web analytics

Column

Column: Stickers

Foto: Gareth David op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Mijn grootste ergernis in de winkel zijn de stickers die uitgeverijen op hun boeken plakken. Vooral stickers waarop de prijs staat vermeld of die een of andere actie communiceren. Het is niet eens de sticker die voor ergernis zorgt, maar vooral de lijm die ze daarvoor gebruiken. Veel stickers zijn met geen mogelijkheid te verwijderen en als je op verzoek van de klant toch een poging waagt, scheur je soms de helft van de kaft met de sticker mee.

Of als de sticker zich na veel en tijdrovend werk wél laat verwijderen, blijven de contouren daarvan vaak duidelijk achter op het boek. Deze week had ik een klant die de vier goedkope herdrukken van Ferrante wilde kopen. De termijn van de 3=2 actie was voorbij maar de stickers zaten nog op het boek. Gele stickers, met een handig lipje om deze snel en soepel te verwijderen.

Niet dus!

Ferrante

De gele laag van de sticker was er snel af maar hoe je het ook probeerde, de witte plak laag bleef op de kaft zitten. Deze moest je in kleine stukjes en met veel geduld van het boek peuteren. Toen dat was gelukt bleek de kaft op de plek van de sticker te zijn verkleurd door het zuur in de lijm en verschenen er als brandwonden meteen lichte bubbels onder de geplastificeerde omslag. Mijn klant zag het met afschuw aan en besloot de boeken niet te kopen. Opnieuw bestellen had geen zin, want geheid dat je ze weer opnieuw met stickers zou ontvangen. Een ontevreden klant, misgelopen omzet, geen oudere titels van Ferrante meer op voorraad en grote kans dat als ik de boeken retour ga sturen, de uitgeverij ze vanwege de beschadigingen niet gaat crediteren.

Fijn zeg, zo’n sticker….

Meterkastje

Er zijn maar weinig stickers die een boek niet beschadigen. Vooral als die er al wat langer op zit. Waarom doen ze het dan? Het is sowieso een vorm van heiligschennis om een boek te ontsieren met een sticker. Wat is de toegevoegde waarde van een extra vermelding van de prijs? Van mij hoeft het allemaal niet. De gemiddelde boekverkoper heeft door die uitgeverijen geen nagels meer aan zijn vingers zitten. Stickers plak je uit protest op een lantaarnpaal of meterkastje, niet op een boek.

Edding 3000

Nu ik het toch over ergernissen heb: wie heeft in hemelsnaam bedacht dat je tegenwoordig op de achterkant van een boek de verkoopprijs moet drukken? Moet je dan de hele kaft van het boek scheuren als de klant zegt dat het een cadeautje is en vraagt of je de prijs wil verwijderen? Als je uitlegt dat iemand zonder enig verstand van en liefde voor boeken de verkoopprijs op het boek heeft laten drukken, dan vragen sommige klanten of je die prijs met een stift wil doorstrepen. Wat???? Doorstrepen???? Ik ben geen boekverkoper geworden om met een Edding 3000 op een boek te gaan krassen. Waarom een voorgedrukte prijs? Het is geen tijdschrift! Sommige boeken krijgen na verloop van tijd een prijsverhoging. Leg dat maar uit aan je klant: er staat op dat het boek € 19,95 kost maar jij wil er € 20,99 voor hebben. Wettelijk vastgestelde verkoopprijs, mevrouw. Die voorgedrukte prijs geldt niet meer.

Lekker duidelijk verhaal.

Kookbijbels

Nu ik toch bezig ben: prijswijzigingen. Sommige uitgeverijen hebben het satanische genoegen om de hele dag nieuwe prijzen te verzinnen. Vooral bij kookboeken begint dat een lachertje te worden. Neem de kookbijbels. De ene dag zijn ze € 32,90 en een dag later acht euro goedkoper. Lekker makkelijk voor een uitgeverij om even te bepalen dat ik acht euro van mijn marge moet inleveren. Twee weken later gaan bij nog vier andere kookbijbels de prijzen naar beneden. We verkopen er niet meer of minder van dus waarom moet die prijs bijna iedere week veranderen? Inmiddels staan ze niet meer in mijn winkel. Wij verkochten er drie of vier per titel per jaar en als je ze dan voor acht euro minder marge moet verkopen, kan je er maar beter helemaal mee stoppen. Om nog maar te zwijgen over WBooks en hun Rolling Stones bijbel die ik plotseling ruim onder de inkoopprijs moet verkopen! Ronduit belachelijk.

Zo…. Nu maar hopen dat ook uitgeverijen mijn columns lezen.

 

 

Column: Stickers Meer lezen »

Column: Geur

Foto: Wesual Click op Unsplash – Gebruikt met toestemming

De meeste boeken die wij in Almere-Haven verkopen ontvangen wij via het Centraal Boekhuis. Bijna alle uitgeverijen gebruiken het enorme magazijn in Culemborg voor de opslag van hun boeken en van daaruit gaan enorme vrachtwagens het land door om boekwinkels te bevoorraden. Voor ons zijn de woensdag en vrijdag de vaste leverdagen. In een winkel moet je het vele werk keurig verdelen, maar het uitpakken van boeken doe ik zelf.

Je kan er uiteraard voor kiezen om het om de beurt te doen zodat iedereen de boeken met regelmaat kan uitpakken, prijzen en opruimen. Ik denk dat Astrid en Simon dat zouden toejuichen, want feitelijk wil iedereen die in een boekwinkel werkt de nieuwe boeken als eerste in z’n handen hebben.

Ik ga het echter niet veranderen.

Boeken

Het uitpakken van de boeken doe ik vanaf de eerste dag zelf. Dit is waarom ik mijn eigen winkel ben begonnen. Omdat ik met boeken wil werken, omdat ik boeken wil verkopen, omdat ik mij tussen de boeken wil bevinden. Dat is een wereld waarin ik mij volledig thuis voel. Boeken zijn het kloppende hart van mijn winkel. Feitelijk is de rest alleen maar bijzaak. Tijdschriften, wenskaarten, kantoor- en schrijfwaren. Allemaal erg belangrijk en zelfs essentieel voor het succes van de winkel. Ik weet het, ik begrijp het. Het zijn echter geen boeken.

Inruimen

Het aanvullen van titels die wij al eerder hebben ontvangen is makkelijk. Lastiger is het om nieuwe boeken een plek te geven. Schuiven, passen, meten. Waar komt dit nieuwe boek het beste tot z’n recht? In een kast? Op een tafel? Naast welk ander boek? Op meerdere posities? Op het Top10 meubel? Zal ik ook een stapeltje op de toonbank plaatsen? Moet er een exemplaar in de etalage? Het uitpakken van boeken vraagt doorlopend om keuzes die – als het goed gaat – je winkel weer een stukje beter maken. Je bent direct bezig met het maken van omzet. Soms besluit je om een bepaalde titel alvast na te bestellen. Een hele enkele keer heb je bij het uitpakken al spijt dat je het hebt besteld. Het inruimen van nieuwe boeken zorgt er ook voor dat je op die dag al een beetje afscheid neemt van boeken die er al een tijdje liggen. Die krijgen een minder goede plek omdat ze plaats moeten maken voor een nieuwe titel. In je achterhoofd besluit je al half en half dat je dat oudere boek niet meer gaat nabestellen. Omdat het nooit echt heeft gebracht wat je er in eerste instantie van had verwacht. Of omdat het wel goed heeft verkocht maar het succes inmiddels alweer voorbij is.

Rendabel

Met alle andere producten spelen dit soort afwegingen niet of nauwelijks een rol. Bij kantoor- en schrijfwaren is het over het algemeen een kwestie van nabestellen en aanvullen. Wenskaarten gaan via een vertegenwoordiger. Tijdschriften is een kwestie van het oude nummer vervangen door de nieuwe editie. Eventuele mutaties in het assortiment gaan automatisch met dank aan een algoritme in het computersysteem van de twee distributeurs. Er komt wel iets meer bij kijken, maar het is minder ingrijpend dan bij boeken. Natuurlijk is het niet zo dat iedere klant die onze winkel bezoekt altijd op zoek is naar een boek. Was het maar waar. Veel komen voor de PostNL balie. Die hebben niet eens door dat wij een boekwinkel zijn. De boeken zijn echter wel de reden dat ik iedere dag naar mijn winkel ga. Ik droom wel eens van de dag waarop ik zoveel boeken verkoop dat ik alle randzaken niet meer nodig heb om mijn winkel rendabel te maken. Tijdschriften, wenskaarten en kantoor- en schrijfwaren mogen blijven. Die horen er wel een beetje bij.

Centraal Boekhuis

Het zal waarschijnlijk wel bij dromen blijven. Almere-Haven is als doelgroep te klein en de meters in mijn winkel te beperkt om alle boeken op voorraad te nemen die ik zou willen verkopen. Het zelf uitpakken, prijzen en opruimen van de boeken is dus ook een vorm van troost. Iedere woensdag en vrijdag al die dozen van het Centraal Boekhuis vol met nieuwe boeken. Die geur alleen al. Dat is voor mij, samen met vers gebakken brood en pas gemaaid gras na een zomerse regenbui, de lekkerste geur die er bestaat.

 

Column: Geur Meer lezen »

Column: Freeman

Foto: Markus Winkler op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Jaren geleden kwam ik als frontman van een grote website over boeken in contact met Brian Freeman, een beginnende auteur uit het Amerikaanse St. Paul in de staat Minnesota. Hij woonde daar met zijn vrouw Marcia, maar kwam oorspronkelijk uit Chicago, Illinois. Toen ik hem in 2005 leerde kennen had Brian met “Immoral” net zijn eerste thriller geschreven over detective Jonathan Stride. Het bleek een schot in de roos en leverde Freeman de Macavity Award op voor het beste debuut. Daarnaast ontving hij nominaties voor meerdere prestigieuze prijzen waaronder de felbegeerde Edgar Award. Buitenlandse uitgeverijen hadden meteen belangstelling en in Nederland kwam hij onder contract bij The House Of Books.

In vijf jaar tijd verschenen er evenveel nieuwe titels en hoewel het succes in thuisland Amerika bleef groeien, kreeg de Nederlandse uitgever het niet voor elkaar om Freeman blijvend in de boekwinkels te houden. Er werden na 2010 nog een paar pogingen gedaan, maar rond 2014 werden de vertalingen gestaakt. In navolging van Paul Goeken deed Freeman nog een poging om onder een vrouwennaam twee boeken uit te brengen in Nederland, maar in tegenstelling tot Suzanne Vermeer werd Ally O’Brien in ons land geen doorslaand succes.

Advocatenkantoor

Ergens rond 2008 kwam Brian Freeman met zijn vrouw naar Nederland gevlogen. Freeman wilde graag kennismaken met de mensen van de Ezzulia website, welke hij onder andere gebruikte om te communiceren met zijn Nederlandse fans. Brian en Marcia combineerde het – kan ik mij herinneren – met een korte rondreis door Europa en op Schiphol hebben we samen een hapje gegeten. Voor De Telegraaf heb ik een kort interview met de auteur gedaan en het leek er toen nog op dat Freeman ook in Europa zou doorbreken als een grote naam binnen de wereld van het spannende boek. De thrillers verschenen op dat moment in bijna vijftig landen en in meer dan vijftien verschillende talen. Niet slecht voor een voormalig marketingdirecteur bij een groot internationaal advocatenkantoor.

George Pelecanos

Toen de vertalingen in Nederland niet meer kwamen, ging detective Stride in Amerika gewoon door met zijn moordonderzoeken. Hij kreeg wel concurrentie van nieuwe personages als Cab Bolton en Frost Easton, die beide een eigen reeks kregen. De productiviteit van Brian Freeman leek geen grenzen te kennen. Kwalitatief werden zijn boeken ook steeds beter, wat het extra zuur maakte dat de Nederlandse liefhebbers hem niet meer aantroffen in de boekwinkel. Soms is het voor een uitgever de kunst van een lange adem, maar helaas is dat in de praktijk bijna nooit het geval. Te veel goede auteurs schreeuwen nu eenmaal om aandacht en in Nederland geldt – net als in andere landen – het recht van de sterkste. Kijk maar naar George Pelecanos, in mijn ogen misschien wel de allerbeste thrillerauteur van de afgelopen twintig jaar, maar in ons land helaas gesneuveld bij zowel The House Of Books als bij Ambo | Anthos.

Robert Ludlum

In de jaren tachtig van de vorige eeuw maakte de Amerikaanse thrillerauteur Robert Ludlum furore met zijn thrillers over Jason Bourne. In totaal verschenen er drie en ze spraken vele miljoenen mensen tot de verbeelding. Er kwam een succesvolle verfilming met de toen beroemde acteur Richard Chamberlain in de hoofdrol. Ludlum was al eerder uitgegroeid tot een waar fenomeen en na zijn overlijden in 2001 werd de reeks over Jason Bourne voortgezet door Eric van Lustbader. Hollywood kreeg opnieuw belangstelling en Matt Damon kroop deze keer in de huid van de geheim agent. Lustbader schreef maar liefst elf delen over Bourne maar besloot daar in 2013 mee te stoppen.

Matt Damon

Een tijdje geleden las ik een berichtje van Brian Freeman dat hij was gevraagd om het stokje van Ludlum en Lustbader over te nemen. Een nieuw deel in de serie over Jason Bourne. The Bourne Evolution. Een geweldige eer maar vooral een enorme blijk van waardering voor het eerdere werk van Brian Freeman. Ik hoop uiteraard op een vertaling. De Bourne Evolutie. De titel is gratis door mij vertaald, de rest moet een uitgeverij voor z’n rekening nemen. Ik reken ook een beetje op een verfilming met Matt Damon in de hoofdrol. Als het moment daar is zal ik het boek met bijzonder veel plezier in mijn eigen winkel verkopen, waarna ik hem uiteraard ook graag weer zal interviewen.

 

Column: Freeman Meer lezen »

Column: Stoepbord

Voor mijn winkel staat een stoepbord op straat. Het hoort er een beetje bij. Het geeft toch een beetje extra kleur en smaak aan een winkelstraat. Veel steden proberen zo’n stoepbord te weren. Die willen paal en perk stellen aan al die winkels die ook buiten hun pand proberen om de aandacht van klanten te trekken. Er zal ongetwijfeld door wijze mannen en vrouwen over zijn nagedacht, maar het komt op mij een beetje over als winkeltje pesten.

Als winkelier betaal je een klein vermogen voor je winkel en de gemeente profiteert daar ook volop van. Je kan het nog niet bedenken of je moet er al belasting over betalen. Zonder uitstalling naar buiten blijft een winkelstraat een doods gebied. Natuurlijk moet je waken voor uitwassen, maar een stoepbord stijf tegen de gevel of een fleurig wapperende vlag zit verder niemand in de weg.

Paulien Cornelisse

Het mooie van een stoepbord is dat het ook goed werkt. De uitgeverij van Paulien Cornelisse bedacht een leuke actie. Stuur ons een quote en je krijgt een unieke stoepbordposter met een afbeelding van haar boek “Japan in honderd kleine stukjes”. Dat sprak mij wel aan en binnen een paar dagen had ik de poster binnen, met mijn eigen quote groot in beeld, samen met mijn naam en die van mijn winkel. De poster ging direct in het stoepbord en binnen een paar minuten kwam de eerste klant al binnen met de vraag waar dat boek van Cornelisse lag! Op zich verkopen haar boeken altijd prima, maar eerlijk gezegd viel deze een beetje tegen. Ik had na de eerste uitzet nog geen enkele nabestelling gedaan. Even later kwam een tweede klant bij de kassa en ook die rekende het boek van Paulien Cornelisse af.

Japan in honderd kleine stukjes

De volgende dag herhaalde dit proces zich nog een aantal keer. Het boek lag gewoon op de tafel met boeken, goed in het zicht en naast een oudere titel van haar. Het heeft in de Top 10 gestaan en lang een plek in de etalage gehad. De poster in het stoepbord deed echter wonderen. Of zou mijn prachtige quote er ook iets mee te maken hebben? In dat geval moeten Paulien en ik binnenkort maar eens samen om de tafel gaan zitten. Feit was in ieder geval dat ik “Japan in honderd kleine stukjes” voor het eerst sinds haar verschijnen moest nabestellen. Misschien dat de auteur met haar vorige boeken volledig wist te profiteren van haar redelijk gegarandeerde optredens bij Matthijs van Nieuwkerk en met het wegvallen van dit podium een deel van haar zichtbaarheid bij het grote publiek heeft verloren. Mogelijk dat Paulien Cornelisse zich daarom een beetje opnieuw moest uitvinden.

Impulsaankoop

Het idee van gepersonaliseerde posters is een schot in de roos. Ik weet niet of het is bedacht door iemand bij de uitgever of door Cornelisse zelf. Er is in ieder geval over nagedacht en het zou mij niets verbazen als dit navolging gaat krijgen. Voor een uitgeverij is het niet zo heel moeilijk om wat posters te drukken en als het dan ook meteen meer omzet en nabestellingen gaat opleveren dan is het pleit snel beslecht. De kracht van de poster geeft echter ook aan waarom een stoepbord voor een winkel van toegevoegde waarde is. Een klant die puur en alleen binnenkomt vanwege het boek op de poster is een klant die anders gewoon was doorgelopen. Het zorgt voor een impulsaankoop of het zorgt voor een extra herinnering. Oh ja, dát boek wilde ik kopen!

Almere-Haven

Ook in Almere-Haven krijgen wij de laatste tijd signalen dat de gemeente niet meer wil dat winkels nog borden buiten hun winkels plaatsen. Het zal ervoor zorgen dat het nog moeilijker gaat worden om klanten te verleiden om een stap over de drempel te zetten. Tien meter buiten mijn winkel staat een groot reclamebord met licht en roulerende afbeeldingen. Met reclame voor McDonalds, die niet in ons centrum zit, en voor twee onlinewinkels. Daar heeft het winkelende publiek in Almere-Haven iets aan. Winkels waar ze niet naar binnen kunnen. Die geen donder geven om de leefbaarheid van hun buurt. Winkels die Almere-Haven niet opfleuren. Waar je als bewoner niet beter van gaat worden.

 

Column: Stoepbord Meer lezen »

Column: Strafschop

Foto: Giorgio Trovato op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Ik kreeg in 1974 tijdens een training in Zeist, onder het oog van een woedende Rinus Michels, een aai over mijn hoofd van Johan Cruijff en ik heb nog steeds het steentje in mijn bezit wat hij daarna achteloos wegschoot voor de deur van de kleedkamers. De woede van de bondscoach was niet op mij gericht maar op de officials van de KNVB die de voorbereiding van het Nederlands elftal richting het aankomende WK niet serieus namen door een Amsterdamse jeugdselectie uit te nodigen om te komen trainen.

Dat zou ten koste gaan van de concentratie van zijn spelers en paste totaal niet bij een sportorganisatie die van mening was dat Oranje een rol van betekenis kon spelen op het allerhoogste podium. Als veertienjarig ventje had ik geen idee of Michels gelijk had. Ik vond het vooral geweldig dat ik Cruijff had ontmoet.

Neeskens

Tijdens de training die wij daar kregen hebben we geen glimp meer van het Nederlands elftal opgevangen. Aan het eind van de dag werd er een penalty wedstrijd gehouden en mochten spelers die de meeste indruk hadden gemaakt allemaal drie strafschoppen nemen. Als verrassing stond Jan Jongbloed in het doel. In het geel. Met bibberende knieën stonden een aantal jonge voetballers op hun beurt te wachten. Jongbloed leek bijna het gehele doel te vullen. Waar moest je in hemelsnaam die bal dan schieten? Ik heb geen idee hoe ik het voor elkaar kreeg, maar uiteindelijk vlogen mijn drie strafschoppen allemaal in het doel. Eén via de paal, één via de onderkant van de lat en de derde dwars door het midden. Net zoals Neeskens dat een paar maanden later in de finale deed. In mijn geval echter een stuk minder hard en geheel per ongeluk. Mijn veter was los, ik raakte de bal verkeerd en ook mijn schoen vloog richting de keeper van Oranje.

Jan Jongbloed

Ik was blij dat het voorbij was, pakte mijn schoen weer op en ging bij de andere kinderen staan om mij te vergapen aan Jan Jongbloed. Zoveel jaar later weet ik niet meer of Jongbloed wel zijn best deed om ballen tegen te houden. Misschien gingen alle strafschoppen er wel in, maar toen in de finale Duitsland een strafschop kreeg, hield ik mijn hart al vast. Als hij die van mij niet eens kon tegenhouden….

Een paar jaar later kreeg ik als voetballer van DCG de vraag of ik een keer wilde meetrainen met de voetballers van FC Amsterdam. Mijn vader kende iemand die iemand kende die in contact stond met trainer Pim van der Meent. Iets in die buurt. Ik was na jarenlang te zijn gebruikt als spits inmiddels een centrale verdediger geworden en vanwege mijn lengte was dat een fijne positie in het elftal. Minder vermoeiend, een mooi overzicht en volop mogelijkheden om je te onderscheiden. Samen met een ploeggenoot ging ik naar het Olympisch Stadion om mij te melden op de bijvelden, waar FC Amsterdam haar wedstrijden mocht spelen. Jongbloed was de eerste speler die ik tegenkwam in de kleedkamer en toen hij mij enthousiast een hand gaf, zou ik zweren dat hij nog wist dat ik drie strafschoppen tegen hem had benut. Hij gaf echter verder geen krimp en mijn teamgenoot van DCG kreeg dezelfde begroeting. Had die ook strafschoppen mogen nemen dan?

Boekwinkel Omta

De training en een daaropvolgende oefenwedstrijd tegen – ik dacht – MVV gingen in een waas aan mij voorbij. Blijkbaar ging het allemaal redelijk en ik kreeg de vraag of ik mee wilde met de club voor een trainingskamp. Even daarvoor had ik voor de zaterdag een baantje gekregen bij boekwinkel Omta op de Bos en Lommer in Amsterdam. Mijn ouders vonden dat ik mijn woord had gegeven en dus niet meer kon terugkrabbelen. Zo ging ik niet met voetballers als Frits Flinkevleugel, Heini Otto, Geert Meijer en André Wetzel naar het buitenland maar begon ik als verkoper in de boekwinkel.

Jongbloed vertrok een paar weken later naar Roda JC en stond daar een jaar of vier onder contract. Voor mij werd het een begin van een lange carrière in het boekenvak en heb ik volgens mij nooit meer een strafschop genomen.

Column: Strafschop Meer lezen »

Column: Simpel

Foto: Tim Mossholder op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Ik heb in mijn leven slechts twee managementboeken gelezen. Iets over een stukje kaas en een boek over een ijsberg. Twee klassiekers die mij jaren geleden werden aanbevolen als boeken waar je wat van op kon steken. De titels zijn blijven hangen, maar voor de rest heeft het nauwelijks indruk op mij gemaakt. Twee principes uit de wereld van het management die mij wél altijd zijn bijgebleven zijn de 80/20 regel en het KISS principe. De eerste zegt dat je doorgaans 80% van je omzet bereikt met slechts 20% van je voorraad en het tweede principe staat voor Keep it Simple, Stupid.

Ik heb de bijbehorende boeken nooit volledig gelezen, maar het achterliggende mechanisme wel degelijk begrepen. In mijn jaren in retail heb ik beide principes altijd proberen toe te passen. Maak alles niet moeilijker dan het is en zorg dat die bestsellers altijd op voorraad zijn.

Vancouver

Retail is niet zo heel ingewikkeld. Sommige bedrijven doen wel alsof, maar in de basis is het doodsimpel. Je kan als directeur voor veel geld naar exotische landen vliegen om uiteindelijk in een winkelcentrum in Hong Kong met verbijstering te ontdekken dat de kleur oranje wel erg mooi is voor een boekwinkel. Om vervolgens een jaar later in Vancouver te beseffen dat je winkels alleen maar succesvol kunnen zijn als je de plafonds lichtgrijs laat schilderen. Dat noemen ze dan een formule en die moet je jaarlijks verder ontwikkelen. Ik heb mensen gekend die dat voor hun werk deden en uiteindelijk een bedrijf tot aan de rand van de afgrond hebben gebracht.

Saskia Noort

Ik zeg niet dat het allemaal onzin is. Er zal best wel een bewezen succes in verscholen zitten. In de kern is een boekwinkel echter een plek in een winkelstraat met kasten waar boeken op de planken staan. Of die kast nou zwart, bruin of wit is: het zal de klant worst wezen. Het gaat hem of haar uiteindelijk om het boek dat ze zoeken. Natuurlijk moet je een aantrekkelijke winkel hebben. Het belangrijkste is echter dat de klant op een plezierige manier zijn weg kan vinden. Met de kleurencombinatie die je met veel moeite in Hong Kong hebt gevonden kom je niet al te ver als je niet de juiste producten hebt ingekocht. Je kan een prachtige boekwinkel hebben, maar het gaat er uiteindelijk om dat je de boeken van Geert Mak, Pieter Waterdrinker, Dan Brown, Karin Slaughter en Saskia Noort op de dag van verschijnen in de juiste aantallen op voorraad hebt. Dat is veel belangrijker dan een lichtgrijs plafond.

Herkenbaarheid

Een formule waarin alle winkels dezelfde uitstraling hebben is natuurlijk handig als je een keten bent. Bruna, AKO, The Read Shop. Herkenbaarheid. Daar is niets mis mee. Je moet er echter ook niet in doorslaan. Het mag niet zo zijn dat de formulemanager – als je die al nodig hebt – belangrijker is dan de inkoper van boeken. Het gaat om het product, om de prijs, je personeel, de plek waar je je winkel hebt en de promotie die voor je winkel of je product wordt gedaan. Een onbekend boek aanprijzen op televisie en voor je het weet staat je winkel vol met mensen die dat pareltje willen bezitten. Ongeacht de kleur van je kasten.

80/20

De 80/20 regel is ook iets wat ik altijd als leidraad heb genomen. Om de juiste balans te vinden. Het gaat om 20% van je voorraad. Daar zit je omzet in. Je hebt alleen veel meer nodig om die 20% zo optimaal mogelijk te benutten. Alleen die omzetmakers op voorraad nemen heeft geen zin. De klant wil keus en inderdaad zal hij of zij in veel gevallen die bestseller kopen. Daarnaast heeft bijna iedere boekhandelaar die passie voor boeken en ongeremde liefde voor zijn vak dat hij ook die minder snel verkopende boeken op voorraad wil hebben. Voor mij is die 80/20 regel dus vooral bepalend op welke plekken in mijn winkel die bestsellers moeten liggen. Niet één klant mag feitelijk de winkel verlaten zonder ze minimaal één keer te hebben gezien. Ze mogen dus, in tegenstelling tot die 80% van je assortiment, op meerdere plekken in je winkel te vinden zijn.

Om dat te ontdekken is een tripje naar Hong Kong écht niet nodig.

Column: Simpel Meer lezen »

Column: Lolkema

Mijn opa van moederskant was een melkboer uit Friesland. Zelfstandig ondernemer. Samen met mijn oma had hij een melkwinkel in de Amsterdamse Frans Halsstraat. In de Pijp, vlak bij de Ferdinand Bolstraat. Schuin achter de Heineken brouwerij en vlakbij de stallen van waaruit ze met paard en wagen de tonnen bier naar de verschillende cafés brachten. Net als veel kleinkinderen weet ik niet zo heel veel over mijn grootouders. Toen ze er nog waren was ik te jong om vragen te stellen en nu mijn eigen ouders er niet meer zijn is het moeilijk om antwoorden te vinden.

Ik weet dat het hard werkende mensen waren, dat ze acht kinderen hebben grootgebracht en dat ik als kleinkind stapelgek op ze was. Het waren geweldige mensen, wij kwamen er regelmatig en speciaal voor hun kleinkinderen hadden ze een abonnement op tijdschriften als Pep en Donald Duck. We mochten in het spoelhok komen waar de lege flessen werden schoongemaakt en soms ging een grote koelcel open en mochten wij een ijskoud flesje Coca Cola pakken. Dan kan je bij je kleinkinderen al weinig fout meer doen.

Gerard Reve

Opa Lolkema kwam uit Friesland. Bij zijn geboorte maakte ze bij de Burgerlijke Stand een foutje waardoor hij officieel niet als Jaring maar als Jarig door het leven ging. Ik weet dat hij broers en zussen had, maar heb alleen herinneringen aan Douwe Lolkema, een broer, die een boerderij bewoonde in Greonterp. Hij werd een plaatselijke beroemdheid omdat hij er iedere dag de klokken van de kerk mocht luiden en in die rol werd vereeuwigd in de roman Nader tot U van Gerard Reve. De auteur woonde toen in hetzelfde dorp en heeft Douwe Lolkema goed gekend.

Yoghurt

Voor zover ik weet is niet één van de kleinkinderen van mijn opa in zijn voetsporen getreden. Zelfstandig ondernemer. Winkelier. Toen mijn opa en oma de winkel definitief sloten was het lot van de melkhandel al grotendeels beslecht. De supermarkt was in opkomst en veel soorten winkels verdwenen langzaam uit het straatbeeld. Toen ik mijn boekwinkel begon moest ik vaak aan mijn opa denken. Ik was trots dat ik net als hem nu een eigen bedrijfje had. Mijn eigen winkel, een stukje in een winkelstraat waar ik verantwoordelijk voor was. Iets wat ik zelf moest opbouwen en succesvol maken. Hard werken. In tegenstelling tot mijn opa was het voor mij gelukkig niet nodig om met een kar langs de deuren te gaan om mijn handel aan de man te brengen. Hij moest dat wel, een melkkar vol met flessen melk, karnemelk, yoghurt, vla en nog veel meer  Zwaar werk en wat dat betreft heb ik het dus makkelijker dan hij.

Huur

Ik heb geen idee of mijn opa ook veel moeilijke tijden heeft gekend. Ongetwijfeld wel. De oorlog zal niet makkelijk zijn geweest. Heeft hij wel eens wakker gelegen omdat hij de huur niet kon betalen? Heeft hij wel eens aan uitbreiding van zijn assortiment gedacht om meer omzet te kunnen maken? Wat deed hij om succesvoller te zijn dan een concurrent? Maakte hij plannen om zijn winkel te kunnen veranderen als dat nodig was. Hoe was het om samen te werken met mijn oma? Gaf dat spanningen? Wat was sowieso de rol van mijn oma? Was zij de stille kracht achter het succes van opa? Feit is dat hij lang als melkboer in de Frans Halsstraat heeft gezeten. Hij moet dus wel het één en ander goed hebben gedaan. Ik kan mij goed voorstellen dat de meeste klanten gek op hem waren. Mijn moeder liep in ieder geval met hem weg en heeft die liefde voor hem ook aan mij doorgegeven.

Melkwinkel

Boekhandel of melkwinkel. Het is een groot verschil maar in beide gevallen ben je zelfstandig ondernemer. Iets van mijn opa leeft in mij voort. Uiteraard in bloed en genen, misschien ook wel in karakter. Dat kan ik zelf niet beoordelen. De band die ik altijd met mijn opa heb gevoeld is de laatste jaren weer een stuk groter geworden. Toen ik mijn winkel begon heb ik overwogen om het boekwinkel Lolkema te noemen. Vanwege de franchise bij The Read Shop was dat niet mogelijk. Ik heb er eerlijk gezegd nog altijd spijt van.

 

Column: Lolkema Meer lezen »

Column: Meesterwerk

Zo’n drie jaar geleden las ik “Max, Misha & het Tet-offensief” van de Noorse romanschrijver Johan Harstad. Een enorme pil – van ruim een kilo aan papier – die mij in eerste instantie even liet schrikken. Ik begon er echter toch aan vanwege goede buitenlandse kritieken en omdat er binnen het verhaal hartstochtelijk over jazz werd geschreven. Niet dat ik daar nou zo’n liefhebber van ben, maar ieder boek waarin muziek een belangrijke rol speelt is mijns inziens de moeite van het lezen waard. Daarnaast sprak het verhaal mij aan en waren de vele honderden pagina’s een uitdaging die ik graag wilde aangaan.

Ondanks dat ik behoorlijk lang over het boek heb gedaan – en niet alle pagina’s even soepel verliepen – heeft de roman een verpletterende indruk op mij gemaakt. Ruim twaalfhonderd bladzijden en achteraf geen letter te veel. Sterker nog: het had van mij nog wel een paar honderd pagina’s mogen doorgaan.

John Harstad

Vooral toen de uitgever een goedkopere – maar niet minder dikke – herdruk van het boek maakte, heb ik het in mijn winkel intensief aanbevolen bij de klanten waarvan ik zeker wist dat ze het boek zouden waarderen. De eerste reactie was steeds hetzelfde. De schrik toen ze de omvang van het meesterwerk in ogenschouw namen. Vervolgens de honger in de ogen om het boek dat ze zo hartstochtelijk werd aanbevolen te verslinden. De uitdaging om een nieuw boek te ontdekken, gekoppeld aan het besef dat het een lange ontdekkingstocht door volstrekt onbekend terrein zou worden. John Harstad was geen bekende naam die je in iedere boekwinkel in grote stapels zag liggen. Ik verkocht uiteindelijk een aardig aantal exemplaren en iedere keer als één van mijn klanten weer in de winkel kwam vroeg ik of ze er al in waren begonnen, hoever ze waren, wat ze er tot dusver van vonden. Er ontstond een band die vergelijkbaar was met die van motorrijders die elkaar onderweg tegenkomen en vervolgens groeten door even een hand op te steken. Alsof zij iets weten wat niemand anders begrijpt.

Max Hansen

Zonder uitzondering waren de reacties na het lezen identiek. Wat een geweldig boek. Wat jammer dat het uit is. Het boek had nog veel dikker mogen zijn. Feitelijk maakt Max Hansen in het verhaal nauwelijks iets spectaculairs mee, maar het is zo mooi en boeiend geschreven dat het bijna onmogelijk is om het boek voor langere tijd terzijde te schuiven. Het blijft om je aandacht roepen, fluistert in je onderbewustzijn om opgepakt te worden. Het is een bijna magische samensmelting tussen roman en lezer. Het magnum opus van de auteur neemt je mee door vele decennia en langs meerdere werelddelen, van de oorlog in Vietnam naar de jazzmuziek en vervolgens naar de aanslagen in New York. Met als middelpunt de intrigerende vraag hoe lang je weg moet zijn van huis voordat het te laat is om terug te keren.

Hanya Yanagihara

Hoewel het in eerste instantie over het hoofd werd gezien door het boekenpanel van De Wereld Draait Door, maakte zij het goed door in één van de laatste afleveringen van het programma “Max, Misha & het Tet-offensief” uit te roepen tot het ultieme boek van de maand. Met terugwerkende kracht zou je het daarmee één van de mooiste romans van de afgelopen jaren mogen noemen. In zeggingskracht en impact vergelijkbaar met het eveneens monumentale “Een klein leven” van Hanya Yanagihara. Een wonderschoon boek maar een stuk minder toegankelijk dan dat van Johan Harstad.

DWDD

Dit soort boeken maakt het werken in een boekwinkel extra mooi. Een relatief onbekende roman verkopen aan je beste klanten. Feitelijk stel je jezelf kwetsbaar op als je lyrisch bent over een boek en dat ook probeert uit te dragen. Als een ander het helemaal niets mocht vinden, dan doet het afbreuk aan een zeer gekoesterde relatie. Smaken verschillen nu eenmaal. In dit geval zat ik er gelukkig niet naast en bouwde het extra krediet op voor toekomstige aanbevelingen. Na de uitzending van DWDD kwam er in Nederland een kleine hype rondom het boek en werden er alsnog behoorlijke aantallen verkocht. Het heeft mij bijzonder veel plezier gedaan, maar mijn onderbewustzijn kon het niet nalaten om te gniffelen om dat hele boekenpanel.

Drie jaar te laat, jongens. Maar goed…. beter laat dan nooit. Net als deze column.

 

Column: Meesterwerk Meer lezen »

Column: Waterdrinker

De boekenwereld is weer volop in beweging. Ondanks de doorgaans wat rustige vakantieperiode. Er werd al langere tijd reikhalzend naar uitgekeken. De nieuwe roman van Pieter Waterdrinker: “De rat van Amsterdam”. Zijn eerste roman na het geweldige “Tsjaikovskistraat 40”. Ook in onze winkel is Waterdrinker een fenomeen. Op internet zie ik foto’s van winkels die één of meerdere pallets hebben besteld. Hoe anders is dat in Almere-Haven.

Maar toch… ons startaantal van vijftien exemplaren en een snelle nabestelling van nog eens tien exemplaren maakt het ook voor ons één van de belangrijkste boeken van het jaar. Dat de eerste recensies ook nog een uiterst positief zijn, maakt het voor de boekhandel alleen maar mooier.

Tsjaikovskistraat 40

Waterdrinker is zelf ook intensief bezig om zijn roman te promoten. Ondanks de beperkingen vanwege corona is hij al bij Broese in Utrecht geweest – het vlaggenschip van de boekhandel – om “De rat van Amsterdam” te signeren. Ik hoor vanuit het hele land dat het boek moeiteloos over de toonbank vliegt en gelukkig is mijn winkel geen uitzondering. Op het moment dat ik deze column schrijf is er nog geen nieuwe Top 60 van het CPNB, maar ik durft te wedden dat hij over een paar dagen op de eerste plaatst zal staan.

Wij hebben een aantal gebonden boeken van Pieter Waterdrinker altijd op voorraad. Het reeds genoemde “Tsjaikovskistraat 40”, maar ook “De dame in Kislovodsk”, “Poubelle” en “De dood van Mila Burger”. Prachtige edities, geweldige boeken. Wij hebben er een aparte kast voor ingericht. Boeken waarvan wij van mening zijn dat iedere liefhebber ze zou moeten lezen. Boeken waar wij van houden en die we met bijzonder veel plezier in de winkel hebben staan. Waar wij andere mensen blij mee proberen te maken. Het is als boekhandelaar onze roeping, onze queeste. In de boekenwereld zijn wij in Almere-Haven de hobbits van het geschreven woord. Klein, bijna onzichtbaar voor het grote publiek. Een afrondingsgetal op wat er landelijk in z’n totaliteit aan boeken wordt verkocht. We zijn geen Broese, geen Donner, geen Dominicanen of Drvkkery. Buiten de mensen in Almere-Haven weet bijna niemand van ons bestaan.

Pallets

Toch doen wij ons uiterste best om de boeken van Pieter Waterdrinker te verkopen. Omdat wij boeken belangrijk vinden, omdat wij graag geweldige romans verkopen. Omdat wij van mening zijn dat wij er toe doen in ons eigen kleine stukje Nederland. We beseffen dat het kruimels zijn vergeleken bij de grote spelers in boekenland. We zijn echter wel ontzettend trots op wat wij hier bereiken. De jaarlijkse omzetstijging in boeken is groot en geeft aan dat je met liefde voor je product een eind kan komen. Er zijn ontzettend veel kleine boekwinkels in Nederland die hetzelfde doen en denken als wij. Tel die boeken eens bij elkaar op en je beseft als auteur en uitgever dat die kleine, bijna onzichtbare winkels, eigenlijk net zo belangrijk zijn als de grote jongens die de boeken met pallets tegelijk ontvangen.

Hart en ziel

Wat ons allemaal verbind is de liefde voor boeken. Of je nou Donner in Rotterdam bent of The Read Shop in Almere-Haven. Je begint geen boekwinkel om binnen een paar jaar steenrijk te worden. Om dat tweede huis in Frankrijk te kunnen kopen. Eigenlijk ben je net gek als je een boekhandelaar wilt zijn. Een uitstervend ras. Althans….. zo wordt er over gedacht. Ik durf het te betwijfelen. Zonder boekwinkel verliest een winkelcentrum zijn hart en ziel. Het noodzakelijke rustpunt waar mensen even op adem kunnen komen in hun drukke dagelijkse bestaan. De boekhandel heeft het moeilijk, maar staat nog steeds recht overeind. Wie wil er nou in een wereld wonen waar je boeken als die van Pieter Waterdrinker niet meer ‘om de hoek’ kan kopen?

Dolgelukkig

Boeken zijn belangrijk. Verhalen zijn belangrijk. Essentieel. We raken steeds meer kwijt. Voor corona, tijdens corona, na corona. De tijden veranderen, maar de kracht van het boek blijft onveranderd overeind. Je terugtrekken in een andere wereld, totaal ontspannen, je gedachten verzetten, nieuwe ideeën. Ik kan mij geen andere wereld voorstellen dan een wereld met boeken. In Almere-Haven denken heel veel mensen daar gelukkig hetzelfde over. Die kopen bij ons het nieuwe boek van Pieter Waterdrinker.

Daar worden zowel zij als ik dolgelukkig van.

 

Column: Waterdrinker Meer lezen »

Column: Haruf

Foto: Alisha Hieb op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Eén van mijn meest favoriete auteurs is ruim zes jaar geleden op 71-jarige leeftijd overleden. Kent Haruf. Geboren in Pueblo, Colorado en verantwoordelijk voor een klein maar geweldig oeuvre. Helaas zijn ze nauwelijks nog in een Nederlandse vertaling te verkrijgen. In dertig jaar tijd schreef hij slechts zes romans die zich allemaal afspelen in het fictieve stadje Holt, in het oosten van Colorado. Het laatste boek werd postuum uitgebracht en had Haruf pas vlak voor zijn overlijden bij de uitgever ingeleverd.

Als je het werk van Kent Haruf in een hokje wilt duwen, dan kom je al snel terecht bij grootheden als Cormac McCarthy en Annie Proulx, die om de een of andere reden internationaal veel meer bekendheid verwierven. Haruf deed echter niet voor hen onder. Zijn werk is volgens vele puur Amerikaans. Zelf betwijfel ik dat. Volgens mij is het juist erg toegankelijk en universeel. Holt, Colorado zou zich net zo makkelijk in – bijvoorbeeld – Flevoland of Zeeland kunnen bevinden.

Het lied van de vlakte

Mijn eerste kennismaking met Haruf was het magistrale “Het lied van de vlakte”, uitgebracht in een mooie wit/blauwe omslag. Ik had een tijd daarvoor “De paardenfluisteraar” van Nicholas Evans gelezen, welke wereldwijd een bestseller werd. Bij verschijnen werkte ik op Schiphol en deed ik onder andere de inkoop van boeken. De toenmalige directeur van Van Ditmar vertelde over “The Horse Whisperer“. Dat zou een sensatie worden. Normaal kochten wij nooit veel gebonden Engelstalige boeken in, maar voor dit boek van Evans maakte wij een uitzondering. Zoveel jaar later weet ik niet meer hoeveel wij er van hebben verkocht, maar het waren er heel erg veel. Kort daarna kwam ook de Nederlandse vertaling en begon de auteur opnieuw aan een zegetocht.

DWDD

Voor Kent Haruf waren dit soort glorieuze momenten in het buitenland niet weggelegd. Hij verscheen wel in vertaling, kreeg ook prachtige recensies en scoorde hoog bij slechts een beperkt aantal lezers. De meeste mensen zagen zijn meesterwerken over het hoofd. Omdat boekwinkels ze niet inkochten, omdat de uitgeverij er te weinig tijd en moeite in stak of omdat het steeds nét niet werd opgepikt door een krant of een bekende Nederlander. Had DWDD in de tijd van “Het Lied van de Vlakte” al bestaan dan zou het boekenpanel dit boek waarschijnlijk huilend van ontroering aan het Nederlandse publiek hebben laten zien. Helaas is Kent Haruf buiten zijn thuisland altijd de underdog gebleven wat op zich ironisch is als je weet dat hij die in zijn romans altijd de hoofdrol gaf.

Pure schoonheid

De verhalen van Haruf zijn kleine meesterwerken. Prachtig en ontroerend geschreven, bijna geschilderd. Zo vloeiend, zo pakkend, boordevol liefde voor het land en de gewone mens. Al zijn boeken zijn adembenemend mooi maar “Het lied van de vlakte” heeft op mij de meeste indruk gemaakt. Zoals je ook je eerste echte liefde nooit echt zal vergeten. Het is pure schoonheid, met heerlijke personages, een prachtige omgeving, levensechte situaties, humor, ontroering. Werkelijk alles komt voorbij. Het echte leven op een manier waarop alleen een romanticus het ziet en kan vertellen. In de boeken die hij daarna schreef ging het leven in het stadje Holt verder en met ieder boek voelde je jezelf steeds meer een inwoner die vanuit zijn veranda toekeek hoe het leven van de buren en overburen zich voor je ogen voltrok.

Avonduur

Sommige boeken mogen nooit verdwijnen. Moeten altijd te bestellen zijn. Omdat ze bijzonder zijn, een hypnotiserende schoonheid bevatten, een eigen levenskracht bezitten. Dit geldt zeker voor “Het Lied van de Vlakte” en “Avonduur” van Kent Haruf. Twee boeken die één verhaal vertellen. Een boodschap uitdragen. Het zijn tijdloze klassiekers, pareltjes, die nooit iets van hun kracht en schoonheid zullen verliezen. Op dit moment verkopen de boekwinkels indrukwekkende aantallen van boeken als “West” van Carys Davies en “Waar de rivierkreeften zingen” van Delia Owens. Mensen hebben behoefte aan mooie boeken, aan prachtige verhalen. Juist nu. Davies en Owens zijn in ernstige mate schatplichtig aan Haruf. De meester. Welke Nederlandse uitgeverij maakt zich onsterfelijk en brengt “Het Lied van de Vlakte” en – het eveneens verpletterende vervolg – “Avonduur” opnieuw uit. Desnoods in een omnibus. De tijd is er rijp voor, de wereld smacht anno 2020 naar Kent Haruf.

De voorzet is gegeven. Welke uitgever kopt hem glorieus binnen?

 

Column: Haruf Meer lezen »

Scroll naar boven