web analytics

Column: Cruijff

Foto: Emilio Garcia op Unsplash – Gebruikt met toestemming

“Ik zoek een boek dat een beetje lijkt op die thrillers van Dan Brown. Spannend, met allemaal feiten die enigszins op waarheid zijn berust. Avontuurlijk en met een religieus tintje. Daar zijn er volgens mij niet zo heel veel van.” Een vaste klant komt mijn winkel binnen en steekt meteen van wal. Onlangs heeft hij in drie keer bijna alle boeken van Dan Brown gekocht. De edities van elf euro per stuk. Een mooie prijs waardoor veel mensen weer de weg naar de thrillers hebben gevonden.

Een zwager van hem had ze aangeraden toen bleek dat hij nog nooit iets van Dan Brown had gelezen. Hij kende eigenlijk alleen maar de twee films met Tom Hanks, die hij echter nooit helemaal heeft gezien. Een paar stukjes als hij ze tijdens het zappen weleens voorbij zag komen op televisie.

Tot dusver vroeg hij in de winkel nooit om hulp maar kocht standaard de nieuwe boeken van auteurs als Lee Child, David Baldacci, Michael Connelly, John Grisham en veel Scandinavische auteurs. Jo Nesbø was zijn favoriet, maar ook Indridason en Karin Fossum kocht hij altijd blind. De grote namen binnen het genre. Vroeger werkte hij bij de politie en sinds zijn pensioen is hij gaan lezen.

Jeroen Windmeijer

Ik loop met hem naar de thrillertafels en geef hem het laatste boek van Jeroen Windmeijer. ‘Het Isisgeheim’. Over een gouden beeldje van de Egyptische moedergodin dat al eeuwenlang een groot geheim met zich mee blijkt te dragen. Windmeijer schreef het samen met Jacob Slavenburg. “Dit is wel wat voor u, denk ik. Een uitstekende auteur die de laatste tijd behoorlijk aan de weg aan het timmeren is. Thrillers die wel een Dan Brown sausje hebben, maar toch ook uiterst origineel zijn. Intrigerende onderwerpen vooral en ook nog eens goed geschreven.” Mijn klant neemt het boek van mij over en leest vluchtig een deel van de achterkant. Ik zie dat het hem niet helemaal kan bekoren. Hij legt het terug op de stapel en ziet vervolgens dat er maar liefst vijf verschillende titels van Windmeijer op de tafel liggen. “Flinke stapels”, zegt hij.

Ik kan het alleen maar beamen. “Wij verkopen ze dan ook uitstekend”, zeg ik tegen hem. Mijn klant is duidelijk nog aan het twijfelen. “Het is misschien een beetje vreemd, maar ik lees eigenlijk nooit boeken van Nederlandse auteurs.” Hij kijkt mij enigszins verontschuldigend aan. “Ik weet niet waarom. Op de een of andere manier spreken ze mij gewoon niet aan. Baantjer heb ik wel eens gehad, maar dat vond ik helemaal niets.” Toch zie ik dat hij aan het twijfelen is. De boeken van Jeroen Windmeijer zien er spannend uit en ook mijn klant ziet wel degelijk dat er een bepaalde aantrekkingskracht van uit gaat.

“Er zijn anders heel veel geweldige Nederlandse auteurs”, zeg ik hem. “Ook heel veel minder goede, maar dat is in Amerika en Zweden niet anders. Daar heb je veel toppers en nog veel meer schrijvers die er niets van kunnen. Of in ieder geval minder aansprekend zijn. Die komen doorgaans niet in een vertaling naar Nederland.” Mijn klant knikt. Het klinkt logisch, maar hij is nog niet overtuigd.

“Wat nou als ik zeg dat Windmeijer uit Zuid-Afrika komt? Geboren en getogen in Kaapstad.”

Leiden en Oxford

“Oh… ja, daar heb ik niet aan gedacht. Dat kan natuurlijk ook nog. Ik lees graag Deon Meijer.” Hij pakt ‘Het Isisgeheim’ weer op en laat weer zijn blik over de achterkant gaan. “Leiden en Oxford”, mompelt hij.  Daarna pakt hij ‘De Bekentenissen van Petrus’ en leest de eerste pagina. “Doet u maar, de hele serie. Als u zegt dat het spannende boeken zijn die enigszins op Dan Brown lijken, dan geloof ik u meteen.” Ik schrik er een beetje van. In plaats van één boek meteen alle boeken van Jeroen Windmeijer. Dan moet je wel heel veel vertrouwen hebben in je lokale boekverkoper. Ik begin mij een beetje schuldig te voelen. “Als u het eerste boek niets mocht vinden, dan brengt u ze gewoon weer terug en dan lossen we het wel op.”

Een paar dagen later is hij weer terug.

Hij kijkt mij met een grote glimlach aan. “Leugenaar die je bent.” Ik begin ook te lachen, want ik weet wat hij gaat zeggen. Die Windmeijer is net zo Zuid-Afrikaans als dat ik uit Rusland kom. Ik knik met mijn hoofd. “Ja, dat weet ik ook wel. Ik heb alleen niet gezegd dat hij dat hij wél uit Zuid-Afrika kwam. Het was een hypothetische opmerking, maar ik wist bijna zeker dat u deze boeken goed zou vinden.” Hij kijkt mij geamuseerd aan. “Daarom kom ik hier ook zo graag”, zegt hij. “Jij kent mij als boekenlezer beter dan dat ik mijzelf ken. Je had helemaal gelijk. Dat eerste boek is spannend en zeer interessant. Ik ben iets over de helft en ga niets terugbrengen. Het is een schot in de roos.”

“Voor je het weet krijg ik u zover dat u alle boeken van Baantjer koopt.”

Rembrandt en Van Gogh

Mijn klant laat een bulderende lach horen. “Dat durf ik te betwijfelen. Met je opmerking over Zuid-Afrika ben ik er een beetje ingetrapt. Het slaat ook nergens op dat ik geen Nederlandse auteurs wil lezen. Dat komt volgens mij ook omdat ik op televisie die politieseries van eigen bodem maar niets vindt. Afschuwelijk zelfs. Mijn vrouw zegt dat ik niet goed snik ben. Waarom zou een Nederlandse auteur nou minder goed zijn dan een buitenlandse schrijver? Waren Rembrandt en Van Gogh minder dan Amerikaanse of Engelse schilders? Welke buitenlandse voetballer was nou beter dan Cruijff? Welke club uit Scandinavië kan Ajax verslaan?”

Ik kan het alleen maar beamen. Nederland telt opvallend veel uitstekende auteurs.

“U heeft een verstandige vrouw, meneer”, zeg ik hem. “En ze heeft nog verstand van voetballen ook.”

 

 

Scroll naar boven