Wat ben ik blij dat ik ooit voor een boekwinkel heb gekozen en geen restaurant, een café of een kapperswinkel ben begonnen. Voor dat laatste mag iedereen overigens blij zijn, want ik geloof niet dat ik voor het betere knipwerk ook maar enig talent bezit. Om mij heen zie ik dat een heleboel winkels en alle horecagelegenheden gesloten zijn. Het zorgt soms voor een treurig straatbeeld. Het lijkt wel oorlog, hoor ik een aantal oudere klanten zeggen.
Misschien komt dat wel dicht bij de waarheid. Gelukkig heb ik nooit een oorlog van dichtbij meegemaakt, maar ik heb er genoeg over gelezen om te begrijpen waar de vergelijkingen vandaan komen.
Naast het geluk van een boekwinkel die – op zeer ruime afstand van de zorg en de supermarkt – voor veel mensen een baken van hoop en verlichting lijkt te vertegenwoordigen, heb ik ook het geluk dat ik niet in een druk stadscentrum zit. In de afgelopen jaren was dat nooit iets wat ik als een voordeel zag, maar je merkt als winkel in een buurtcentrum dat de meeste mensen hun boodschappen momenteel zo dicht mogelijk bij huis doen. Niemand heeft zin om met de auto, bus of fiets naar een voorheen druk winkelcentrum te gaan en je ziet dat ook boekwinkels in de binnensteden het erg moeilijk hebben. Vaak zelfs al weken gesloten zijn.
Sam McBratney
Het is niet zo dat ik blij ben met de huidige situatie. Het is een dubbel gevoel. Er zijn veel dingen die ik mis in mijn dagelijkse leven. Mijn dochter is zwanger en ik zou haar veel vaker willen zien. Ze kwam regelmatig naar de winkel en heel soms bracht ze mij na werktijd even naar huis. Voor mij persoonlijk waren dat momenten van groot geluk. Een kwartier in de auto met mijn kind. Praten over alles en nog wat. Gewoon dicht bij haar zijn, even haar knie aanraken. Een kus op haar voorhoofd. De kleine vanzelfsprekende dingen die voorheen vaak zo ongemerkt plaatsvonden. Wat als haar eerste kindje straks wordt geboren? Wanneer kan ik het zien zonder alleen maar als een halve crimineel door een raam naar binnen te gluren? Wanneer kan ik het zelf vasthouden? Kan ik op mijn vrije dagen nog oppassen?
Ik sprak deze week een mevrouw die een kaart kocht en de mini-editie van Raad eens hoeveel ik van je hou. Het klassieke voorleesboek van Sam MacBratney. Ze vertelde dat haar eerste kleinzoon in maart was geboren. Haar enige kind was vader geworden. Inmiddels was de baby ruim zes weken en oma had hem nog niet een keer gezien. Kunnen knuffelen. Ze begreep het volkomen, veiligheid voor alles. Zelf zit ze in de beroemde risicogroep, maar het brak wel haar hart. In de winkel moest ze haar verhaal kwijt. Waarom ze het boekje kocht. De kaart. Met een grote envelop om het te verzenden. Het is steeds meer de rol van de boekhandelaar, nog meer dan voorheen. Dit soort verhalen vertel je wat minder snel bij de kassa van de supermarkt. Niet omdat ze er daar geen interesse in hebben, maar omdat het er doorgaans drukker is. Te veel mensen hijgen in je nek en willen ook graag afrekenen. In de boekwinkel komen mensen vaak naar binnen voor een praatje. Ik zou het niet anders willen. Het maakt ons vak er doorgaans alleen maar mooier op.
Kaaswinkel
Het valt echter niet te ontkennen dat de huidige situatie voor de lokale boekwinkel wat beter uitpakt dan voor veel andere ondernemers. Natuurlijk behouden wij de moordende concurrentie van het bestellen via internet, wat juist in deze tijd een extra vlucht heeft genomen. In tijden van grote nood ontdek je echter ook wat er echt toe doet in je leven. Veel bewoners in Almere-Haven herontdekken hun eigen winkelcentrum. Beseffen nu meer dan ooit hoe belangrijk het is dat er een uitstekende kaaswinkel is, een viswinkel, een chocolaterie. Ze kunnen zich beter dan ooit voorstellen hoe het zal zijn als die allemaal gaan verdwijnen. De armoede van een winkelcentrum zonder winkels. In ons deel van Almere steunen de klanten massaal hun lokale ondernemers. Ik kan het in mijn winkel merken en ben er iedere dag weer ontzettend dankbaar voor.
Uiteraard hoop ik dat de dreiging van corona snel zal verdwijnen. Zodat ik mijn eerste kleinkind straks kan vasthouden, ik mijn kinderen kan omhelzen. De wereld zal absoluut veranderen vanwege dit virus. Ook als er een vaccin voor is gevonden. Het heeft – net als bij een oorlog – diepe wonden geslagen. Als mens ga je echter altijd op zoek om ook in de meest duistere tijden dat kleine lichtpuntje te vinden. Voor mij zou dat zijn als een deel van de mensen in Almere-Haven straks gewoon naar ons winkelcentrum blijven gaan. Ik gun mijn collega’s in een voorheen druk stadscentrum het allerbeste, net als de bedrijven op internet. Een betere verdeling van klandizie zou echter mooi zijn.
Bespiegelingen
Misschien mag ik dit soort bespiegelingen niet hardop zeggen. Niet in een tijd dat zoveel bedrijven in grote financiële problemen zitten. Als er misschien een vloedgolf van faillissementen aan zit te komen. Het is echter moeilijk om niet ook aan jezelf te denken, aan je eigen winkel waar je al jarenlang zo hard voor hebt gevochten om het overeind te houden. Waar je thuis ook de huur van moet betalen. De koelkast mee moet vullen. Niet alleen die van jou maar ook van degene die iedere dag weer naast je staan en ook een gezin hebben om te onderhouden.
Ik schreef het eerder al: het gevoel is dubbel. Net als bij hoop en vrees. Liefde en verdriet. Twee kanten van dezelfde medaille. Mijn kleinkind is voor mij nu het allerbelangrijkste. Niet dat ik het in mijn handen kan houden, maar dat het gezond is en gelukkig gaat worden in een virusvrije wereld. Maar wat hoop ik dat mijn winkel het allemaal gaat overleven en er over vijf jaar nog steeds zal zijn.
Misschien is het puur egoïsme, maar ik kan er niets aan doen.