Ik ben mijn hele leven al voor Ajax geweest. Zolang ik mij kan herinneren. Geboren en getogen in Amsterdam en op jonge leeftijd betovert door Johan Cruijff. Nummer 14. De beste voetballer die er ooit is geweest. OK, je had ook nog ene Maradonna…. Eveneens een fenomeen, misschien wel nóg beter. Maar voor mij staat Jopie op één. Later werden Marco van Basten en Jari Litmanen ook helden.
KOMPAS
Mijn passie voor de club blijft groot en onverminderd. Zelfs als ze een keer laatste staan. Ajax is een vast en constant gegeven in mijn leven. Net als de muziek van Neil Young, Tom Petty, Bruce Springsteen, The Band, CSN en Bob Dylan. Een kompas. Ze definiëren voor een deel wie ik ben.
LOLKEMA
Jarenlang heb ik een seizoenkaart van Ajax gehad en ging ik twee keer per maand met het openbaar vervoer naar de Watergraafsmeer. Het laatste stuk met tram 9. Als ik naar het Olympisch Stadion moest, dan ging ik met de fiets die ik voor de deur van mijn opa en oma in de Sportstraat op slot deed. Opa Lolkema hield dan een oogje in het zeil. Als ik veel te vroeg was, dan dronk ik er een glas frisdrank of een kop thee. Ook naar Europese wedstrijden ging ik altijd kijken alsmede het Amsterdam 700 toernooi en de afscheidswedstrijd van Johan Cruijff.
1974
Met tranen in mijn ogen zag ik Ajax ten onder gaan tegen een ontketend Bayern München, dat tegen alle afspraken in met het mes in de schoenen het veld opstapte om Ajax een loer te draaien. Hier kreeg mijn vanaf het WK van 1974 sluimerende afkeer tegen het Duitse voetbal weer een nieuwe voedingsbodem.
FINALE
Jaren later nam Ajax – wederom in het Olympisch Stadion – wraak met fenomenaal voetbal welke uiteindelijk in een wedstrijd in Rome tegen AC Milan werd bekroond met de Champions League. De beker met de grote oren. Een jaar later stond Ajax weer in de finale, maar nu verloren ze van een met verboden middelen opgepept Juventus en twee absurde stafschoppen van Edgar Davids en Sonny Silooy. Bij de organisatie zoeken ze die twee ballen nog steeds, zo ver gingen ze voorbij het doel.
CONCENTRATIEKAMPEN
Ook in de literaire wereld heb ik mijn helden. Haruki Murakami bijvoorbeeld. Kent Haruf. Robin Hobb. Michael Connelly niet te vergeten en natuurlijk Wilbur Smith. De vele tientallen auteurs die de concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog wisten te overleven en hun ervaringen op papier hebben durven en kunnen zetten. Het lezen van hun indrukwekkende verhalen maakt mij altijd nederig, stil en verdrietig. Het geeft een niet te omschrijven gevoel van respect en bewondering voor wat zij hebben doorstaan.
LIFT
Toch ben ik niet van het verheerlijken van de mensen die ik zeer bewonder. Dat is dan weer een stap te ver. Ik volg ze niet op sociale media en verzamel geen handtekeningen. Ik stond ooit met Frank Rijkaard in een lift. Ik knikte hem gedag en deed verder of ik niet wist wie hij was.
HETZELFDE
Bij mij deed hij precies hetzelfde.