Ik mag alleen maar open om postpakketjes te versturen en pakketjes uit te reiken. Bij het Kruidvat vrijwel naast mijn winkel staat een rij tot voorbij de busbaan. Mensen lopen naar buiten met pakken printpapier, cartridges, batterijen, kerstkaarten, speelgoed en afgeprijsde boeken. Allemaal producten die ik ook in mijn winkel heb liggen maar die ik niet mag verkopen. De helft van de mensen die buiten in de rij staan te wachten zijn klanten van mijn winkel. Je kan het ze niet kwalijk nemen.
Essentieel
De supermarkt verkoopt acht soorten kaas en twaalf soorten vis, maar toch mogen kaas- en viswinkels open. Zelfs de chocolaterie in mijn straat mag open, net als de stomerij die ook door mag gaan met reparaties en de verkoop van ritssluitingen. De slijterij is open, want je moet toch dronken kunnen worden in tijden van corona. Essentieel. Bij de snackbar mag je frikandellen, friet en hamburgers bestellen en ophalen. Mijn boeken staan vanuit de etalage met onbegrip toe te kijken. Waarom mag je daar niet voor bellen en ze ophalen? De winkel is tenslotte open voor die postpakketjes die zo essentieel zijn. Nagellak uit China. Hoe kan je kerst vieren zonder slippers voor vier euro uit Taiwan? Essentieel.
Onbegrip
Ik gun het alle winkels die wel open mogen van harte. Ik ben niet bitter. Wel heb ik bergen met onbegrip richting het kabinet. Er zijn steunpakketten, maar ik kom er niet voor in aanmerking. Mijn omzet was beter dan vorig jaar. Dan maakt het niet meer uit dat je ruim honderdduizend euro mist in de maand december. Die gelijk staat aan vier normale maanden en waar ik de rest van het jaar op moet teren. Dat je nog voor duizenden euro’s aan rekeningen krijgt voor al die kalenders, agenda’s, kerstkaarten en kerstartikelen die je op 19 januari volgend jaar in de vuilnisbak moet gooien.
Baldacci
Ik krijg met moeite een glimlach op mijn gezicht als ik postpakketten moet uitreiken. Het zijn mijn klanten dus ik doe mijn best. Ik krijg er nauwelijks een vergoeding voor en kan als dank voor het openblijven niet eens de stroom betalen die nodig is om in ieder geval een klein deel van mijn winkel te verlichten. Buiten op straat is het hier stampend druk. Er lopen zelfs muzikanten langs de winkels om de sfeer nog extra te verhogen. Twee mannen blazen op een trompet. Zijn dat geen superverspreiders? Werkelijk alles is te koop. Behalve de boeken in mijn winkel. Inmiddels is het bekend dat een heel groot deel van de boekwinkels met een PostNL balie per direct gaan sluiten. Het kan toch niet zo zijn dat wij open gaan vanwege die pakketjes uit China? Zijn alle boeken vanuit de grote spelers online zo veel belangrijker dan de boeken die ik verkoop? Is die nieuwe Baldacci online essentiëler dan die ik met veertig exemplaren heb ingekocht en zelfs al heb betaald? Die ik af kan schrijven omdat ik mijn winkel niet mag openen? Waar ik ook geen vergoeding van de overheid voor krijg omdat ik in november meer boeken heb verkocht dan vorig jaar. Terwijl het verkopen van een boek véél minder tijd kost dan het uitreiken van een pakket met een boek. Zoeken in magazijn, uitscannen, legitimatie vragen, invoeren, klant laten tekenen en pakketje met boek uitreiken. Hoe eerlijk is het dat het mij nóg meer geld kost omdat ik duizenden pakketjes moet terugsturen naar Zalando, H&M, C&A en weet ik veel wie nog meer? En dan ook nog eens vriendelijk moet zijn tegen die mevrouw die zegt dat het schandalig is dat ze gisteren om half zes voor een gesloten deur stond?
Printpapier
Ik begrijp een lockdown, maar ik zie hem alleen niet. Bijna alles is open. Alles is essentieel. Ik zie massa’s mensen langs mijn winkel lopen. Die hebben zin in de feestdagen. Kopen van alles in mijn winkelstraat. De boeken doen ze wel online. Nu nog hopen dat ze thuis zijn als ze het gaan bezorgen. Anders is er misschien nog een winkeltje in Joure waar je dat boek kan ophalen. Het meest boos ben ik om het feit dat deze lockdown niet gaat werken als je zo veel mensen op straat blijft zien. Waardoor de kans groot is dat ik op 19 januari nog steeds niet mijn deuren mag openen om te redden wat er te redden valt. Mijn hart bloed voor de horeca, die ik altijd al begreep. Nu meer dan ooit.
De grens is voor veel boekwinkels nu wel bereikt. Een groot deel zal na 19 januari mogelijk niet eens meer bestaan. Met een beetje geluk hebben ze bij het Kruidvat dan nog wat printpapier.