“Heb je ook tijdschriften over vissen?” Een oudere man die wel vaker in de winkel komt stelt de vraag nadat hij even bij de tijdschriftenwand heeft staan kijken. Ik vraag of hij iets zoekt over de sport of over de over de vissen zelf.
PLEZIER
“Nou, sport…”, zegt de man. “Ik doe het voor mijn plezier, niet om er prijzen mee te winnen.”
VARIATIES
Eerlijk gezegd wist ik niet dat je met het wegwerpen van een dobber iets kon winnen, maar het verbaast mij helemaal niets. Volgens mij heet het vissen langs de waterkant echter wel degelijk hengelsport. Het is in ieder geval de titel van een tijdschrift, dat wij ooit in het assortiment hadden zitten. Misschien dat er naast het turen naar het uiteindje van je hengel ook wel variaties zijn die het ‘hengelen’ combineren met de hink-stap-sprong.
BLOEDNERVEUS
Ik heb werkelijk geen idee.
Mijn vader zat vroeger graag met een stoeltje langs de sloot in Geuzenveld. De Albardagracht, een plekje waar meer mannen met dezelfde hobby uren konden doorbrengen. Misschien dat ik hem wel eens gezelschap heb gehouden, maar uiteindelijk was het niets voor mij. Voor hem was het rustgevend, naast zijn drukke baan in het Binnengasthuis van Amsterdam, maar zelf werd ik er bloednerveus van.
BEET
Ik loop naar de tijdschriftenwand en pak het tijdschriften Beet voor mijn klant tevoorschijn. Het is het enige blad dat ik op dit moment voor hem heb en hij is er blij mee. “Die wil ik hebben”, zegt hij dan ook. Hij bladert er meteen doorheen en ik zie allemaal bladzijden met werphengels en tientallen verschillende haakjes en dobbers. De meeste haken zien er afschrikwekkend uit. Alsof ze de hoofdrol hebben in een griezelfilm. Mijn vader had ook altijd een koffertje bij zich met aas, dobbers, tangetjes en weet ik veel wat nog meer.
VISWINKEL
Mijn klant rekent af en loopt vervolgens schuin naar de overkant. De viswinkel. Geen hengels en dobbers, maar paling, makreel, haring en nog veel meer lekkernij. Blijkbaar gooit hij – net als mijn vader dat altijd deed – zijn vangst meteen terug het water in, anders zou hij bij de viswinkel weinig te zoeken hebben. Even later zie ik hem buiten met een bakje kibbeling staan. Als hij mij ziet staan, zwaait hij even en prikt vervolgens weer een stukje vis aan het vorkje.
GESTOPT
Het smaakt hem uitstekend.
Andere klanten vragen mijn aandacht en als ik later nog een keer naar buiten kijk is de man alweer vertrokken. Een week of twee later komt hij weer de winkel binnen. “Nog wat gevangen?”, vraag ik belangstellend. “Nee, ik ben er alweer mee gestopt”, zegt hij verrassend genoeg. “Ik heb een vrouw leren kennen en die wil leuke dingen doen. Dagjes weg, naar mijn of haar kleinkinderen. Soms een weekendje naar een andere stad en binnenkort met de bus naar Duitsland.”
SPONTAAN
Hij kijkt mij stralend aan.
“Ik heb eindelijk iets leuks aan de haak geslagen”, flapt hij er spontaan uit.
SCHRIKT
Hij schrikt van zijn eigen opmerking maar meteen daarna schatert hij het uit van het lachen.