Ik ben bezig de boeken van het Centraal Boekhuis uit te pakken. Een man komt de winkel binnen en stapt meteen mijn kant op. “Dag meneer, ik ben op zoek naar het nieuwe boek van Marente de Moor. Een roman. Ik weet niet hoe het heet, maar het is onlangs verschenen en mijn zus wil hem graag lezen. Ze is deze week jarig. Haar man had echter geen tijd om het te kopen.” Hij kijkt mij verwachtingsvol aan. Ik moet twee tellen nadenken en geef dan direct antwoord.
“De schoft.”
AARZELEND
De man schrikt een beetje en doet een stapje naar achteren. “Nou, nou…”, zegt hij aarzelend. “Ik geef toe, ik ben ook geen enorme fan van hem, maar hij is nu eenmaal getrouwd met mijn zus.” Als ik in de lach schiet weet hij even niet wat hij moet doen. Boos worden, weglopen of toch wachten tot ik het boek tevoorschijn tover. “Ik ga het voor u pakken”, zeg ik en loop naar de achterste tafel. Ik kom terug met het boek van Marente de Moor. De titel staat duidelijk op de voorkant. De man ziet en leest het.
De schoft.
NORMAAL
Het doet mij denken aan een soortgelijk moment dat een paar weken eerder heeft plaatsgevonden. Een klant liep door de winkel en keek op alle boekentafels, duidelijk op zoek naar een specifieke titel. Met een zucht staakte hij zijn speurtocht en liep naar de toonbank. “Heb je dat nieuwe boek van Maxim Februari?”, vroeg hij. “Mijn broer is morgen jarig en die wil het graag hebben. Geen idee waarom.” Ik knikte en zei: ”Doe zelf normaal.” Op hetzelfde moment bedacht ik mij dat het eigenlijk wel een grappig antwoord was. De man voor mijn toonbank regeerde met enige verbazing en vroeg zich duidelijk af wat hij verkeerd had gedaan. Ik liep naar de boekentafel en pakte het gevraagde boek.
Doe zelf normaal.
Hij schoot direct in de lach en ook ik moest grinniken. “Toen ik het zei dacht ik al dat het voor verwarring kon zorgen.”
PELGRIM
In het verleden is dit wel vaker voorgekomen. Een klant die binnenkwam en aan mij een spannend boek vroeg. ”Ik ben Pelgrim”, was mijn antwoord. “Oh sorry, meneer Pelgrim. Heb je een spannend boek voor mij?” Hij vond mijn reactie duidelijk wat vreemd, maar kon er even later hartelijk om lachen. Nog altijd komt hij regelmatig naar mijn winkel om thrillers of avonturenromans te kopen en noemt mij dan met een knipoog steevast Meneer Pelgrim.
Een paar jaar geleden vroeg een klant om de nieuwe Baldacci. Hij vertelde dat hij de titel even kwijt was. “Geheugenman”, was het antwoord waarmee ik hem dacht te helpen. Hij knikte meteen en ik dacht dat hij zich de titel nu weer kon herinneren. In plaats daarvan vertelde hij dat zijn geheugen inderdaad sterk achteruitging, hij zich daar best wel zorgen over begon te maken en dat hij eigenlijk alles zou moeten opschrijven.
MANSELL
“Heb je echter de nieuwe Baldacci voor mij?”
Ik kan mij ook een vrouw voor de geest halen die bij de toonbank om de nieuwe Jill Mansell vroeg. Een cadeau voor haar moeder. Uiteraard hadden wij dat boek op voorraad. Ik pakte het voor haar uit de winkel en zei: “Je bent geweldig”. Ze kleurde meteen rood en vertelde dat ze een vriend had. Daarnaast was ik duidelijk een aantal jaar ouder dan haar. Toen ze het boek zag en de titel las, begreep ze wat er aan de hand was. Ze kon er gelukkig om lachen en ze komt nog altijd bij ons haar boeken kopen.
ZWAGER
De klant voor het boek van Marente de Moor is blij met het boek dat hij cadeau wil geven. “Daar kan ik straks nog wel een paar grappen mee maken”, zegt hij, duidelijk geïnspireerd door ons gesprek en de verwarring die vandaaruit ontstond. “Mijn vrouw weet dat ik mijn zwager niet zo moet en ook voor mijn zus kan ik het nooit echt verbergen. Op haar verjaardag zal ik het in een volle huiskamer hardop tegen mijn zus zeggen. Sjaak zei dat je dit boek wilde hebben.”
“De schoft.”
HIKKEND
Hij verlaat hikkend van de lach mijn winkel.