Een moeder en haar jonge zoontje komen de winkel binnen. Hij vliegt meteen naar de kinderboeken. “Alleen met je ogen kijken”, geeft ze hem als boodschap mee. Met een brul in haar richting geeft hij antwoord en grijpt het eerste boek dat hij ziet met twee handen vast. Zelf loopt de moeder naar de kast met damesromans en gaat op zoek naar nieuwe titels. Haar zoontje waant zich in een snoepwinkel en weet niet waar hij allemaal naar moet kijken. Hij ziet ridders zonder billen, draken die geen kindjes mogen eten, mopperende eenden, krokodillen die niet van water houden en neushoorns die geen pannenkoeken eten.
VOORZICHTIG
Hij is opvallend voorzichtig met alles wat hij pakt en legt na het bekijken de boeken weer keurig terug. Misschien gebruikt hij dan niet alleen zijn ogen, maar zijn handen hebben respect voor wat hij bekijkt. Als hij plotseling het prentenboek van Woeste Willem ziet, staat hij een ogenblik aan de grond genageld. Zijn ogen worden twee keer zo groot. “Een piraat”, hoor ik hem zeggen.
PIRAAT
Zijn moeder hoort hem ook en zegt voor de tweede keer dat hij overal vanaf moet blijven. Hij kijkt echter nog steeds naar Woeste Willem. Zo te zien durft hij bijna geen adem te halen. De piraat zelf heeft niets door en is druk bezig met het stuurwiel van zijn boot en kijkt onder het gekleurde zeil naar de avonturen die in de verte op hem afkomen.
Willem lijkt een humeurige en mopperende zeerover, maar kinderen zien hem meteen voor wie hij werkelijk is. Het jonge ventje in mijn winkel is geen uitzondering. Zijn moeder heeft ondertussen een boek uit de kast gepakt en loopt richting haar zoon. “Heb je iets leuks gezien?”, vraagt ze hem. Hij staat nog altijd naar de molen te kijken waarin het boek met alle avonturen van Woeste Willem staat.
Hij steekt zijn hand uit en wijst naar het prentenboek.
FANATIEK
Het valt mij nu pas op dat hij net als Woeste Willem een rood/wit gestreept shirt draagt. Zijn moeder pakt het boek uit de molen en ziet de prijs. “Wil je die hebben?”, vraagt ze hem. Meteen knikt hij fanatiek van ja. Het lijkt wel of hij zijn stem niet meer durft te vertrouwen. “Dat is een echte piraat, mama”, zegt hij uiteindelijk. “Een hele echte piraat.”
Van zijn moeder krijgt hij een aai over zijn bol en samen lopen ze naar de toonbank. “Heb jij ook een boek over piraten?”, vraagt de jongen aan zijn moeder.
POSTER
Bij de kassa geven ze beide boeken aan mij en ik reken ze af. “Hou je van piraten?”, vraag ik aan hem. Zijn ogen begin fel te schitteren. “Ja!”, zegt hij enthousiast en dat ene woord rolt bijna als een kanonskogel door de winkel. Onder de kassa heb ik nog een aantal posters van Woeste Willem en ik laat het aan hem zien. “Voor jou”, zeg ik tegen hem.
Zijn moeder straalt en haar zoontje weet niet wat hij moet zeggen.
Soms zijn woorden niet nodig.