Mevrouw De Waal, een vaste klant van onze winkel, loopt op de toonbank af met twee boeken in haar hand. De verzamelde liedjes en gedichten van Willem Wilmink – een bundeling die wij eigenlijk altijd op voorraad hebben – en De Bourgondiërs van Bart van Loo. Laatstgenoemde blijkt een cadeau te zijn voor haar schoonzusje in Amsterdam.
Oek de Jong
“Die is gek van de schilderijen van Jan van Eyck en dit boek heeft ze nog niet. Ideaal voor haar verjaardag.” Ik pak het in en reken de boeken met haar af. Ondertussen praten wij nog door over verschillende boeken en komen ook de Zeven Zusters van Lucinda Riley voorbij. “Ik snap niet dat het eerste deel van die keukenmeidenserie al twee jaar achter elkaar het bestverkochte boek van Nederland is”, zegt ze daarover. Ik vertel dat het ook mijn genre niet is maar dat Riley wel degelijk een zegening voor de boekwinkels is. “Die boeken zijn trouwens beter geschreven dan u denkt en blijken verslavend te zijn voor bijna iedereen die eraan begint. Niet alleen het eerste deel vliegt over de toonbank maar ook de andere delen van de serie.” Ik kan mij er niets bij voorstellen, zegt mevrouw De Waal resoluut. “Volgens mij is het gewoon een soort bouquetreeks voor mensen die nooit iets anders lezen dan kasteelromannetjes.” Mevrouw De Waal is een veellezer en verslindt met name romans van de grote schrijvers van deze en de vorige eeuw. Maarten ’t Hart, Oek de Jong, Ilja Leonard Pfeijffer, Pascal Mercier, John Maxwell Coetzee, Isabel Allende en ga zo maar door.
“Weet u wat?”, zeg ik. “U krijgt het eerste deel van mij gratis en voor niets. Als u het echt niets mocht vinden, dan geeft u hem terug. Als u na het lezen ook deel twee wil kopen, dan rekenen wij hem alsnog af.” Ze kijkt mij argwanend aan, op zoek naar een addertje onder het gras. Ik kijk zo onschuldig mogelijk terug en wacht op haar reactie. “Je bent een schurk”, zegt ze uiteindelijk. “Je weet dat ik deze uitdaging niet kan weigeren.” Rotzak die je bent. Ze lacht breeduit terwijl ze het zegt. Ze belooft dat ze in het weekend aan het boek gaat beginnen en ik stop het eerste deel van de Zeven Zusters in de papieren tas waarin ook Wilmink en Van Loo al een plekje hebben gevonden. Maandag krijg je het weer terug, zegt ze in volle overtuiging. Ik zet deel twee en drie vast voor u klaar, is mijn antwoord.
De Zeven Zusters
Maandag staat mevrouw De Waal weer in de winkel. Ik zie meteen aan haar blik dat ik de uitdaging heb gewonnen. Zij ziet direct dat ik het al weet. “Wat ben je toch een rot vent. Je wist het!”. Ze had de hele zaterdag gelezen en met iedere pagina van het boek kreeg Lucinda Riley haar meer in een ijzeren greep. Ze kon het amper wegleggen en had maar één wens: het boek zo snel mogelijk uitlezen. Ze moest weten wat er allemaal nog ging gebeuren. “Je hebt geen gelijk”, zegt ze vals. “Ik wil niet alleen deel twee en drie, ik wil ze allemaal. Hoeveel zijn er?” Op dit moment zes delen en ik heb ze allemaal liggen, vertel ik haar. Deel zes is nog maar net uit. Zonder blikken of blozen koopt ze de resterende vijf delen van de Zeven Zusters. “Onvoorstelbaar”, zegt ze. “Het is veel beter geschreven dan ik dacht. Hoewel het geen hoogstaande literatuur is, weet die Riley wel hoe ze een verhaal moet vertellen. Het weet mateloos te intrigeren en ik wil gewoon weten wat er nog meer gaat gebeuren.” Ik zei het toch? De boeken zijn voor heel veel vrouwen een verslaving. Mevrouw De Waal knikt afwezig terwijl ze de achterkant van het tweede deel bekijkt. Ik hoor haar goedkeurende geluiden maken waarna ze de boeken in haar tas stopt. “Nou, je ziet mij wel weer zodra ik ze heb gelezen.”
“Goedemiddag, mevrouw. Ik heb u een tijdje niet gezien.”
Deel 7
Na een afwezigheid van enkele weken staat mevrouw De Waal weer voor mijn toonbank. “Ik heb ze uit!” is het eerste wat ze zegt. Die boeken zijn verslavend, je had helemaal gelijk. Ik durf toe te geven wanneer ik mij heb vergist. Wat kan dat mens vertellen, onvoorstelbaar. Ik heb nu zes delen uit maar het heet de Zeven Zusters. Waar is deel zeven? “Tja… dat gaat nog wel een jaartje duren”, zeg ik voorzichtig. “Deel zes is nog maar net verschenen. Ik denk dat Lucinda Riley het laatste deel nog aan het schrijven is.” Mevrouw De Waal kijkt mij met totale verbijstering aan. Nog niet verschenen? NOG NIET VERSCHENEN???? Hoe moet dat dan? Ik wil verder lezen. Ik moet weten hoe het verder gaat. Ik kan toch niet zomaar een jaar wachten? Nog een jaar? “Wat heb je mij aangedaan?” Ik kan het ook niet helpen, mevrouw. Ze heeft nu eenmaal tijd nodig om te schrijven. Gelukkig zijn er nog genoeg andere boeken die u kunt lezen. Ik heb een winkel vol met goede boeken.
“Goede boeken? Ik wil iets van Riley!”
Deel zeven gaat echt nog een jaar duren ben ik bang. Het lijkt erop dat u behoorlijk verslaafd bent geraakt aan haar boeken. Ik heb u nog zo gewaarschuwd, maar u wilde natuurlijk niet luisteren. “Ja, ja…. Iedereen heeft een hekel aan wijsneuzen. Je hoeft het niet in te wrijven, schurk die je bent.” Ze kijkt mij enigszins wanhopig aan. Als u wilt heb ik nog wel andere boeken van haar. Niet over de zussen, maar wel van dezelfde auteur.
“ECHT WAAR???? Zeg dat dan meteen. Waar staan ze?”