Een aantal jaar geleden las ik het debuut van Bart Chabot. Triggerhappy. Ik vond het niet best. De schrijfstijl sprak mij aan maar het verhaal zelf was van een bedenkelijk niveau. Althans…. Dat vond ik. Voor wat het waard is. Ik schreef een recensie en kreeg later wel wat spijt van de mogelijk te felle kritiek.
Bart had ongetwijfeld zijn best gedaan. In de jaren daarna zag ik Chabot regelmatig op televisie voorbij komen en later kwamen daar ook twee van zijn kinderen bij. Met name Splinter Chabot stond op een gegeven moment volop in de belangstelling en zijn debuutroman ging ook in mijn winkel makkelijk over de toonbank. Bart Chabot had in dezelfde periode “Mijn vaders hand” uitgebracht waarop met “Hartritme” inmiddels ook een vervolg is verschenen. Het bleken autobiografische romans te zijn en aangezien ik ooit in Triggerhappy begon omdat de persoon Chabot mij wel aansprak, besloot ik enthousiast aan het levensverhaal van de auteur te beginnen.
Tot dat moment wist ik feitelijk weinig tot niets van Bart Chabot. Bril, grote ogen, duidelijk geval van ADHD. Ik moest altijd om hem lachen als ik hem op televisie zag. Niet vanwege die grote ogen, maar vanwege zijn enthousiasme. Hij sprak met zoveel vuur over alles wat hij had meegemaakt, met liefde over Herman Brood, vol passie over zijn werk en met veel genegenheid over zijn vrouw en kinderen. Hij struikelde soms over zijn woorden, zoveel wilde hij vertellen. Op mij kwam hij over als een man die alles goed voor elkaar had, genoot van het leven en daar ook alle redenen voor had.
‘Mijn vaders hand’ maakt duidelijk dat Chabot flink heeft moeten knokken voor zijn huidige geluk. Het is een heftig en hartverscheurend verhaal over een jongen die bij zijn geboorte werd opgezadeld met ouders die niet voor kinderen in de wieg waren gelegd. Ik geloof graag dat de jonge Chabot geen engeltje was maar dat doet niets af aan het feit dat hij geen enkele steun en liefde van zijn vader en moeder kreeg. Ook de leraren op school wisten zich geen raad met hem, in een tijd die op veel vlakken totaal onvergelijkbaar is met de dag van vandaag. Met prachtige zinnen doet Chabot verslag van zijn jeugdjaren en schets een tijdsbeeld die voor veel leeftijdsgenoten herkenbaar zal zijn. Het wierp mij soms terug naar mijn eigen jeugd. Ook ik kreeg regelmatig een paar tikken van mijn vader, maar niet zoals bij Bart Chabot, en mijn moeder sprong er altijd tussenin. Daarnaast toonde mijn vader genoeg tekenen van genegenheid. Hij was een kind van zijn eigen opvoeding.
Bart Chabot moest zonder hulp van zijn ouders zijn weg in het leven vinden. Dat ging letterlijk met vallen en opstaan. Het is onmogelijk om geen grote sympathie voor het jonge ventje te krijgen en je af te vragen hoe het mogelijk is dat een vader en moeder zo weinig moeite doen om hun kind te beschermen. Chabot beschrijft veel gebeurtenissen uit zijn jeugd met een heldere pen en maakt zijn eigen rol in het geheel niet mooier dan het was. Het boek eindigt als zijn eigen gezin compleet is en hij alle banden met zijn ouders heeft verbroken. Hij beschrijft nergens hoe en waar hij zijn vrouw heeft ontmoet maar duidelijk is dat hij zijn eigen gezin koestert als een man die zich zeer bewust is van de juiste weg die hij als vader moet bewandelen.
Inmiddels heb ik steeds meer spijt van mijn recensie van Triggerhappy. Weliswaar geen hoogstaand boek, maar ik heb Bart Chabot dankzij ‘Mijn vaders hand’ beter leren kennen. In vijfhonderd pagina’s is hij min of meer een dierbare vriend geworden. Een Amsterdammer en een Hagenees. De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Ik heb hem nog nooit ontmoet en de kans is klein dat het ooit gaat gebeuren. Toch weet ik nu het een en ander over hem, stukjes en beetjes over zijn jeugd welke hij in het boek heeft prijsgegeven. ‘Mijn vaders hand’ is een zeer indrukwekkend boek, geschreven met een lach en een traan. Ik durf het een klein meesterwerk te noemen. Het vervolg, ‘Hartritme’, ligt inmiddels klaar en ik kan niet wachten om te beginnen.