Ik woon samen met twee vrouwen, waarvan de jongste inmiddels zestien is. Haar moeder komt uit een gezin van Feijenoord fans, maar vertelde altijd trots dat zij als enige voor Ajax was. Geen idee waarom, maar zo was het gewoon. Haar familie komt uit Zeeland, dus dan kan je het ze niet kwalijk nemen dat ze niet allemaal verstand van voetbal hebben. Nou bleef het ‘voor Ajax zijn’ bij Astrid wel redelijk beperkt tot die ene zin. Ze was wel voor Ajax, maar voor de rest gaf ze er geen donder om. Ze keek niet naar voetbal, vroeg ook nooit aan mij of ze gewonnen hadden of tegen wie ze het volgende weekend moesten spelen. Nou kon ze aan mijn humeur meestal wel aflezen of Ajax had gewonnen of verloren. Alleen een gelijkspel was wat lastiger te interpreteren. Dat ik naar voetbal keek en soms wel eens een klein beetje hard kon juichen, werd mij vergeven. Tenzij Astrid en Johanna daar wakker van werden en daardoor steeds iets minder voor Ajax waren.
“Is er nou alweer voetbal?” was dan ook een vaak gehoorde klacht bij mij thuis. Vreemd trouwens, want bij ons kijkt vrijwel nooit iemand naar de televisie. Alleen ik. Naar Ajax. En als ik er zin in heb naar Manchester City, Barcelona, Liverpool of een willekeurige topper uit de Premier League. Of soms de Spaanse competitie. Of heel soms de Duitse Bundesliga. Of de Amerikaanse competitie, maar alleen omdat Frank de Boer daar trainer is. En vanwege Zlatan. Zelf kijken de dames het liefst op hun laptop of tablet naar een serie op Netflix. Mooi toch? Wie heeft er dan last van het feit dat ik naar Ajax kijk?
Na vele jaren van in mijn eentje naar Ajax kijken – wat overigens heel erg fijn is – begon Johanna ergens tijdens het vorige Champions League seizoen plotseling interesse in voetbal te krijgen. Met name in Ajax. Wat niet vreemd is gezien het feit dat ze weliswaar een Zeeuwse moeder heeft, maar wel degelijk in Amsterdam is geboren. Plotseling vertelde ze mij dat Ajax vanavond tegen Real Madrid ging spelen met Tadic in de spits. Huh? “Heb je nou je zin?”, snauwde Astrid mij meteen toe. “Je hebt mijn kind verpest.” Ik stamelde iets van sorry, maar had geen idee hoe dit was ontstaan. Het Ajax-virus had haar te pakken. Ik denk trouwens niet via mij maar via haar collega’s van de winkel waar ze sinds kort werkte naast haar studie. Een paar uurtjes per week, maar daar werd blijkbaar veel over Ajax gesproken. Daarnaast speelde mee dat ze die Donny van de Beek wel héél erg leuk vond. Bij mij veranderde diens naam meteen in Donnyponny, wat mij regelmatig een paar dodelijke blikken opleverde.Maar ze wist binnen een paar dagen alle namen van alle spelers uit haar hoofd, zelfs inclusief hun rugnummers. Ze volgde Ajax en een paar spelers op Instagram en stuurde mij plotseling Whatsappjes met het laatste nieuws over Ziyech en Frenkie de Jong.
Johanna een Ajax-fan. We noemen haar al sinds jaar en dag Jootje, dus feitelijk had ik het al eerder moeten zien aankomen. Het is echter reuze gezellig, samen op de bank naar Ajax kijken. Ze snapt de spelregels inmiddels aardig. De bal moet in het doel. Zoveel mogelijk in het doel van die keeper die niet van Ajax is. Hoe simpel kan het zijn? Met buitenspel had en heeft ze het moeilijker. “Buitenspel? Die bal ligt toch gewoon midden op het veld, hoe kan het dan buitenspel zijn. En waarom krijgt Ajax dan geen ingooi?”. Inmiddels weet ze een beetje hoe het zit, of doet ze alsof. Ze heeft het er in ieder geval niet meer over. Wel krijg ik soms een andere indringende vraag. Bij de start van de tweede helft tegen PAOK bijvoorbeeld. “Wisselen ze altijd van speelhelft na de rust?”. Dat kon ik nog afdoen met een simpele knik van mijn hoofd. “Wisselen ze dan ook van dug-out?” was de volgende vraag. Tja… het blijft natuurlijk gewoon een meisje. Gisteren tijdens de wedstrijd tegen Apoel had ze er weer eentje. Ze zag beide keepers de bal vaak uitrollen naar een verdediger en vroeg plotseling: “Kunnen keepers ook goed bowlen?”.
Haar liefde voor Donny van de Beek is de afgelopen maanden blijven groeien. Het idee dat hij misschien zou vertrekken was haast onverdraaglijk. Wilde ze dan nog wel voor Ajax zijn? Of sowieso nog naar voetbal kijken? Gisteren verzuimde Van de Beek tot twee keer toe een medespeler alleen voor de keeper te zetten. “Potverdorie!”, schreeuwde Johanna het uit. “Misschien moeten ze hem gewoon alsnog verkopen!”
De voetballerij…. Het is een keiharde wereld.