web analytics

Column: Strafschop

Foto: Giorgio Trovato op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Ik kreeg in 1974 tijdens een training in Zeist, onder het oog van een woedende Rinus Michels, een aai over mijn hoofd van Johan Cruijff en ik heb nog steeds het steentje in mijn bezit wat hij daarna achteloos wegschoot voor de deur van de kleedkamers. De woede van de bondscoach was niet op mij gericht maar op de officials van de KNVB die de voorbereiding van het Nederlands elftal richting het aankomende WK niet serieus namen door een Amsterdamse jeugdselectie uit te nodigen om te komen trainen.

Dat zou ten koste gaan van de concentratie van zijn spelers en paste totaal niet bij een sportorganisatie die van mening was dat Oranje een rol van betekenis kon spelen op het allerhoogste podium. Als veertienjarig ventje had ik geen idee of Michels gelijk had. Ik vond het vooral geweldig dat ik Cruijff had ontmoet.

Neeskens

Tijdens de training die wij daar kregen hebben we geen glimp meer van het Nederlands elftal opgevangen. Aan het eind van de dag werd er een penalty wedstrijd gehouden en mochten spelers die de meeste indruk hadden gemaakt allemaal drie strafschoppen nemen. Als verrassing stond Jan Jongbloed in het doel. In het geel. Met bibberende knieën stonden een aantal jonge voetballers op hun beurt te wachten. Jongbloed leek bijna het gehele doel te vullen. Waar moest je in hemelsnaam die bal dan schieten? Ik heb geen idee hoe ik het voor elkaar kreeg, maar uiteindelijk vlogen mijn drie strafschoppen allemaal in het doel. Eén via de paal, één via de onderkant van de lat en de derde dwars door het midden. Net zoals Neeskens dat een paar maanden later in de finale deed. In mijn geval echter een stuk minder hard en geheel per ongeluk. Mijn veter was los, ik raakte de bal verkeerd en ook mijn schoen vloog richting de keeper van Oranje.

Jan Jongbloed

Ik was blij dat het voorbij was, pakte mijn schoen weer op en ging bij de andere kinderen staan om mij te vergapen aan Jan Jongbloed. Zoveel jaar later weet ik niet meer of Jongbloed wel zijn best deed om ballen tegen te houden. Misschien gingen alle strafschoppen er wel in, maar toen in de finale Duitsland een strafschop kreeg, hield ik mijn hart al vast. Als hij die van mij niet eens kon tegenhouden….

Een paar jaar later kreeg ik als voetballer van DCG de vraag of ik een keer wilde meetrainen met de voetballers van FC Amsterdam. Mijn vader kende iemand die iemand kende die in contact stond met trainer Pim van der Meent. Iets in die buurt. Ik was na jarenlang te zijn gebruikt als spits inmiddels een centrale verdediger geworden en vanwege mijn lengte was dat een fijne positie in het elftal. Minder vermoeiend, een mooi overzicht en volop mogelijkheden om je te onderscheiden. Samen met een ploeggenoot ging ik naar het Olympisch Stadion om mij te melden op de bijvelden, waar FC Amsterdam haar wedstrijden mocht spelen. Jongbloed was de eerste speler die ik tegenkwam in de kleedkamer en toen hij mij enthousiast een hand gaf, zou ik zweren dat hij nog wist dat ik drie strafschoppen tegen hem had benut. Hij gaf echter verder geen krimp en mijn teamgenoot van DCG kreeg dezelfde begroeting. Had die ook strafschoppen mogen nemen dan?

Boekwinkel Omta

De training en een daaropvolgende oefenwedstrijd tegen – ik dacht – MVV gingen in een waas aan mij voorbij. Blijkbaar ging het allemaal redelijk en ik kreeg de vraag of ik mee wilde met de club voor een trainingskamp. Even daarvoor had ik voor de zaterdag een baantje gekregen bij boekwinkel Omta op de Bos en Lommer in Amsterdam. Mijn ouders vonden dat ik mijn woord had gegeven en dus niet meer kon terugkrabbelen. Zo ging ik niet met voetballers als Frits Flinkevleugel, Heini Otto, Geert Meijer en André Wetzel naar het buitenland maar begon ik als verkoper in de boekwinkel.

Jongbloed vertrok een paar weken later naar Roda JC en stond daar een jaar of vier onder contract. Voor mij werd het een begin van een lange carrière in het boekenvak en heb ik volgens mij nooit meer een strafschop genomen.

Scroll naar boven