web analytics

december 2020

Column: Wanhoop

Foto: Külli Kittus op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Mijn winkel is al twee weken zo goed als gesloten. In plaats van de hoge omzetten die in december nodig zijn om als bedrijf te overleven, verdien ik momenteel met enkel een postbalie hooguit vijftig euro per dag. Tien tot vijftien klanten die op het laatste moment een pakketje willen versturen of zomaar een paar velletjes postzegels kopen. Omdat ze hopen dat het helpt. Liever iets dan niets. Aan medeleven en steunbetuigingen geen gebrek, maar van de instanties die ons kunnen redden hoor ik helemaal niets.

Oorverdovende stilte

Onze overheid zwijgt met een oorverdovende stilte. Ik hoop maar dat ze zich de ogen uit kun hoofd schamen, maar in werkelijkheid slaan ze zichzelf waarschijnlijk op de borst. Kijk eens hoe goed wij het doen. Ondertussen heb ik als winkelier zojuist mijn huur en salarissen moeten betalen en meer dan dertigduizend euro aan rekeningen voor goederen die ik onverkocht bij het grofvuil kan zetten. Terwijl de beleidsbepalers van Nederland zich door hun chauffeurs weer fluitend naar huis laten rijden, probeer ik wanhopig een peperdure lening te krijgen in de ultieme poging het onvermijdelijke zo lang mogelijk uit te stellen.

Black Friday

Hopelijk geloven ze in Den Haag zelf dat ze goed werk doen maar persoonlijk heb ik al mijn geloof in de overheid verloren. Niet vanwege het feit dat ik mijn winkel moest sluiten, maar wel omdat alle steunpakketten aan mijn neus voorbijgaan. Waarschijnlijk is iedere euro hard nodig om bedrijven als KLM van de ondergang te redden. Ik heb die enorme mensenmassa’s op Schiphol nog altijd op mijn netvlies, een paar weken voor de lockdown. De overheid had niet het besef dat het misschien verstandig was om vakanties te verbieden en dus vlogen duizenden mensen nog even snel naar die achteraf toch niet zo veilige Antillen. Net zoals Black Friday niet werd verboden. De definitie van essentieel kreeg een nieuwe betekenis. Je mocht niet naar de kapper maar wel die vervelende vlek in je zomerjas laten verwijderen bij een stomerij. Een warme jas kopen was verboden, maar bij de slijterij was je welkom. Ook de drogist mocht open, want waar moest je anders je eyeliner en lippenstift kopen? In mijn boekwinkel mocht je voor kerst alleen aansluiten in een lange rij voor de postbalie om de omzet van alle online bedrijven te garanderen.

Broeksriem

Je ziet nu al aankomen dat de winkels die moesten sluiten over drie weken nog steeds niet open kunnen. Terwijl bedrijven die al jarenlang een wanbeleid voeren mogelijk hun zakken al vullen met het geld uit die steunpakketten. Het beleid is onbegrijpelijk en halfslachtig, zoals dit kabinet dat keer op keer doet na de eerste golf. Zelfs het tijdig inenten van haar inwoners krijgen ze in tegenstelling tot de rest van de wereld niet voor elkaar. Het moet nu eenmaal zorgvuldig gebeuren, zegt een minister met luxe schoenen en bijpassende broeksriem. Alsof al die andere landen maar een beetje aanrommelen.

Mark Rutte

Ik heb een open brief geschreven aan Mark Rutte welke door ontzettend veel mensen is gedeeld. Hij is verzonden naar vrijwel alle politieke partijen en hun leiders. Van niemand kwam een reactie. Heel de politiek is – zeer terecht – in rep en roer als een vrouw in de bijstand zevenduizend euro moet terugbetalen aan de sociale dienst omdat haar moeder soms bijspringt met de boodschappen, maar niemand reageert op het feit dat duizenden winkeliers volledig buiten hun schuld failliet gaan omdat ze nergens aanspraak op kunnen maken en aan hun lot worden overgelaten.

Opstand

Stel je voor: je hebt een koopwoning en de overheid zegt dat je er in 2021 niet mag wonen. Je moet wel de hypotheek blijven betalen, gas- en licht en je verzekeringen. Al je vaste lasten gaan gewoon door, maar je krijgt geen enkele compensatie. Ga je toch naar je koopwoning, dan krijg je een enorme boete. Je moet op zoek naar een vervangende woning en alle kosten zijn voor jou. Het hele land zou in opstand komen. Niemand zou dit pikken. Het zou het gemiddelde gezin tienduizenden euro’s kosten. Hoe haalt de overheid het in zijn hoofd!

Het is qua impact en geld echter precies wat ze doen met duizenden winkeliers.

 

 

Column: Wanhoop Meer lezen »

Column: Rutte

Foto: Isaac Mehegan op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Beste meneer Rutte, ik begon in oktober 2013 een boekwinkel in Almere-Haven, als derde eigenaar van de oudste boekwinkel van Almere in de eerste winkelstraat van deze nieuwe stad. De winkel was al enige tijd dicht toen ik de deuren kon openen en het was een enorme klus om de verloren klanten weer langzaam maar zeker terug te winnen. Het was een rit met pieken en diepe dalen.

De lening bij de bank drukte fors op mijn schouders en jarenlang kon ik er niet de winkel van maken die ik bij de start voor ogen had. In 2018 leek het zelfs voorbij te zijn. De schulden liepen op en een faillissement leek onafwendbaar. Bijna uit het niets begon in 2019 de ommekeer. Met hulp van MKB Doorgaan en Qredits kreeg ik de financiële middelen om er echt mijn winkel van te maken.

Hobbels

Ook in 2019 moesten wij een paar flinke hobbels nemen, maar dankzij de omzet van de decembermaand werd de basis gelegd voor een geweldig 2020. Eindelijk zat alles mee en iedere week veranderde de winkel meer in een echte boekwinkel. De klanten in Almere-Haven zagen het gebeuren en lieten blijken er bijzonder blij mee te zijn. Met een drukke PostNL balie en een servicepunt van de bank waren wij in 2019 en 2020 een belangrijke pijler in het plaatselijke winkelcentrum. Om maar te zwijgen van de boeken en tijdschriften. De wenskaarten en kantoor- en schrijfwaren. De problemen lagen eindelijk achter ons en de toekomst zag er geweldig uit. Iedere euro die ik verdiende werd besteed om de winkel verder vooruit te helpen en de schulden zoveel mogelijk af te lossen. De focus was volledig gericht op de maand december van 2020. De kroon op ons werk. Het moest de financiële basis leggen voor de komende jaren. Iedere stuiver werd daarvoor gebruikt. De vooruitzichten waren geweldig.

Essentieel

Toen besloot u dat vanwege corona de winkels moesten sluiten. Net als heel veel Nederlanders begreep ik de lock down. In mijn winkelstraat was ik echter zo’n beetje de enige die de deuren moest sluiten. De opticien mocht open, de snackbar had een afhaalloket, de viswinkel mocht blijven verkopen, de dierenwinkel ook, net als de chocolaterie, de Turkse bakker en de kaaswinkel. De drogist had het enorm druk met essentiële pakken printpapier, cartridges, goedkope boeken en spelletjes. De supermarkt verkocht boeken en tijdschriften. Allemaal producten die ik ook had maar niet mocht verkopen. Het deed zeer maar ik deed mijn best om het te begrijpen.

Noodpakketten

Er werden door uw kabinet noodpakketten aangekondigd. Omzetverlies werd goedgemaakt. Loonkosten werden vergoed. Voorraad die moest worden afgeschreven werd voor een deel gecompenseerd. Maar wat blijkt: ik kom voor al die mooie regelingen niet in aanmerking omdat 2020 voor mij elf maanden lang een fantastisch jaar is geweest. Dat ik een groot deel van mijn schulden had afbetaald en volledig had geïnvesteerd in de maand december, zorgde ervoor dat ik geen pot met goud achter de hand had om de omzet van de feestdagen te kunnen missen.

Kapot

Ga ik nu echt failliet omdat ik in 2019 en 2020 de weg naar boven heb gevonden? Zijn de noodpakketten niet juist voor de winkels die noodgedwongen moesten sluiten? Hoe is het mogelijk – en eerlijk gezegd: waar haalt u het lef vandaan – dat u mij dwingt om ruim honderdduizend euro in te leveren en vervolgens te zeggen dat de noodlottige gevolgen volledig voor mijn eigen rekening zijn? Wie krijgen dan dat geld uit die noodpakketten? Waar zijn die voor bedacht? Alleen maar voor de winkels die als essentieel werden gezien tijdens de lock down? Hoe kan het zijn dat de overheid mij laat stikken? Dat een eigen bedrijf kapotgaat omdat u mijn deuren heeft gesloten. Miljarden zegt u uit te geven om de retail te redden. Welke grote bedrijven krijgen dat dan op hun rekening gestort? Almere-Haven had een goedlopende boekwinkel. Opgebouwd met bloed, zweet en tranen. Kapotgemaakt als dank voor het harde werken. Je mag niet oogsten en voor de rest zoek je het maar uit. Vertel mij eerlijk, meneer Rutte. Is dat rechtvaardig? Kan u daar ’s nachts van slapen?

Ik niet, meneer Rutte. Ik ben kapot.

 

Column: Rutte Meer lezen »

Column: Grens

Foto: Chuttersnap op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Ik mag alleen maar open om postpakketjes te versturen en pakketjes uit te reiken. Bij het Kruidvat vrijwel naast mijn winkel staat een rij tot voorbij de busbaan. Mensen lopen naar buiten met pakken printpapier, cartridges, batterijen, kerstkaarten, speelgoed en afgeprijsde boeken. Allemaal producten die ik ook in mijn winkel heb liggen maar die ik niet mag verkopen. De helft van de mensen die buiten in de rij staan te wachten zijn klanten van mijn winkel. Je kan het ze niet kwalijk nemen.

Essentieel

De supermarkt verkoopt acht soorten kaas en twaalf soorten vis, maar toch mogen kaas- en viswinkels open. Zelfs de chocolaterie in mijn straat mag open, net als de stomerij die ook door mag gaan met reparaties en de verkoop van ritssluitingen. De slijterij is open, want je moet toch dronken kunnen worden in tijden van corona. Essentieel. Bij de snackbar mag je frikandellen, friet en hamburgers bestellen en ophalen. Mijn boeken staan vanuit de etalage met onbegrip toe te kijken. Waarom mag je daar niet voor bellen en ze ophalen? De winkel is tenslotte open voor die postpakketjes die zo essentieel zijn. Nagellak uit China. Hoe kan je kerst vieren zonder slippers voor vier euro uit Taiwan? Essentieel.

Onbegrip

Ik gun het alle winkels die wel open mogen van harte. Ik ben niet bitter. Wel heb ik bergen met onbegrip richting het kabinet. Er zijn steunpakketten, maar ik kom er niet voor in aanmerking. Mijn omzet was beter dan vorig jaar. Dan maakt het niet meer uit dat je ruim honderdduizend euro mist in de maand december. Die gelijk staat aan vier normale maanden en waar ik de rest van het jaar op moet teren. Dat je nog voor duizenden euro’s aan rekeningen krijgt voor al die kalenders, agenda’s, kerstkaarten en kerstartikelen die je op 19 januari volgend jaar in de vuilnisbak moet gooien.

Baldacci

Ik krijg met moeite een glimlach op mijn gezicht als ik postpakketten moet uitreiken. Het zijn mijn klanten dus ik doe mijn best. Ik krijg er nauwelijks een vergoeding voor en kan als dank voor het openblijven niet eens de stroom betalen die nodig is om in ieder geval een klein deel van mijn winkel te verlichten. Buiten op straat is het hier stampend druk. Er lopen zelfs muzikanten langs de winkels om de sfeer nog extra te verhogen. Twee mannen blazen op een trompet. Zijn dat geen superverspreiders? Werkelijk alles is te koop. Behalve de boeken in mijn winkel. Inmiddels is het bekend dat een heel groot deel van de boekwinkels met een PostNL balie per direct gaan sluiten. Het kan toch niet zo zijn dat wij open gaan vanwege die pakketjes uit China? Zijn alle boeken vanuit de grote spelers online zo veel belangrijker dan de boeken die ik verkoop? Is die nieuwe Baldacci online essentiëler dan die ik met veertig exemplaren heb ingekocht en zelfs al heb betaald? Die ik af kan schrijven omdat ik mijn winkel niet mag openen? Waar ik ook geen vergoeding van de overheid voor krijg omdat ik in november meer boeken heb verkocht dan vorig jaar. Terwijl het verkopen van een boek véél minder tijd kost dan het uitreiken van een pakket met een boek. Zoeken in magazijn, uitscannen, legitimatie vragen, invoeren, klant laten tekenen en pakketje met boek uitreiken. Hoe eerlijk is het dat het mij nóg meer geld kost omdat ik duizenden pakketjes moet terugsturen naar Zalando, H&M, C&A en weet ik veel wie nog meer? En dan ook nog eens vriendelijk moet zijn tegen die mevrouw die zegt dat het schandalig is dat ze gisteren om half zes voor een gesloten deur stond?

Printpapier

Ik begrijp een lockdown, maar ik zie hem alleen niet. Bijna alles is open. Alles is essentieel. Ik zie massa’s mensen langs mijn winkel lopen. Die hebben zin in de feestdagen. Kopen van alles in mijn winkelstraat. De boeken doen ze wel online. Nu nog hopen dat ze thuis zijn als ze het gaan bezorgen. Anders is er misschien nog een winkeltje in Joure waar je dat boek kan ophalen. Het meest boos ben ik om het feit dat deze lockdown niet gaat werken als je zo veel mensen op straat blijft zien. Waardoor de kans groot is dat ik op 19 januari nog steeds niet mijn deuren mag openen om te redden wat er te redden valt. Mijn hart bloed voor de horeca, die ik altijd al begreep. Nu meer dan ooit.

De grens is voor veel boekwinkels nu wel bereikt. Een groot deel zal na 19 januari mogelijk niet eens meer bestaan. Met een beetje geluk hebben ze bij het Kruidvat dan nog wat printpapier.

 

Column: Grens Meer lezen »

Column: Lockdown

Foto: Glen Carrie op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Ik begrijp best dat er iets moet gebeuren, maar deze maatregelen snap ik toch niet helemaal.

In mijn winkelstraat: de opticien mag open, de snackbar daarnaast mag open voor afhaal, de viswinkel ook. De dierenwinkel mag ook open, net als de stomerij en de kaaswinkel. Ook de Turkse bakker mag open, evenals de drogist. Twee winkels moeten dicht: de winkel met damesmode en de boekwinkel. Ik heb echter ook een PostNL balie en een ING servicepunt. Die mogen wel open blijven, maar de klanten die daarvoor dwars door mijn winkel moeten lopen, mogen geen boeken, wenskaarten en tijdschriften kopen.

De supermarkt in de volgende straat mag uiteraard wel open. Vanwege de levensmiddelen. De klanten die daar komen kunnen ook gewoon boeken en tijdschriften meenemen. De drogist mag open als essentiële winkel maar kan ook gewoon speelgoed, nagellak, snoepgoed, staatsloten en armbandjes verkopen. Ik mag alleen open voor PostNL en ING. Ik mag klanten niet hun telefonische bestellingen laten ophalen in mijn winkel. Ik ben tenslotte geen snackbar. Of viswinkel. Ik mag ze echter wel hun bij Bol en Amazon bestelde boeken laten afhalen. Kledingswinkels moeten dicht maar bij mij kunnen ze hun kleding van Zalando, H&M en weet ik veel wie komen afhalen. En een dag later weer retoursturen. En de volgende dag weer afhalen. En vrijdag weer retoursturen….

Obama

Ze mogen niet, als ze in de lange rij met post versturende en pakketjes ophalende mensen op hun beurt wachten, even een boek afrekenen. Die moeten ze online bestellen…. en de volgende dag als pakketje bij mij afhalen. Ik ga dus vijf weken mijn klanten in mijn boekwinkel hun boeken zien kopen bij Bol en Amazon.

Ik begrijp dat er iets moet gebeuren, maar dit is vreemd, krom en oneerlijk. Gooi dan alles twee weken dicht, met uitzondering van de supermarkt en de apotheek. Dan kan alles op 1 januari mogelijk gewoon weer open. Buiten op straat is het bij de 80% van de winkels die gewoon wél open mogen net zo druk als gisteren. Bij mij zijn ze boos dat ze het boek van Obama zien liggen maar het niet mogen kopen.

“Ik bestel het dan wel online”, bijt een vaste klant mij toe. Alsof het allemaal mijn schuld is… Tijd om het uit te leggen krijg ik niet. De eerste klant die ik over vijf weken waarschijnlijk nooit meer in mijn winkel zal zien.

 

Column: Lockdown Meer lezen »

Column: Toko

Foto: Paul Melki op Unsplash – Gebruikt met toestemming

Carel Bikkers was de eerste directeur van Audax die zich CEO liet noemen. De meeste van ons hadden daar nog niet eerder van gehoord maar vandaag de dag struikel je bijna over allerlei Amerikaanse afkortingen die iedereen duidelijk moeten maken hoe belangrijk de persoon in kwestie wel niet is. Chief Executive Officer. The Big Guy. Qua functie dan, want in lengte is Carel Bikkers niet zo groot.

Carel Bikkers

Mijn contact met Bikkers was niet echt veelvuldig. We hebben met z’n tweeën eens een kop koffie op Schiphol Plaza gedronken waarbij hij mij wat goedbedoeld vaderlijk advies gaf. Ik heb een aantal vergaderingen met hem gehad in Gilze maar zag en sprak hem voornamelijk op zogenaamde filiaalhoudersdagen. Ergens in het land, in een grote zaal, werden wij dan toegesproken door Carel Bikkers en de toenmalige directeur van AKO. Omzetcijfers, toekomstplannen, bewegingen in de markt. Noem het maar op. Met na afloop een diner en vervolgens weer naar huis.

Pilotstore

Wat mij van Carel Bikkers het meest is bijgebleven is zijn definitie van een winkel. Een toko op een hei met planken aan de muur. Meer was het volgens hem niet. Je kon een dure formule verzinnen en allemaal theorieën ontwikkelen over looprichtingen en klantbeleving, maar uiteindelijk was het een hut met planken. Er waren winkelorganisaties die niets anders deden dan pilotstores openen. Iedere winkel werd een glimp van de toekomst. Zo gaat onze formule zich de komende jaren ontwikkelen. Deze kleuren, deze accenten, deze manier van presenteren. Een jaar later was het weer achterhaald, want plotseling stond er ergens een nieuwe toko op een stuk grond met weer hele andere planken. In plaats van een formule met 100 identieke winkels had je dan een keten met allemaal verschillende vestigingen die het blijkbaar stuk voor stuk nét niet waren. Soms was het dan ook niet zo heel moeilijk om je voor te stellen dat een bepaald winkelbedrijf om de zoveel jaar werd overgenomen door een nieuwe eigenaar omdat de vorige het geld niet meer had om wéér een pilotstore te bouwen.

Schiphol

Zover ik het heb begrepen had Carel Bikkers niet zo heel veel met een formule. Ik was het lang niet met alles eens wat hij vertelde of bedacht, ongetwijfeld wederzijds, maar over die hut met planken heb ik nooit lang hoeven nadenken. Op Schiphol was ik ooit verantwoordelijk voor achttien winkels. Niet één daarvan leek op de ander. Totaal verschillende winkels qua interieur, looprichting en indeling. Er waren steeds andere architecten, steeds weer nieuwe voorschriften van de luchthaven en vooral het besef bij mij dat het voor de omzet en het succes van de winkel geen donder uitmaakte of de winkel wit, zwart of rood was. Zolang je maar extra diepe planken had voor de tijdschriften, genoeg ruimte voor de bulktitels en platte tafels voor de boeken. Verder een toonbank met genoeg ruimte voor één, twee of drie kassa’s, afhankelijk van waar de winkel werd gebouwd. Nog nooit bleek een winkel minder omzet te draaien waarbij de schuld werd gezocht in de kleur van het onderstel van een bepaalde wenskaartenmolen.

Broese

Een winkel moet mooi zijn, schoon, overzichtelijk. Natuurlijk is de ene hut de andere niet. Kijk weer naar Broese in Utrecht. Dat is met recht een Hut met de hoofdletter H. De omzet was echter niet anders geweest als er zwarte poten onder een zilveren boekentafel hadden gezeten. Wel als ze de helft minder boeken op voorraad hadden of niet voldoende ruimte overgelaten om langs de tafels te lopen. Hoe ruimer je hut hoe makkelijker het is om dat te realiseren.

Wirwar

Mijn eigen stukje grond in Almere-Haven is een wirwar van verschillend interieur. Een mooie toonbank van The Read Shop. Een oude tijdschriftenwand van de Plantage boekwinkel. Die doet gewoon zijn werk. Boekenkasten die ik heb besteld bij IKEA en vervolgens zelf in elkaar heb geknutseld. Een tweedehands kaartenwandje van Hallmark. Niets pas 100% bij elkaar maar in z’n totaliteit oogt het geweldig. Ik ben al zeven jaar trots op die toko op dat mooie stukje grond. Op iedereen die er werkt. Mijn eigen formule. En nog succesvol ook! Want dat is waar het uiteindelijk om gaat. De mensen die de winkel runnen. Met de voeten in de klei.

 

 

Column: Toko Meer lezen »

Daphne 06: Grijs

Foto: Cas Holmes op Unsplashed – Gebruikt met toestemming

Zonder dat ik het zag sloop Daphne de winkel binnen. Ze verstopte zich achter de lage wand met wenskaarten en vervolgens kroop ze naar de zijkant van het kassameubel. Toen ik mij half omdraaide naar de deur, sprong ze plotseling naar voren. Ik schrok mij het bekende hoedje. 

“Je schrok”, riep Daphne meteen van pret. “Ik zag het.” Je hebt gelijk. Ik ben in één keer helemaal grijs van de schrik. “Niet waar, dat was je al.” Dat klopt, maar nog lang niet zo grijs als ik nu ben. “Je bent niet grijs”, zegt ze meteen. “Je haar is helemaal wit.” Ook dat nog. Zo zie je maar hoe gevaarlijk het is om iemand te laten schrikken. Daphne komt niet meer bij van het lachen. Haar dag kan niet meer stuk. Het is verbazingwekkend hoe vrij en vrolijk dat stille en verlegen meisje is geworden, dat een paar maanden geleden hier nog stamelend om hulp vroeg bij het uitzoeken van een boek. Ze moest een boekbespreking houden maar wilde graag dat wij hielpen met het zoeken naar het beste boek. Vanaf dat moment komt ze hier regelmatig en heeft ze al besloten dat ze na haar studie bij ons komt werken.

Kinderachtig

“Mama komt straks ook en ik mag alvast twee boeken uitzoeken voor de kerstvakantie. We gaan over drie weken met de auto naar Amersfoort en mogen dan een week in het huis van mijn oom en tante wonen.” Dat klinkt geweldig en vakantie in eigen land is een goed idee. Ik vraag aan Daphne of ze al weet wat ze wil kopen. “Ja, iets stoers”, zegt ze meteen. “Iets met vechten of met ridders. Een avontuur.” Meen je dat nou? Dat is heel wat anders dan de dagboeken van een muts. “Ik ben al tien jaar”, zegt ze fel. “Ik wil niet meer zoveel kinderachtige boeken lezen.”

Grijze jager

Daphne is inderdaad al tien jaar. Daarnaast kan ze ook nog eens heel goed lezen. En de meeste boeken uit de serie van een Muts en de Boomhut heeft ze al gekocht. Misschien is de Grijze Jager wel iets voor haar. Ik laat haar de plank met alle boeken van John Flanagan zien en ze gaat meteen op haar knieën voor de kast zitten. “De Grijze Jager”, hoor ik haar zeggen en meteen daarna begint ze zachtjes te lachen. Een binnenpretje. Ik laat haar alleen, loop weer richting de toonbank en zie dat haar moeder al in aantocht is.

De ruïnes van Gorlan

Bij de kassa help ik een aantal mensen. Voornamelijk het afrekenen van puzzelbladen, kranten en omroepgidsen. In de ochtend verkopen wij voornamelijk wenskaarten en tijdschriften, alsof de boekenmensen wat langer uitslapen. De moeder van Daphne staat nu ook bij de boeken van de Grijze Jager en samen met Daphne is ze aan het overleggen. Ze heeft het eerste deel van de serie in haar handen, De ruïnes van Gorlan, en ik zie dat ze twijfelt of het wel iets voor haar dochter is. Daphne stampt met een voet op de vloer alsof ze niet met woorden kan uitleggen waarom ze juist deze serie graag wil lezen.

Fluisterend

Ik loop hun kant op en vraag of ze hulp nodig hebben. “Is dit niet te eng voor haar?”, vraagt de moeder van Daphne. De tienjarige kijkt haar moeder aan met een blik welke zowel schaamte als ongeloof kan uitdrukken. Nee hoor, zeg ik geruststellend. Het is een hele leuke serie voor kinderen vanaf een jaar of tien en ook veel volwassenen beleven er plezier aan. Ik heb de serie ook voor een groot deel gelezen. “Zie je wel, mama?”, zegt Daphne. “Ik ben al tien en ik wil het heel graag lezen.” Haar moeder gaat meteen overstag. Ze weet dat wij een zwak hebben voor haar dochter en geen fout advies zullen geven.

“Neem dan ook maar meteen deel twee”, zegt ze tegen Daphne. Met stralende ogen graait ze ook die van de plank. Met z’n drieën lopen we naar de toonbank. Ik vraag met een knipoog of het cadeautjes zijn. Daphne steekt haar tong naar mij uit en als ze na het afrekenen met haar moeder naar de deur loopt, kijkt ze even achterom. “Grijze plager”, zegt ze fluisterend en rent vervolgens haar moeder achterna.

 

Daphne 06: Grijs Meer lezen »

Lize Spit: Ik ben er niet

‘Wij waren de twee scheefgezakte pilaren die, zodra je ze tegen elkaar aan deed leunen, steviger zouden staan dan één ongeschonden, op zichzelf staande pilaar ooit kon. Het zou goed komen met ons, zolang we samen bleven.’

De Brusselse Leo is tien jaar samen met haar vriend Simon. Verbonden door een moeizame jeugd, heeft het koppel weinig anders nodig dan elkaar. Tot alles kantelt: Simon komt midden in de nacht thuis en lijkt vanaf dat moment iemand anders. Langzaam valt Leo’s minutieus opgebouwde bestaan uiteen, tot het punt waarop het gevaarlijk wordt.

Ik ben er niet is een verhaal over toewijding en verraad, over twee mensen die op hun eigen manier gemankeerd zijn, maar die hun uiterste best doen opgemerkt te worden, lief te hebben en te leven.

Lize Spit (1988) debuteerde in 2016 met Het smelt. Ze werd genomineerd voor vele prijzen, waaronder de Libris Literatuur Prijs en ze won o.a. de Boekhandelsprijs en de Bronzen Uil. Ook in het buitenland oogstte Het smelt veel succes. Ik ben er niet is haar tweede roman.


ISBN: 9789493168718
Uitvoering: paperback
Prijs: € 25,99
Verschenen: december 2020
Uitgeverij Das Mag

[maxbutton id=”1″]

Lize Spit: Ik ben er niet Meer lezen »

Scroll naar boven