“Meneer, ik heb een gekke vraag.” Een man komt iets over 08:00 uur de winkel binnen en begint al bij de drempel tegen mij te praten. Ik heb nog niet eens de kans gehad om een slok koffie te drinken. De man heeft een velletje A4 in zijn handen. “Dit is voor de winkel aan de overkant, maar er is nog niemand aanwezig. Ik kan het onder de deur schuiven, maar de onderste regel is fout.”
Hij wijst naar het papier en kijkt mij aan alsof de rest voor zichzelf spreekt.
ARGWANEND
Ik werp een snelle blik op het vel papier en wacht geduldig op de gekke vraag. Je moet zoiets niet beloven om het vervolgens niet waar te maken. Zelf is hij er echter van overtuigd dat hij duidelijk genoeg is geweest en doet er het zwijgen toe. Ik pak mijn beker koffie en neem rustig een slok. Iets in mijn achterhoofd fluistert dat dit wel eens een column kan worden. Als ik een tweede slok neem, begint de man toch wat argwanend te worden.
“U kunt mij niet helpen?”
KLOK
Voorzichtig zet ik mijn beker op de toonbank. “Ik wacht nog op de gekke vraag”, zeg ik tegen hem. “Het enige dat ik weet is dat om de één of andere reden die onderste regel niet klopt, maar daar kan ik weinig aan veranderen.” Hij kijkt mij nu vol verbazing aan. “Ik dacht dat het wel duidelijk was”, zegt hij geïrriteerd. Het enige wat ik kan doen is mijn schouders ophalen en zo onopvallend mogelijk naar de klok kijken.
“Moet ik de onderste regel lezen?”, vraag ik hem uiteindelijk. “Wil je weten of ik een printer heb zodat je het document opnieuw kan printen?”. Zonder problemen kan ik nog wel vier redenen bedenken waarom hij mijn winkel is binnengestapt. “Zoek je een envelop zodat je hem onder die deur kan schuiven? Of wil je een viltstift om die onderste regel te schrappen. Een stukje plakband zodat je het bij de overburen op het raam kan plakken?”
TEKENEN
Ik heb werkelijk geen idee.
Aangezien hij een rare vraag heeft aangekondigd, kan ik mij niet voorstellen dat het zo simpel zal zijn. “Of wil je misschien dat ik er twee bloemetjes en een visje op ga tekenen?”, vraag ik hem tenslotte. Dat zou namelijk wel degelijk een rare vraag zijn. Dat laat ik hem ook weten. “Gekker dan dat kan ik het bijna niet verzinnen.”
Misschien durft hij het gewoon niet te vragen.
KOFFIE
Even overweeg ik weer een slok koffie te nemen. Nu is die nog lekker warm en gezien het moeizame verloop van het gesprek ben ik bang dat ik straks met een beker koude koffie zit opgescheept. De man schudt zijn hoofd. “Het is heel simpel”, zegt hij. “Ik wil gewoon even een schaar lenen, zodat ik die onderste regel ervan af kan knippen.” Hij draait enigszins met zijn ogen ten teken dat ik dat zelf ook wel had kunnen verzinnen.”
“Tja”, zeg ik tegen hem. “Dat is inderdaad wel een hele rare vraag.”
FANATIEK
“Nou, het lijkt mij een vrij normale vraag”, zegt de man nog steeds een beetje geïrriteerd. Het zorgt ervoor dat ik het nu wel een leuk gesprek begin te vinden. “Jij vroeg of je een rare vraag mocht stellen”, zeg ik tegen hem. “Dan moet je nu niet terugkrabbelen.” Ondertussen pak ik een schaar en overhandig die aan de man met het velletje A4. Hij pakt hem van mij over en begint meteen fanatiek te knippen,
“Oeps.”
Terwijl een deel van het document op de toonbank valt, kijkt hij mij ernstig aan. “Dat waren twee regels.”
APPELTAART
Ik heb net weer een slok koffie genomen en amuseer mij inmiddels kostelijk. Het is bijna jammer dat ik niet een stuk appeltaart heb gekocht. Met slagroom. De man kijkt mij nog steeds aan alsof hij van mijn kant een geweldige oplossing verwacht.
“Dan moet je het formulier misschien toch even opnieuw printen.”
De man zucht diep en geeft mij de schaar weer terug. Hij kijkt naar het A4 formulier en het stuk dat hij ervan af heeft geknipt.
SLOK
“Mag ik je nóg een gekke vraag stellen?”
Ik pak mijn koffiebeker weer stevig vast en neem een grote slok.