Als de telefoon begint te rinkelen en er geen klanten bij de toonbank staan, neem ik op en krijg ik een man aan de lijn. “Goedemorgen, met Bart. Ik vroeg mij af of u mij al heeft gebeld?” Ik hoor de vraag met enige verbazing aan, aangezien ik geen idee had dat ik hem vandaag – om wat voor reden dan ook – zou moeten bellen. Sterker nog: ik heb geen idee wie hij is. “Heeft u een boek besteld?”, vraag ik als het verder stil blijft aan de andere kant.
TELEFOONTJE
“Een boek? Waarom zou ik een boek bestellen?”
Op zich kan ik tientallen redenen bedenken, maar blijkbaar is Bart geen lezer. “Omdat je een telefoontje van de boekwinkel verwacht”, is dan ook mijn antwoord.
BOEKWINKEL
“Boekwinkel? Waarom zou de boekwinkel mij bellen?”
“Die vraag kan je alleen zelf beantwoorden”, vertel ik hem. “Je spreekt met The Read Shop. De boekwinkel in Almere-Haven.”
BRIL
Het blijft weer even stil.
“Ik bel om te vragen wanneer mijn bril klaar is. Dat moet op dit nummer. Jullie zouden vandaag bellen en dan kon ik hem vanmiddag ophalen. Ik heb alleen nog geen berichtje ontvangen. De bril is vorige week al betaald. Dat kunt u wel nakijken, denk ik zo.”
GEÏRRITEERD
Bart klinkt een beetje geïrriteerd.
“Nou, wij doen heel weinig in brillen dus ik denk dat je met de verkeerde winkel belt. Mogelijk moet je bij de opticien zijn.” Ik wil hem succes wensen en de verbinding verbreken, maar Bart laat zich niet zo makkelijk afschepen. “Ik weet zeker dat ik het goede nummer heb”, zegt hij stellig. “The Read Shop klinkt ook logisch, aangezien het om een leesbril gaat.”
ONVERMOEIBAAR
Het klinkt nog aannemelijk ook. Op een wat vreemde manier. De leesbrillenwinkel. Ik kan er wel om lachen. “Jullie hadden een aanbieding dat ik een tweede bril gratis kreeg”, gaat Bart inmiddels onvermoeibaar verder. “En die eerste bril die ik wel moet betalen kon ik via jullie rechtstreeks declareren bij mijn zorgverzekeraar.”
BOEKHANDELSVERENIGING
Een duidelijk verhaal, maar toch echt bij de verkeerde winkel. Hoe essentieel in mijn ogen de boekwinkel ook mag zijn, het is vanuit de overheid nog altijd niet mogelijk om de aanschaf van boeken en tijdschriften als producten met medische noodzaak te laten vergoeden. Het is wel een goed idee, dat moet ik eerlijk toegeven. Ergens in mijn achterhoofd maak ik dan ook de notitie om het binnenkort eens voor te leggen bij de boekhandelsvereniging.
ROTLETTERS
“Ik ben toch bang dat je bij de verkeerde winkel bent”, vertel ik hem voor de tweede keer. Misschien moet je bij Eye-Wish, Hans Anders of Pearl zijn, die zitten allemaal in het winkelcentrum van Almere-Haven. Die verkopen brillen, wij verkopen boeken.”
Bart valt weer even stil en vervolgens hoor ik hem zachtjes vloeken. “Ik kan die kleine rotletters in het adresboekje van mijn vrouw ook amper lezen.”
KWAAD
“Ik kom wel naar de winkel”, zegt hij uiteindelijk kwaad.
Hij verbreekt de verbinding en de rest van de dag hou ik de deur van de winkel angstvallig in de gaten.