web analytics

Column: Henk

“Dag jongen, heb jij een paar lekkere boeken voor mij?” Een vrouw op leeftijd met een Amsterdamse tongval komt naar de toonbank. “Mijn man is de pijp uit en nu heb ik eindelijk tijd om weer lekker te lezen.

Hij was een schat hoor, maar hij leefde de laatste jaren als een kasplantje. Veel pijn en gedoe. Er was wel plaats bij zo’n hospice in de buurt maar dat wilde we niet. Het is in voor- en tegenspoed en dus ik heb zelf voor hem gezorgd. Wel zwaar hoor, daar niet van. We hebben echter veel mooie tijden gehad en werkelijk overal geweest. Rusland, Amerika, Afrika. Hij werkte bij KLM en toen kon je nog heel goedkoop vliegen.”

U ook goedemorgen……

“Nou, wat heb je voor moois voor mij, schat?”

Terwijl ze het vraagt ziet ze de tafel met boeken van Lucinda Riley. “Die moet ik niet, al dat gezemel over die zussen. Ik had er zelf zes en ze waren allemaal tegen mijn huwelijk met Henk. Ik ben de op twee na jongste en heb ze allemaal weten te overleven. Krengen waren het, echt waar. Ik hoop niet dat de hemel bestaat want ik moet er niet aan denken om ze later weer tegen te komen. God bewaar me. Het idee alleen al. Stel je voor dat Henk nu met dat stelletje aasgieren naar beneden zit te kijken. Ik krijg er gewoon koude rillingen van.”

Tja….

“Oh, dit ziet er spannend uit.” Ze loopt naar de tafel met thrillers en pakt ‘Irene’ van Pierre Lemaitre. Ook het ernaast gelegen ‘Alex’ pakt ze op. “Ja, die wil ik hebben”, zegt ze nadat ze hardop de achterkant heeft gelezen. “Hier hou ik dus wel van. Dat je niet weet wie het heeft gedaan en er dan tijdens het lezen probeert achter te komen. Zelf een beetje in de huid van zo’n politieman kruipen. Heerlijk gewoon. Beter dan al die romantische boeken. Klef gedoe allemaal.” Ze loopt verder langs de boekentafel en ziet de serie van Nicci French over Frieda Klein. Ze pakt het eerste deel en leest wederom hardop waar het boek over gaat. “Ja, die wil ik ook. Het is een serie zie ik. Uit hoeveel delen bestaat die?”

Uit acht boe….

“Ik zie het al, zeven dagen en nog een laatste deel. Dan neem ik de eerste drie delen. Dan heb ik al wat liggen en kan ik even vooruit. Anders moet ik om de dag weer naar jouw winkel lopen. Ik zie je graag hoor, daar ligt het niet aan. Een mooie winkel, ik kan niet anders zeggen. Alleen, als het niet nodig is dan is het niet nodig. Toch? Ik koop er liever een paar tegelijk. Heb je ook tijdschriften, lieverd? Wacht, ik zie het al. Eerst kijken en dan pas vragen. Dat zij Henk ook altijd tegen mij. Ik trok altijd eerst mijn scheur open zonder te kijken. Dat is gelukkig wel anders geworden. Even kijken, de Panorama of zoiets, dat heb je vast wel. Toch, zo’n mooie winkel als die van jou, die heeft vast wel de tijdschriften die ik zoek.”

Ja hoor, die staat….

“Hier zie ik hem al. Helemaal goed, jongen. Gevonden. Heerlijk dat je hier nog zo goed geholpen kan worden. Vroeger hadden Henk en ik een abonnement maar de laatste jaren kochten wij hem los. Niet ieder nummer, maar gewoon als we er zin in hadden. Als het mooi weer was en dan lekker in de tuin met een glaasje jenever. Gezellig. We hadden een mooie tuin op het zuiden en dan zaten wij daar lekker te bakken in de zon. Dan mag tegenwoordig niet meer. Nu krijg je daar huidkanker van, maar daar hadden we vroeger helemaal geen last van. Henk had altijd een bruine bol en met die blonde haren zag hij er uit als een Griekse god. Mijn zussen waren altijd stik jaloers. Dat was in Amsterdam. Nu woon ik al een paar weken in Almere. Ook leuk hoor.”

Ze loopt naar de toonbank en rekent de boeken en het tijdschrift af.

“Henk zou het hier ook leuk gevonden hebben. Heb ik al verteld dat hij dood is? Zo dood als een pier, de arme schat.”

Scroll naar boven