Meneer Brouwer was jarenlang een vaste klant. In het begin zocht hij in stilte zijn weg door onze winkel en kocht hij iedere week een krant of een tijdschrift. Regelmatig ook een boek. Hij zei nooit veel, maar dat veranderde langzaam maar zeker met de jaren. We kwamen steeds iets meer over hem te weten. Zijn favoriete auteurs, waar hij woonde, dat hij in zijn werkzame leven les heeft gegeven op een middelbare school. Nederlands volgens mij, hoewel hij dat nooit expliciet heeft gezegd.
Dat hij weduwnaar was en een aantal jaar in het buitenland heeft gewoond. Hij werd met ieder bezoek steeds meer een onderdeel van de winkel. Met sommige mensen gaat dat zo, die vergroeien met het beeld dat je van je winkel hebt. Die maken meer indruk dan een ander. Die horen er gewoon bij. Zonder dat je er een vinger op kan leggen waarom dat nou zo is.
Ik denk dat hij al over de tachtig was toen ik hem voor het eerst in mijn winkel zag. Toen ik hem althans herkende als een man die ik al eerder had gezien. Hij was niet overdreven lang of indrukwekkend. Gewoon een oudere man met een bepaalde uitstraling. Vriendelijk. Toegankelijk. Betrokken. Hij vroeg bij het afrekenen vaak hoe het ging met de winkel. Dat hij hoopte dat wij het zouden redden in een winkelcentrum dat betere tijden had gekend. Een boekwinkel vond hij uitermate belangrijk. Essentieel. Als winkel maar ook als ontmoetingsplek. Hij had zijn vrouw ooit leren kennen in een boekwinkel. Allebei als klant en beide met een liefde voor boeken. In de loop der jaren was hij minder gaan lezen. Zijn ogen werden slechter en na het overlijden van zijn vrouw had hij ook minder rust in zijn lichaam. Hij las nog wel, maar op de een of andere manier was het heilige vuur een beetje gedoofd.
Ongrijpbaar
Als hij een boek kocht dan kwam hij soms na een paar weken weer terug voor hetzelfde boek. Dan kocht hij er nog een of twee om cadeau te geven. Het had indruk gemaakt of een gevoelige snaar geraakt. Dan wist hij altijd nog wel iemand die hij er mee kon helpen. Mee verrassen. Mee verblijden. Dat deed hij graag, mensen verrassen. Meneer Brouwer was een man zoals er volgens mij niet zo heel veel meer zijn. Door hem van de oude stempel te noemen doe je hem te kort. Hij bezat de normen en waarden die vroeger inderdaad nog normaal waren en vandaag de dag steeds meer verloren dreigen te gaan. Dat was echter niet alles. Hij had meer. Zonder dat je er echt de vinger op kon leggen. In doen en laten had hij iets ongrijpbaars, iets wat simpelweg niet te benoemen valt. Iets wat misschien ook niet meer bestaat. Wat vroeger mogelijk nog gewoon was maar nu uiterst zeldzaam. Hij viel op door helemaal zichzelf te zijn. Het lag niet aan zijn kleding, niet aan zijn uiterlijk, niet aan zijn spraak. Misschien waren het zijn ogen, die iets uitstraalde dat met geen enkel woord te vangen valt.
De afgelopen drie jaar kwam hij steevast met een wandelstok de winkel in. Voor extra balans. Lopen ging moeilijker en de stok was een hulpmiddel dat hij nodig had om zijn dagelijkse rondje door het winkelcentrum te kunnen maken. Vroeger had hij veel aan sport gedaan. Atletiek. Nooit een teamsport, altijd individueel. Daar hield hij in sport het meeste van. Je lichaam tot de grens duwen en proberen boven jezelf uit te stijgen. Als je dat voor elkaar kreeg dan had je dat zelf gedaan en als het mislukte dan kon je niemand anders daar de schuld van geven. Wielrennen en schaatsen, ook daar hield hij van en het kon hem overdag soms voor uren aan de buis kluisteren.
Carys Davies
Het laatste boek dat hij bij ons kocht was “West” van Carys Davies. Op mijn aanraden. Hij zocht een mooi boek voor zichzelf en had geen enkele titel op zijn lijstje staan. Een mooie debuutroman over verdriet, eenzaamheid en hoop. Vol warmte en in mijn ogen werkelijk hartverscheurend mooi. Ik wist vrijwel zeker dat het bij meneer Brouwer in goede aarde zou vallen en dat het boek op z’n plaats zou zijn in een ongetwijfeld overvolle boekenkast. Een perfecte match. In de daaropvolgende dagen keek ik uit naar zijn volgende bezoek aan de winkel. Ik was benieuwd naar zijn reactie. Het verhaal leek mij goed bij hem te passen, maar je wist maar nooit.
Misschien had ik hem gemist en was hij langs geweest op een dag dat ik er niet was. In ieder geval had ik hem een week of drie niet meer gezien. Dat gebeurde wel eens vaker. Mogelijk bleef hij wat meer binnen vanwege de corona. Hij was geen man die zijn medemens in de problemen zou willen brengen en de kans was groot dat hij zich volledig aan de regels zou houden. Hij had twee kinderen, dochters, die ergens anders in Nederland waren neergestreken. Ze kwamen regelmatig in Almere hun vader bezoeken maar ik had ze in de winkel nog nooit gezien. Volgens mij kwam meneer Brouwer ergens uit het midden van Nederland en was hij om de een of andere reden pas na het overlijden van zijn vrouw naar Almere verhuisd. Mogelijk was hij al vaste klant van mijn winkel voordat ik het van de vorige eigenaars had overgenomen. Ik heb het hem eerlijk gezegd nooit gevraagd. Het is ook nooit bij mij opgekomen. Hij was er gewoon. Hij hoorde er gewoon bij.
Het was een klein berichtje in de plaatselijke krant. Overleden. Jan Brouwer, 89 jaar oud. Na een kort ziekbed. Weduwnaar van….. Slechts een paar regels. De namen van zijn dochters en hun echtgenoten. Kinderen en achterkleinkind. De crematie had in stilte plaatsgevonden.
Klanten worden soms een beetje familie. Jan Brouwer was familie.
Ik hoop dat hij het boek heeft uitgelezen en ervan heeft genoten.