltaart in zit. Misschien wel met slagroom. Haar moeder heeft twee dagen geleden gevraagd wat voor gebak wij lekker vinden. Daphne loopt naar de zijkant van de toonbank en zet de doos daar voorzichtig neer. “Dit is voor jullie”, zegt ze officieel.

Ruiken

“Lekker hoor. Ik kan de appeltaart hier vandaan al ruiken.” Daphne kijkt mij achterdochtig aan. “Hoe weet jij dat nou weer?”, vraagt ze. “Dat kan je helemaal niet ruiken.” Ik maak de doos voorzichtig open en zie twee grote stukken appeltaart met slagroom. Ik draai de doos half om naar Daphne. “Appeltaart”, zeg ik met een stem alsof het heel normaal is dat ik dat van tevoren al wist. “Hoe wist jij dat, Eric? Kan jij dat echt ruiken?”. Daphne kijkt mij enigszins geïmponeerd aan en ik ben duidelijk weer wat extra in haar achting gestegen. Ze vraagt echter niets meer. Ze is nu tien jaar en weet dat er dingen zijn die je wel kan vragen maar waar je toch geen serieus antwoord op gaat krijgen.

Magische apotheek

Ik vraag Daphne of ze leuke cadeautjes voor haar verjaardag heeft gehad. Ze knikt meteen hartstochtelijk met haar hoofd. “Van opa en oma drie boeken van de Magische Apotheek. Drie! Dat is hartstikke veel. Van papa een hele mooie nieuwe fiets. Die oude fiets was veel te klein voor mij. Ik ben heel erg gegroeid. Van mijn moeder twee spelletjes voor op de computer en van mijn allerbeste vriendin een ketting van echt zilver. Met een hartje. En ik heb bijna twintig euro aan geld gekregen. TWINTIG EURO!”

“Dat zijn wel heel veel cadeautjes. Volgens mij krijg je er nog meer.”

Virus

“Nee hoor, iedereen is geweest. Er mag niet meer zoveel visite komen door dat stomme virus.” Het komt er venijnig uit, maar ook met een zekere berusting. “Dat is waar”, zeg ik. “Dat is niet leuk voor kinderen die nu jarig zijn.” Daphne haalt haar schouders op. “Toch denk ik dat je nog wel een cadeautje krijgt.” Ze fronst haar wenkbrauwen om daar over na te denken. Onder de toonbank haal ik een pakje tevoorschijn dat keurig is ingepakt. Al zeg ik het zelf. Op een sticker staat: voor de jarige Daphne.

“Wauw, is dat voor mij?”

Tien

Met enige verbazing kijkt ze mij aan. “Hoe wist jij dat ik jarig was?” Plotseling lijkt ze het allemaal niet meer te vertrouwen. Die appeltaart die ik kon ruiken en nu zo maar uit het niets een cadeautje. “Ik weet dat soort dingen gewoon”, zeg ik tegen haar. Daar neemt ze als tienjarige geen genoegen meer mee. “Nee, eerlijk zeggen, Eric. Hoe wist je dat?” Ik vertel dat een beetje boekwinkel dat soort dingen weet. Dat ik het ergens heb gelezen. Ik weet niet meer precies waar. “Ooohhhh….. jij jokt. Je weet het van mijn moeder. Mama heeft het verklapt.” Ik moet lachen. Dus je wilt dit cadeautje niet, vraag ik haar? “Echt wel”, zegt ze fanatiek. Ze bekijkt aandachtig het cadeaupapier. “Het is een boek, ik kan het ruiken.” Ze kijkt mij stralend aan. “Kan jij dat ruiken”, vraag ik vol verbazing. “Ja hoor”, zegt ze. “Ik ben nu toch tien?”

 

Daphne 05: Jarig Meer lezen »

Scroll naar boven