Dylan en wij zonder Amerika is geschreven voor mensen die onvermijdelijk van de Amerikaanse dichter-popster gehoord hebben, maar zich nooit in zijn werk hebben verdiept en nu toch wel eens willen weten ‘wat dat toch is met die Dylan’.
NOBELPRIJS
Wouter van Oorschot, die omstreeks 1990 al pleitte voor toekenning aan Bob Dylan van de Nobelprijs voor Literatuur, die hem in 2016 ten slotte ook werd uitgereikt, maakte er een even persoonlijk als meeslepend verhaal van, waarbij hij zijn held niet spaart en uitgesproken meningen niet schuwt. Onder meer de muziekindustrie tijdens de jaren 1950, tegen de achtergrond waarvan Dylan zelf opgroeide, krijgt er met een oordeel als ‘vrouwonvriendelijke smurrie’ ongenadig van langs. Kern van zijn betoog: Dylans werk is niet per se Amerikaans, hij heeft zich losgezongen van zijn geboorteland.
KENNERS
Intussen: wie over Bob Dylan publiceert, begeeft zich in een web van kenners die allemaal denken dat zij de wereldberoemde liedjeszanger beter begrijpen dan wie dan ook. Daar lag Dylan zelf nooit wakker van. Al in 2011 moedigde hij iedereen aan om zijn eigen boek over hem neer te krabbelen: ‘You never know, somebody might have a great book in them.’ Met Dylan en wij zonder Amerika voegt Van Oorschot nu zijn ‘gekrabbel’ aan die boekenrij toe, en vertelt daarin hoe terecht die Nobelprijs voor de ‘song and dance man’ is. Dat zijn boek door kenners zal worden verscheurd omdat zij het nu eenmaal beter weten, geeft niet, vindt hij: ‘We doen het hier gewoon met elkaar’.