Na jaren van hard werken zonder noemenswaardige resultaten kwam vorig jaar het succes voor mijn boekwinkel in Almere-Haven. Vanaf maart kwam de wind in onze rug en aan het eind van het jaar kregen wij het voor elkaar om de beste decembermaand ooit te realiseren. Januari en februari van 2020 bleken ook records te verpulveren en de boekenomzet ging door het dak. Vaak een verdubbeling van vorig jaar en soms zelfs de beste week ooit. Waar ging dit eindigen?
We keken uit naar de boekenweek. Werd het de definitieve bevestiging dat wij op het juiste spoor zaten? De aftrap op zaterdag was overweldigend en we konden niet wachten op de maandag. Maar toen kwam corona als een wervelwind naar Nederland. Er waren al alarmerende berichten gekomen uit Italië, maar naïef als wij waren dachten we toen dat het voor ons land wel zou meevallen. Geen knuffelcultuur, afstandelijker, noem alles maar op waarmee wij het hebben proberen te bagatelliseren.
Nachtkaars
Op Schiphol heb ik de wereldwijde SARS-crisis van dichtbij meegemaakt en toen werden er bij de douane desinfecterende matten neergelegd waarop iedereen die ons land wilde binnenkomen goed z’n voeten moest vegen. De winkels bleven open, niemand had het over mondmaskers en het leven ging op dezelfde voet verder. Hoe anders is het nu. Op Schiphol zijn bijna alle winkels gesloten en ook in Almere-Haven neemt iedereen maatregelen. De boekenweek ging uit als een nachtkaars en hoewel het toch nog één van de beste in de relatief korte geschiedenis van mijn winkel werd, bleek het feestgevoel al snel verdwenen. Hoe moet je blij zijn om je goede omzetten als je leest dat er elders in het land mensen doodgaan of ernstig besmet zijn geraakt door een onzichtbare vijand? Natuurlijk denk je in eerste instantie aan jezelf. Als een soort overlevingsinstinct. Hamsteren in je brein. Wat gaat dit voor mij betekenen? Gaat mijn winkel nu alsnog failliet? Hoe gaat het met mijn kinderen? Kan ik straks de huur nog betalen? Hoe moet het als we straks maanden dicht gaan? Is al het harde werken van de afgelopen maanden voor niets geweest?
Ik denk dat veel – zo niet alle – mensen en ondernemers dit in de eerste dagen gedacht hebben. Je mag het menselijk noemen. Het verdwijnt meestal snel, vooral als je de omvang van deze hele situatie gaat begrijpen. Het drama. De niet te bevatten gevolgen voor zo verschrikkelijk veel mensen. Toch probeer je als winkelier zo lang mogelijk open te blijven. Ik in ieder geval wel. Onderliggend toch ook vanwege zoiets banaals als geld. Daarvoor ben je ondernemer, dat schakel je niet zo heel snel uit. Onverstandig? Misschien. Onverschillig? Dat zeker niet. Mijn grootste drijfveer om mijn winkel open te houden is toch hetgeen dat mij in éérste plaats ondernemer maakt. Het bieden van service. Wij hebben een PostNL balie waardoor vooral de wat oudere mensen toch met elkaar in contact kunnen blijven. Het versturen van kaarten en pakketjes heeft de afgelopen dagen een vlucht genomen. Grootouders die kleurboeken naar hun kleinkinderen sturen, kinderen die aan hun opa en oma denken. Medicijnen die worden opgestuurd.
Sociaal probleem
Daarnaast hebben wij een geldautomaat waar ook in deze barre tijden veel mensen gebruik van maken. Die het lastig vinden om dat buiten op straat te moeten doen. En niet te vergeten: we verkopen verstrooiing en afleiding. Van het allerhoogste niveau. Boeken en tijdschriften. Voor jong en oud. Wat moet je doen als je vrijwel de hele dag moet thuisblijven? Niet voor een week maar mogelijk voor langere tijd? De kranten die wij aan het eind van de dag overhouden leveren wij af bij het plaatselijke verzorgingshuis in plaats van ze weg te gooien in de stortbakken voor oud papier. Die mensen kwamen normaal naar onze winkel maar kunnen en mogen nu de straat niet meer op.
Een mooie opsomming. Praat ik het goed dat ik blijf werken? Er is een groot verschil tussen wat moet en wat mag. Het volgen van regels en het eigen initiatief om daarvan af te wijken. De geschiedenis staat bol van voorbeelden van hoe het wel en niet had gemoeten.
Het is moeilijk. Wij doen ons best om de hele dag onze handen te ontsmetten, zoveel mogelijk afstand te houden. Geen contant geld meer aan te nemen. Mensen aan te spreken als ze zich in onze winkel niet aan de voorschriften houden. Mensen te helpen, soms met een simpel praatje. Je bent je bewust van het risico dat je loopt, maar je ziet ook dat mensen toch ook op zoek zijn naar de producten die je verkoopt. Ik ben geen supermarkt, maar vervul met mijn assortiment mijns inziens toch een sociale functie. Waar ben je nog als mens en als volk zonder boeken, tijdschriften en kranten? Voor veel mensen is het lezen van boeken het enige wapen tegen de eenzaamheid. Een sociaal probleem dat juist in deze tijd steeds meer de kop opsteekt.
Of probeer ik het goed te praten dat ik iedere dag nog mijn huis verlaat om mijn winkel te openen? Zit er ook niet ergens dat stukje eigenbelang in waarmee ik hartstochtelijk vecht om mijn winkel overeind te houden. Verpakt in een rookgordijn van service verlenen en dienstbaarheid.
Heilig
Ik moet eerlijk bekennen dat ik het niet altijd weet. Ook ik ben bang voor het virus. In mijn hoofd stuiter ik werkelijk alle kanten op. Ik geloof heilig in het belang van lezen en informatie. Ik zie boeken als bijna iets heiligs. Boeken zijn zuurstof, boeken zijn een bescherming voor lichaam en geest. Ze kunnen echter niets tegen het virus dat ons allemaal bij de strot grijpt. Maar toch… Het is een duivels dilemma en mogelijk dat andere winkeliers hetzelfde voelen voor de producten die zij verkopen. Ik hou mijn winkel open tot het niet meer mag. Tot het niet meer kan.
Ik hoop dat ik op dit moment gelijk heb en ik kan later in de tijd alleen maar hopen dat ik het om de juiste redenen heb gedaan.