Een jong en leuk stel staat voor mijn toonbank. Bij het binnenkomen hoorde ik ze al overleggen over het eindcijfer. Hij weet heel zeker dat de hoofdprijs op de eindcijfers 24 gaat vallen terwijl zij het liefst kiest voor 53. Je zou zeggen dat je van tevoren al overeenstemming hebt bereikt over de juiste getallen, maar mogelijk was het kopen van een staatslot een spontane beslissing.
MEDELIJDEN
“Wat is er nou zo bijzonder aan 53?”, hoor ik hem vragen. Zij kijkt hem met medelijden aan.
“Serieus?”,vraagt ze hem.
Hij kijkt haar aan en het onbegrip spat van zijn gezicht. Je ziet hem nadenken.
“Wat?”.
KINDEREN
Het is de beste reactie die hij kan verzinnen, maar je kan aan alles merken dat hij het gevoel heeft iets volledig over het hoofd te zien. Toch wil hij niet toegeven.
“Vijf en drie”, is het enige dat zij nu tegen hem zegt. Denk daar maar eens over na, lijkt ze te zeggen. Hij haalt zijn schouders op en herhaalt zijn eigen cijfers.
“Twee en vier.” Iets beters kan hij op dat moment niet bedenken. Hij is duidelijk van mening dat zijn vrouw het spoor bijster is.
“Vijf en drie”, herhaalt zij echter. “De leeftijd van je kinderen!”
ACCEPTATIE
Hij kijkt haar nu met grote ogen aan. Je ziet de radertjes in zijn hoofd overuren maken. Hoe kan hij zich hier nog uit redden? Zijn eigen getallen zijn nog steeds favoriet, maar hou nu maar eens voet bij stuk. Zij kijkt hem triomfantelijk aan en weet dat het te kopen lot op drieënvijftig gaat eindigen. Ik zie hem naar adem happen en het lijkt een aanloop naar een vlammend betoog waarom de door haar gekozen eindcijfers niet verstandig zijn. Hij kijkt mijn kant op in de hoop dat ik hem te hulp schiet, maar ik doe alsof ik geen idee heb waarover zij het hebben. Langzaam laat hij zijn adem ontsnappen. Het lijkt op een vorm van acceptatie.
EINDCIJFERS
Ze kijken mij nu allebei verwachtingsvol aan. Blijkbaar van mening dat ik nu exact weet wat ze willen en tot actie zal overgaan. Daarentegen vraag ik vriendelijk of ik ze kan helpen. “Een staatslot met de eindcijfers drieënvijftig”, vraagt hij met tegenzin. Zij lacht breeduit. Alles is vergeten en vergeven. Even lijkt het erop dat hij nog een tweede staatslot wil kopen, maar hij besluit dat dit niet het juiste moment is.
STRIJD
Zij verheugt zich al zichtbaar op de trekking van zondag. De leeftijd van haar twee kinderen, als dat geen winnende combinatie is. Vorig jaar waren ze twee en vier, denkt hij mogelijk nog even maar durft het niet hardop te zeggen. Hij heeft de strijd verloren.
HELAAS
“Helaas”, zeg ik echter. “Wij hebben geen loterijen.”
SUCCES
De droom om vele miljoenen te winnen spat uit elkaar. “Waarom niet?”, vraagt hij teleurgesteld. Ik kan wel vierentwintig redenen bedenken maar verwijs ze door naar een andere winkel. “Veel succes”, roep ik ze na.
GENOTEN
Hoewel wij geen loterijen verkopen, heb ik toch al flink genoten van die aankomende trekking.