Drie jongens van een jaar of zestien lopen als een treintje door de winkel. Achter elkaar. Het is ongeveer 26 graden buiten en in de winkel misschien nog een graadje warmer. Ze hebben alle drie een baseball cap op hun hoofd, met daaroverheen de muts van hun hoodie en voor alle zekerheid ook nog de capuchon van hun gewatteerde jas.
BROEKSRIEM
Ondanks de vele kleren proberen ze zo cool mogelijk over te komen en ik verbaas mij dat ze ondanks alles tóch nog vergeten zijn om een broeksriem door de lusjes van hun spijkerbroek te halen. Met name de achterste jongen doet bijna wanhopige pogingen om zijn broek omhoog te houden.
GANGSTER
Boven de rand van hun sportschoenen zijn steeds even witte sokjes te zien. Hoewel ze duidelijk als een soort gangster willen overkomen, zorgen die sokjes voor een bijna vertederend beeld. Ze proberen de illusie te wekken dat ze als stoere mannen met hun blote voeten in hun schoenen zijn gestapt. Die sokjes willen echter niet meewerken. Het maakt duidelijk dat ze vooral geen zere voeten willen krijgen.
HEUPEN
Na iedere derde of vierde stap zakt hun broek weer naar beneden en zijn de witte sokjes eventjes uit het beeld verdwenen. In plaats daarvan zijn felgekleurde onderbroeken te zien met allerlei flitsende patronen. Ongetwijfeld van een voor de jeugd zeer bekend en gewild merk. Snel trekken ze hun jeans weer naar boven in de hoop dat ze eventjes wat langer rond hun heupen blijven hangen. Waardoor de witte sokjes weer te bewonderen zijn.
Het ritje door de winkel komt bij de toonbank tot stilstand.
VERTAALMACHINE
“Toto zetten?”, vraagt één van de jongens. De vertaalmachine in mijn hoofd maakt er een echte zin van en ik begrijp dat hij op wedstrijden wil gokken. Maar helaas voor hem hebben wij geen loterijen. “Misschien kan je het verderop bij de sigarenwinkel scoren”, doe ik een dappere poging om even met een streetwise antwoord te komen. Ze kijken mij echter aan alsof ik een andere taal spreek.
“Huh?”
BAKKER
Ik vertel nu in normale woorden dat ze bij de sigarenwinkel verderop wel loten verkopen. Voorbij de busbaan, naast de bakker.
“De bakker?
Kan je daar Toto zetten?”
BUSBAAN
Ze kijken mij nu allemaal met verbazing aan. Ik weet zeker dat ik niet gezegd heb dat je bij de bakker kan gokken, maar dat is blijkbaar wat ze hebben opgevangen. Als ik nogmaals wil uitleggen dat ze bij de winkel náást de bakker moeten zijn, is het treintje alweer in beweging gekomen en lopen ze achter elkaar naar de uitgang. In plaats van linksaf richting de busbaan, lopen ze naar rechts en haal ik mijn schouders op.
ZWEETDRUPPELS
Tien minuten later zie ik ze weer opnieuw voorbijlopen, nu de goede kant op. Ze zijn niet even snel naar huis gegaan om een broekriem te halen en de witte sokjes floepen nog steeds op komische wijze tevoorschijn. Bij de voorste jongen zie ik de zweetdruppels op zijn voorhoofd staan.
KASSA
Achter de kassa trek ik bijna automatisch mijn broek een stukje omhoog.